In 1977 wordt Pais minister van Onderwijs en Wetenschappen in het eerste kabinet Van Agt. Het waren roerige jaren, waarin de (kwel)geest van Den Uyl en kompanen nog over de wateren zweefde. Linkse stokpaardjes konden de kast in, niet alles behoefde meer discussie en de ministersploeg was een keurig gezelschap dat elkaar het licht in de ogen en de nodige succesjes gunde. En er moest wat werk verricht worden, want na de lekker luie rode jaren hing de ruif zo laag, dat iedereen lag te eten. Ik parafraseer. Jammer alleen dat het economisch zo tegen zat. Ik parafraseer weer. Pais’ grote verdienste is zijn (aanzet tot) herstructurering van het universitair onderwijs. Een andere opzet van de studiefinanciering, meer aandacht voor emancipatie en medezeggenschap, een structuur en opzet die uiteindelijk zouden leiden tot de Tweefasenstructuur en het bachelor/master-systeem. De oude academische wereld, een negentiende-eeuws gebeuren, verdween – evenals de eeuwige student. Studeren werd werken en uitblinken.
Het eerste deel van het boek vertelt Pais’ persoonlijke geschiedenis. Hij was met zijn vader en moeder ondergedoken in Barneveld, zijn zus overleefde de oorlog door de grote inzet van een non. Een joodse familie, dus: ‘er was een moordaanslag op mijn ouders, mijn zuster en mij beraamd. Dat plan is mislukt, dankzij de hulp van enkele mensen die wij aanvankelijk nauwelijks kenden.’ Verhalen over onderduik, overleven, overblijven en opnieuw beginnen in een lege wereld zijn altijd aangrijpend. Dit verhaal laat de lezer niet onberoerd. Toch maakt juist dat eerste deel het moeilijk een eerlijk oordeel te vellen over Omkijken. In Het vreemde vermaak dat lezen heet gaat S. Dresden (hoogleraar Frans, president van de KNAW) in op dit probleem. Kun je op een boek dat een dergelijk aangrijpend verhaal vertelt nog kritiek leveren zonder afbreuk te doen aan de ernst van de geschiedenis? En: lezen vereist identificatie. Kun je je identificeren met de hoofdpersoon? Kun je dit verhaal gezellig met een glas wijn en een kaaskoekje op het balkon lezen? Ik weet het niet. Ik was onder de indruk van het eerste deel van het boek. Het verhaal is indrukwekkend, de toon is licht en af en toe relativeert een ironische opmerking het niet te begrijpen leed. Het verhaal over het ministerschap heb ik verslonden: ik ben zeer geïnteresseerd in de politiek van de jaren 70. En toch. Pais rekent me iets te veel af en doet dat soms niet helemaal fair. Presser en Den Uyl worden bij de voeten afgezaagd, een in zijn ogen net zo foute VVD’er wordt beschimpt maar niet bij name genoemd. Pais is blij met zichzelf en steekt dat niet onder stoelen of banken. Hij berijdt stokpaardjes (vegetarisme!) en zijn stijl is niet de meest vloeiende. Waardoor deze stijleigenaardigheid – een bijzin als zin presenteren – behoorlijk gaat irriteren. Eén ding is duidelijk: Omkijken is een belangrijk boek over het leven van een belangrijk man.
Over Bert Thiel
Bert Thiel (1961) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde in Leiden. Hij gaf ruim dertig jaar les in het voortgezet onderwijs. Nu leest, dicht en schrijft hij.