De laatste tijd is een stroom van boeken over nieuwe leiderschap op gang gekomen. 'Kleur bekennen' past in de reeks van 'Echt leiderschap', door Ietje Lindermann e.a., 'Diep leiderschap' door Gerrit Broekstra, 'Contextueel leiderschap' door Arnold Roozendaal, 'Horizontaal leiderschap' door Adriaan Bekman en 'Waarachtig leiderschap' door Jan Boon. De boodschap is hetzelfde: authentiek leiderschap is gebaseerd op gezag en niet op macht, leiderschap inspireert en motiveert, leiderschap is empathisch en dienend . 'I must follow them; I am their leader', schrijft Alexander Rinnooy Kan ter illustratie in het woord vooraf.
Paul Ansems en Jan Moen schreven eerder samen 'Leiden of lijden?' en 'Brevet van leiderschap'. Aan die neergeschreven ervaring als bestuurder en hoogleraar Management en Organisatie voegen ze een kleurendimensie toe in 'Kleur bekennen'.
De auteurs verdelen soorten leiderschap in de kleuren rood, groen en blauw. En helemaal in de stijl van de subtitel 'Kleedkamergesprekken over leiderschap', snapt u al, dat de goede leider een blauwe leider is.
Een rode leider staat voor agressie, zelfbegunstigend, defensief. Kenmerken zijn: perfectionistisch, competitief, machtgericht en oppositioneel.
Een groene leider staat voor: zelf beschermend, passief defensief. Kenmerken zijn: vermijdend, afhankelijk, conventioneel, goedkeuring zoekend.
De blauwe leider staat voor: constructief, altruïstisch. Kenmerken zijn: relatiegericht, mensgericht, hulpvaardig, zelfactualisatie en prestatiemotivatie.
Ieder mens beschikt overigens over alle kenmerken van alle drie de kleuren. In de eerste hoofdstukken lichten de auteurs de rode, groene en blauwe profielen van leiderschap toe. Waar het om gaat, is om te leren waarom en wanneer je voor een constructieve of defensieve gedraging kiest. Dat doe je volgens de auteurs het beste door over je gedrag te praten, naast leren over gedrag en zelfreflectie die je daarmee op een veilige wijze kunt verkrijgen.
Volgens verschillende auteurs onthoud je van alles wat je leest 10%, van alles wat je hoort 20%, van wat je ziet 30%, van wat je hoort en ziet 40%, van wat je zegt 70% en van wat je doet 90%. Naast het ervaren van wat je doet, is praten over je gedrag dus van groot belang om tot inzicht en verandering te kunnen komen.
Bij intervisie speelt dit proces een belangrijke rol. Intervisie kun je metaforisch zien als kleedkamergesprekken. Je uit je gevoelens over succes en mislukken in de intieme sfeer van de kleedkamer. Je kleedt je aan en uit en er zijn veel spiegels. Een goed gesprek met je coach over je inbreng in de sfeer van zweet en emotie. Hier worden zaken gezegd die anders niet benoemd worden. Waar het om gaat, is dat je als directeur of bestuurder je sterke punten en beperkingen leert kennen en leert om open te staan voor feedback bij het realiseren van je eigen ontwikkeling. Naast theoretische concepten bevat het laatste hoofdstuk ook een tiental leiderschapstips die de moeite waard zijn.
Ter illustratie de tip: leer snorkelen. Snorkelen is de vaardigheid om te onderzoeken en ervaren hoe de organisatiewereld er als het ware onder water uitziet. Dus - ontwikkel een antenne voor het signaleren van de onderstroom in de organisatie; - voer wat er onder medewerkers leeft; - beweeg je in het informele circuit van de organisatie; - bezoek informeel werkplekken; - geef acte de presence bij personeelsfeesten, lunches, recepties en presentaties. De beeldspraak en tips maken 'Kleur bekennen' het lezen meer dan waard!