Allerlei organisaties zoeken naarstig naar de verbinding tussen strategie en de dagelijkse praktijk. De meeste auteurs geven aan hoe uit strategische doelen via kritieke succesfactoren meetbare prestatie-indicatoren kunnen worden afgeleid. Na het nemen van deze hindernis lopen veel organisaties echter toch vast.
Geelen betoogt dat men niet verder komt omdat de activiteiten die de indicatoren naar de streefwaarden stuwen niet zijn opgenomen in het plannings- en budgeteringsproces. Als er twee gescheiden administraties ontstaan, zal de geoliede budgetmachine het steeds winnen van de nog in te regelen indicatorenrapportage. Wordt er tijdens de stategievorming nog gesproken in entrepreneurstaal, het budgetteringsproces vindt in accountingtaal plaats. Het strategisch elan is verdwenen en er is een gat tussen strategie en uitvoering ontstaan.
In het boek reikt Geelen een methode aan om dit gat te dichten. In essentie komt dat hierop neer dat strategisch geörienteerde acties moeten worden ontleed in planningselementen waarmee het traditionele budgetproces gevoed kan worden. Daarnaast zou ik een tweede verdienste van dit boek willen noemen.
Geelen bespreekt het optimaal inzetten van ICT in het prestatiemanagementproces. Met name voor grote organisaties levert de juiste inzet van ICT voordelen op. Nog los van snelheid in het uitvoeren van planningsprocessen valt daarbij te denken aan transparantie (van visie, missie in stappen naar indicatoren en acties), flexibiliteit (doelen en structuren veranderen immers), een betere datakwaliteit, maar ook simulatie- en scenarioplanning (what if analyses) behoren tot de mogelijkheden.
De gemiddelde manager begrijpt niet wat er op CPM-ICT gebied te koop is, en is daarom erg afhankelijk van anderen bij de keuze van een investeringsstrategie. Geelen bespreekt echter 3 mogelijke investeringsstrategieën. De suite-strategie waarbij met één leverancier in zee wordt gegaan, de best-of-breed strategie waarbij gekozen wordt voor verschillende modules van diverse leveranciers, en de keuze voor een business-intelligence platform/database en het (deels) zelf ontwikkelen van ICT-applicaties.
Met deze kennis kunnen managers beter met ICT-specialisten en leveranciers communiceren en discussieëren over de gewenste functionaliteit. Het zijn de besproken twee aspecten die dit boek bijzonder maken.
Dat neemt niet weg dat Geelen ook veel behartenswaardigs zegt in zijn meer algemene beschouwingen over prestatiemanagement. Het boek heeft een bedrijfskundige oriëntatie waarbij minder aandacht wordt geschonken aan implementatieaspecten zoals weerstand tegen veranderingen, machtspelletjes, etcetera. Een minpunt? Ik meen van niet, in een boek over weerstand tegen verandering zoek ik ook niet naar een hoofdstuk over ICT-modellen. De structuur van zijn boek laat duidelijk zien dat Geelen begint waar het moet: bij de strategie en haar consequente uitvoering.
Vervolgens behandelt hij in hoofdstuk 2 t/m 7 hoe dat gaat aan de hand van de imperatieven: ontwikkel een eenduidig besturingsmodel, vertaal strategie in acties, creëer een dynamisch planningsproces, geef toegang tot de relevante stuurinformatie, beoordeel prestaties systematisch, beloon mensen voor hun prestaties. In hoofdstuk 8 bespreekt hij het optimaal gebruik van ICT, waarover ik al een en ander heb gezegd,en in hoofdstuk 9 (the proof of the pudding is in the eating!) past hij de theorie toe op de rode draad casus van het boek.
Kortom: een bondige beschouwing in klare taal over prestatiemanagement die nieuwe inzichten verschaft waarmee managers hun voordeel kunnen doen.
Over Leo Kerklaan
Leo Kerklaan is directeur van de Franeker Management Academie en Associate Partner van Passionned BV. Hij adviseert regelmatig over strategieontwikkeling, business modellen, KPIs en integrale kwaliteitszorg. Zijn invalshoek daarbij is het doorbreken van het bestaande prestatieniveau met 'performance dashboards'.