Therèse de Bijl benadert social media niet als trendy speeltjes waarvan het nog maar de vraag is of ze een rol blijven spelen in de veelheid van middelen om communicatie te bevorderen. Het 'Handboek sociale media voor branche- en beroepsverenigingen' kent een bestuurlijk strategische benadering. Net zoals de communicatiestrategie een afgeleide moet zijn van de verenigingsstrategie moet ook de social media strategie afgeleid zijn van de algemene strategie. De inzet of juist niet worden gerelateerd aan strategie, doelen en doelgroepen van een organisatie. De Bijl geeft steeds aan welke echte rol de nieuwe media daarin kunnen vervullen…. Als een organisatie stapsgewijs en doelbewust beleid ontwikkelt. Het handboek heeft een overzichtelijke en logische opbouw. In deel 1 geeft Therèse de Bijl een theoretisch overzicht van aard en functie van social media. Social media zijn weliswaar nieuw vanwege de internettechnologie. Het echt nieuwe is echter, dat het niet langer gaat om 'éénwegcommunicatie'. Immers wie dan ook kan zich direct mengen in de communicatie en ook nog 'real time'. Er ontstaat zo altijd 'meerwegcommunicatie'. Verhelderend is de typering van de gebruikers. Immers lang niet iedereen die een profiel heeft aangemaakt op Hyves of Twitter is ook werkelijk actief. Er zijn de 'joiners'; de actievelingen, maar er zijn ook 'collectors'; zij verzamelen bijna alleen informatie. De 'critics' reageren of leveren op een andere manier content aan. Tenslotte zijn er de 'creators'; de groep die daadwerkelijk publiceert via blogs, websites, video's of podcasts. Ook een inventarisatie van de mogelijke doelen die men met de inzet van nieuwe kan nastreven ontbreekt niet. Centraal in de uitwerking van de strategische benadering staat het 'propellormodel' van Tack en Beusmans uit 2002. Dit is een populair model in de wereld van branche- en beroepsverenigingen. Alle kernactiviteiten passen in een van de drie propellorbladen; 1) positionering van de leden van de vereniging binnen het maatschappelijk krachtenveld;. 2) de interne organisatie van het collectief en 3) het bieden van unieke voordelen voor de leden van de organisatie. Met de inzet van social media kan een vereniging meer leden betrekken dan in de gebruikelijke werkgroepen en commissies. Met name wordt het mogelijk om met 'co-creatie' de inbreng van leden te vergroten. Extern kan een organisatie gebruikmaken van via Twitter of Hyves naar voren gekomen reacties of suggesties. Aandachtspunt bij het effectief benutten van de mogelijkheden van social media daarbij is de mate van transparantie; enerzijds verbonden aan het karakter van social media, anderzijds zal een organisatie om uiteenlopender redenen (structuur, strategische gevoeligheid) niet alles op internet willen tentoon spreiden. Ook oude structuren en culturen ('top downbenadering' bij beleidsontwikkeling) kunnen het beoogde of mogelijke effect verminderen. In deel 2 komen 7 landelijke verenigingen en branche-organisaties aan het woord. Betrokken communicatiemedewerkers gunnen een 'kijkje in de keuken'. In dit deel komt duidelijk naar voren dat social media in deze wereld nog in de kinderschoenen staan. Het geeft ook aan hoe hard dit handboek nodig is en welke hulp deze publicatie kan bieden. Deel 3 beschrijft die hulp om social media te implementeren. Het gaat ook bij social media niet om het uitvoeren van een aantal lineaire stappen, maar continue feedback en monitoring kunnen voortdurend aanleiding geven tot bijstelling. Met behulp van een heel concrete vragenlijst kan inzichtelijk worden gemaakt hoe met de inzet van social media een vereniging vooruitkomt en op welke manier niet. Als extra service kunnen lezers de vragenlijsten ook downloaden van internet. En passant behandelt Therese de Bijl de diverse vormen van social media als 'tools' en geeft zij heel bruikbare tips van belang voor ledenorganisaties. Zij geeft ook aan hoe de verschillende social media kanalen aan elkaar en aan de website of het verenigingsportaal te koppelen. Tot slot vindt de lezer tips voor monitoring en het formuleren van een social media code. Wat in deze publicatie minder aan de orde komt zijn de organisatorische consequenties bij een social mediabeleid. Weinig over de verdeling van verantwoordelijkheden binnen de organisatie of de personele consequenties. Al met al zal goed gebruik van dit handboek toch de branche- en beroepsverenigingen op weg helpen op het internet en zal deze publicatie vooral een 'gids' blijken voor wie in de wereld van branche- en beroepsverenigingen aan de slag moet of wil met social media.
Over Martin van 't Klooster
Martin van 't Klooster is zelfstandig communicatieadviseur bij Communicatie met beleid.