De opbouw van 'Corporate Universities' is logisch en de onderbouwende illustraties zijn duidelijk. Na een korte inleiding over corporate universities komen de praktijkvoorbeelden aan bod, bezien vanuit organisaties die nationaal en internationaal werkzaam zijn. Wat hierbij opvalt is dat overall de voordelen duidelijk worden benadrukt maar dat minder positieve punten, die vast ook aanwezig zijn, lang niet altijd worden benoemd.
Het zou nog sterker zijn geweest wanneer per specifieke casus inzage wordt gegeven vanuit de ervaringen van deelnemers over de voor- en nadelen. Dit zijn tenslotte de eindgebruikers van de producten die worden gefabriceerd en hierdoor ontstaat een nog beter beeld.
Uit de casussen blijkt dat de klanten van organisaties een relatief kleine rol krijgen toebedeeld bij de opzet en vormgeving van de corporate universities. Toch vreemd wanneer je bedenkt dat het optimaal en rendabel bedienen van klanten het bestaansrecht is van organisaties. Natuurlijk, de wisselwerking met de strategie, visie en missie is zeer belangrijk, maar het lijkt een omissie.
De auteurs laten zien hoe het leren impact kan hebben op de doorvertaling van strategie binnen organisatie en het losmaken verandervermogen. Belangrijkste constatering is dat corporate learning gedragen dient te worden door de top van organisaties. Dit vraagt om visie, lef en doorzettingsvermogen. Door het ontwikkelen van een visie op dit specifieke gebied zal de investering in leren uitmonden in een daadwerkelijke Return on Engagement met alle bijbehorende financiële baten op de lange termijn. Kortom, investeren in leren loont!
In de laatste hoofdstukken gaan de auteurs in op de toekomst van corporate learning. Hier leggen Rademakers c.s. nadrukkelijk de link met de dynamische wereld, die zorgt dat organisaties flexibel dienen te zijn in hun doen en laten. In dat kader staat niet zozeer het vergaren van kennis centraal maar vooral waar de kennis te halen is en hoe deze kan worden toegepast.
Constatering is dat organisaties meer moeten leren denken in talenten en uitdagingen en niet in functies. Op dit gebied is naar mijn mening nog wel een slag te slaan, waarbij de toekomst naar mijn mening het 'nu' is. De geschetste bewegingen in de dynamische wereld zijn namelijk nu al duidelijk zichtbaar en als de betreffende organisaties niet tijdig acteren, worden zij ingehaald door de werkelijkheid met het snel verslechteren van de concurrentiepositie tot gevolg.
Na het lezen van 'Corporate Universities' rest de vraag of dit alles alleen van toegevoegde waarde is voor corporates. Rademakers c.s. geven het voorbeeld van de 'kleine' Motorfabrikant Ducatti. Daar wordt kennisinnovatie aangeboden aan de samenwerkende partners en daarmee is Ducatti het ultieme voorbeeld van de lerende organisatie die denkt en handelt over de eigen organisatiegrenzen. Om de vraag aan het begin van deze alinea te beantwoorden; Ik ben van mening dat de opzet van corporate universities niet alleen is voorbehouden aan grote organisaties met veel cash. Vergelijkbare initiatieven kunnen mijns inziens binnen branches of zelfs brancheoverschrijdend worden opgezet. Hierdoor kunnen ook kleine organisaties hun krachten bundelen, talenten boeien en misschien zelfs binden met als uiteindelijk gevolg een voorsprong op niet participerende concurrenten. Misschien een voorzet voor een volgende boek van deze auteur.
Leesadvies: Overall een prima naslagwerk voor de geïnteresseerde professionals. Ook organisaties die nog niet begonnen zijn met corporate learning is dit een goede aanzet hiermee aan de slag te gaan.
Over Richard van der Lee
Richard van der Lee werkt als ZAV'er (Zelfstandig Aanjager van Vervanging) onder de naam Visie op Talent en is daarnaast auteur van diverse managementboeken. Hij publiceert regelmatig artikelen en blogs op diverse websites in binnen en buitenland over de driehoek talentontwikkeling-Leiderschap-nieuwe organisatievormen. Hij is alumnus van Business School Nederland, de Action Learning MBA.