’David en Goliath’ gaat over underdogs. Underdogs zijn lang niet zo kansloos tegen de sterkeren als we denken. Gladwell kent zijn cijfers en tovert mij als lezer direct wat overtuigingsmateriaal voor ogen: ‘Underdogs winnen voortdurend. Zwakkere landen winnen in de laatste 200 jaar zo’n 30 procent van de oorlogen’.
Zijn boodschap hierover is dat we het spel te vaak op de conventionele manier spelen. Een van zijn voorbeelden om onze conventionele manier van denken en doen te illustreren is het onderwerp ‘klassengrootte in het onderwijs’. Een wijdverbreid idee is dat we denken dat als klassen in het onderwijs minder leerlingen bevatten, de kwaliteit van het onderwijs omhoog gaat. Maar is dat werkelijk zo?, vraagt Gladwell zich af.
Uit een lang betoog met vele interessante gegevens en bewijsmateriaal concludeert hij dat er geen correlatie is tussen grootte en resultaat. Dat druist in tegen onze menselijke intuïtie. En daar zit dan ook het probleem, aldus de auteur. We hebben er moeite mee als dingen tegen onze intuïtie ingaan.
Gladwell beschrijft de zogenaamde omgekeerde U-curve. Daarvoor geldt dat dingen eerst iets beter gaan, daarna maakt ‘meer doen’ niet zoveel meer uit, en uiteindelijk worden dingen er eerder erger dan beter van. We zijn geobsedeerd geraakt door de kansen van de kleine klassen maar zien niet de nadelige effecten.
Zijn die er dan, nadelige effecten van kleine klassen? Wel degelijk, laat Gladwell de lezer weten. Een klas kan ook te klein zijn. De kans dat je leerlingen treft met hetzelfde niveau als jij, is gering. Meer leerlingen geeft meer variatie. Maar ook de werkvormen met een kleine klas zijn beperkter. We zijn dus in de valkuil van de omgekeerde U getrapt, we zien wel de voordelen maar niet de nadelen.
En dat is op zich al opmerkelijk te noemen, want zo stelt Gladwell: ‘Overal ter wereld gaan beleidsmakers en ouders er vanuit dat kleinere klassen in het onderwijs beter zijn dan grote.’ En inderdaad, in Nederland voeren wij die discussie ook graag en politici maken het soms tot onderdeel van hun campagne. Wie in een grote klas zit, krijgt dus niet per se minder goed onderwijs. En wie op een minder bekende business-school zit dan Harvard (en dat zijn er nog al wat) heeft een grotere slagingskans. Het gaat er niet alleen om hoe slim je bent, maar ook hoe slim je je voelt in relatie tot anderen in de collegezaal.
Goed nieuws dus voor de underdogs, en wederom een klap voor mensen die alles beredeneren vanuit hun intuïtie. En zo beschrijft Gladwell veel aansprekende voorbeelden waar we als mens direct een oordeel over hebben, maar die bij nadere beschouwing op zijn minst ongenuanceerd zijn. Soms zijn z’n verhalen wat lang, zodat ik als lezer denk: kom nu maar to the point, maar in elke casus weet hij me tegelijkertijd ook weer te verbazen. De omgekeerde U-curve als concept kan prima helpen om de vele nuances in een kwestie aan de orde te stellen. Mensen moeten daar echter wel voor open willen staan.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.