Taaie vraagstukken zijn bijvoorbeeld de samenwerking van medisch specialisten bij een patiënt die zelf de baas wil blijven over eigen gezondheid, het leren van docenten in het onderwijs of de kennisoverdracht bij organisatieadviseurs. Taaie vraagstukken, zijn die vraagstukken waar mensen zich echt over opwinden, waar men bij het koffieapparaat wel over praat, maar waarover men verder het zwijgen toe doet. Niemand wil er zijn of haar vingers nog aan branden, want vele pogingen om ze te temmen zijn al mislukt.
Taaie vraagstukken herkennen is niet zo moeilijk, maar eraan werken wel, omdat organisaties zich vastklampen aan een repertoire dat niet werkt. Bijvoorbeeld als men eerst het (taaie) vraagstuk goed gaat definiëren, het vervolgens in stukken knipt en het dan uitdeelt aan verschillende onderdelen of leden van de organisatie nadat de eerst de verantwoordelijken helder gedefinieerd zijn. Of als de top eerst de gewenste organisatiecultuur bepaalt en die vervolgens bij de medewerkers 'tussen de oren' probeert te krijgen d.m.v. communicatie, opleiding en training.
De bestaande manieren om vraagstukken aan te pakken zijn onderdeel van wat Vermaak de werkingsmechanismen van weerbarstigheid noemt. Vernieuwende voorstellen worden gepareerd met 'zo doen we dat hier niet.' Wat hoort werkt niet bij taaie vraagstukken en wat wel werkt hoort niet.
'Plezier beleven aan taaie vraagstukken' geeft aan hoe je de werkingsmechanismen van weerbarstigheid kunt slechten of omzeilen en hoe je de werkingsmechanismen van vernieuwing kunt benutten en verspreiden. Werkingsmechanismen leggen de causale verbanden en redeneringen bloot, oftewel de samenhang tussen verschillende aspecten. 'Plezier beleven aan taaie vraagstukken' is dan ook geen kookboek dat veranderaars voorschrijft wat ze zouden moeten doen. Het boek geeft daarentegen inzicht in waarom dingen in organisaties gaan zoals ze gaan.
Een must voor iedereen die zich niet alleen bij het koffiezetapparaat over taaie vraagstukken wil opwinden, maar er ook effectief aan wil werken. Op basis van zes jaar onderzoek naar het werk van de ontwikkelingssamenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en vervolgens twee jaar schrijven, komt Vermaak tot maar liefst 12 weerbarstige en 12 vernieuwende werkingsmechanismen. Vermaak bespreekt deze aan de hand van vier thema's: interacties (hoe gaan betrokkenen met elkaar om?); cognities (welke opvattingen hebben de betrokkenen?); procesontwerp (hoe wordt het proces ontworpen) en proces-ankering (hoe zorg je dat vernieuwing landt en beklijft?). Zijn ordening voorkomt dat je in situaties terechtkomt waarbij alles met alles te maken heeft waardoor je blokkeert.
Vermaak heeft met deze 24 werkingsmechanismen de complexiteit van taaie vraagstukken voor de praktiserende veranderaar fraai behapbaar gemaakt. Wetenschappers zullen waarschijnlijk wel vinden dat hij de complexiteit van de werkelijkheid met deze overzichtelijkheid geweld aandoet. De beschrijving van de weerbarstige werkingsmechanismen helpt de veranderaars deze eerder te herkennen, terwijl de vernieuwingsmechanismen hen een ander handelingsperspectief bieden. Die bevatten veel contra-intuïtieve interventies en opstellingen.
De vernieuwingsmechanismen zijn dan ook niet zomaar een omkering van de weerbarstigheid. Als betrokkenen twijfelen over hun deelname aan taaie vraagstukken ligt het voor de hand hen te ondersteunen maar de kans is groter dat je met paradoxaal adviseren de boel weer in beweging krijgt. 'Plezier beleven aan taaie vraagstukken' presenteert zich als een alternatief voor de dominante blauw/gele veranderaanpak. De groen/witte aanpak bevat een veelheid aan tegendraadse aanwijzingen.
Bij vernieuwing doe je van alles wat tegen de regels is. Je legt de verantwoordelijkheid voor een vraagstuk in het midden en niet bij één van de partijen. Opvallend is dat het rode veranderperspectief (dat zowel de nadruk legt op inspiratie als op belonen) in het boek volledig ontbreekt. Een combinatie van een externe en een interne veranderaar is voor het werken aan taaie vraagstukken eigenlijk het beste. De externe veranderaar houdt als 'buitenstaander' de boel op gang.
Het boek is bedoeld voor de praktiserende veranderaars: medewerkers, managers en adviseurs die de handen vuil willen maken om verandering tot stand te brengen. Naar mijn idee zal 'Plezier beleven aan taaie vraagstukken' vooral gelezen en bestudeerd worden door de gevorderde veranderaars, die geëngageerd willen werken aan taaie vraagstukken en die aan den lijve ervaren hebben dat 'meer van hetzelfde' niet werkt.
Plezier beleven aan taaie vraagstukken is echter niet voor iedereen weggelegd. Want hoe meer fixerende patronen je herkent, hoe depressiever je in eerste instantie wordt. Vermaak schetst een ontsnappingroute die loopt via het steeds vaardiger/professioneler optreden van de interventionist die daardoor ook steeds beter in staat is om te gaan met het gevoel dat het systeem waarin je werkt bij je oproept. Door er met een zekere luchtigheid mee om te gaan kun je er plezier aan beleven.
Over Gertjan de Groot
Gertjan de Groot werkt als docent publiek management en Thesis begeleider bij de Master Urban Management en als projectleider en onderzoeker naar boundary spanners in actie bij het Centre of Expertise Urban Governance & Social Innovation bij de Hogeschool van Amsterdam.