Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Steengoed boek ligt wel wat zwaar op de maag

Organisaties die toe zijn aan verandering, doen er goed aan om ook naar de werkomgeving te kijken. Dat is de kernboodschap in het boek Een organisatie van vlees en steen. Mark Mobach is niet over één nacht ijs gegaan. Het is een doorwrocht boek dat als standaardwerk gezien kan worden voor wie zich wil verdiepen in het effect van de fysieke omgeving op de mens. Een boek waar je letterlijk op voort kunt bouwen.

Ronald Buitenhuis | 18 november 2009 | 3-4 minuten leestijd

Indrukwekkend. Zo mag een boek ook wel eens genoemd worden. Alleen al wat noten betreft beslaat Een organisatie van vlees en steen zo’n veertig pagina’s. Alles wat er over het onderwerp bouwen in relatie tot de mens en zijn werkomgeving is geschreven, staat er wel zo’n beetje in. Of er wordt naar verwezen. Als je al een minpunt wilt zoeken, is het misschien het hoge ‘verwijzingsgehalte’. Dat maakt het soms wat zwaar en wetenschappelijk. Maar dat is een bewuste keus van de auteur, zo blijkt desgevraagd. Het onderwerp leent zich om er luchtig en makkelijk over te schrijven, maar als vertrekpunt wilde Mobach een strikt inhoudelijk, degelijk en vooral uitputtend boek maken. En hij heeft zich aan zijn woord gehouden!

Het boek is zeer compleet. En het aardige is dat het in concrete voorbeelden zo’n beetje alles behandelt wat ook maar iets met bouw te maken heeft. De schaats van de ING en de ontwerpen van Alberts en Van Huut komen er in voor. Maar ook wordt beschreven wat de invloed van licht en lucht is op de omgeving waarin mensen werken. De legio voorbeelden maken het boek heel toegankelijk. Voor wie een nieuw gebouw wil ontwerpen, is het lezen van A tot Z een aanrader. Wie alleen iets wil doen aan bijvoorbeeld het prettiger maken van wachttijden, kan ook zappend door het boek. Bijzonder aantrekkelijk is ook dat er een koppeling wordt gemaakt naar organisatiedoelen.

Het is boeiend je te realiseren wat een omgeving met een mens (en met het rendement van de organisatie) doet. Zonder dat de auteur die omgeving overigens té belangrijk maakt. Met alleen een futuristisch ontwerp red je het ook niet. De schaats van ING is in economisch florissante tijden een mooie ‘landmark’. Als er crisis uitbreekt, is het maar de vraag of je in zo’n exorbitant gebouw wilt zetelen. Alles is relatief. Maar wat Mobach helder maakt, is dat er hoe dan ook invloed van een omgeving uitgaat. En dus is het zaak voor management (van CEO tot facility management) om periodiek goed na te denken over inrichting en architectuur en jezelf soms gewetensvragen te gaan stellen.

Een voorbeeld. Google en Microsoft hebben hun bedrijven heel anders ingericht dan traditioneel gebruikelijk is. Het zijn bij uitstek bedrijven die het moeten hebben van creativiteit en zelfmanagement. Daar past een inrichting bij. Het is ondenkbaar dat een bedrijf als Google zich in een standaard ‘doos’ in Amsterdam Zuidoost zal gaan vestigen. Dus daar waar systeemplafonds, modulaire wanden en TL-bakken de toon zetten. Kennelijk is er dus een relatie tussen wat je als bedrijf wilt zijn en hoe je eruit ziet.

Traditioneel gehuisveste bedrijven die willen veranderen, doen er ook goed aan om in dat ‘changetraject’ eens naar de inrichting (binnen- en buitenkant) te kijken. Richt je een gebouw traditioneel in met hokjes met de directie vanzelfsprekend op de hoogste verdieping (liefst met een eigen lift), dan kun je er ook zeker van zijn dat je het als bedrijf niet wilt hebben van creativiteit en zichzelf ontwikkelende mensen. Nee, dan hebben ze het bij Unilever in Rotterdam beter begrepen. Daar is ‘De Brug’ ingericht als een soort ‘woonmall’. Een kleine IKEA. De creativiteit spat er van af. Levert dat geld op? Jazeker, zo concludeert de auteur. Soms direct in euro’s, soms ook in het lichamelijk welbevinden van de werknemers. Door het interieur van een bedrijf zo te ontwerpen dat trappen visueel centraal staan en liften weggewerkt zijn, motiveer je mensen om te gaan lopen. En dat is goed voor ze. Zo is er een bijna duizelingwekkend aantal voorbeelden in het boek van hoe je naar de fysieke omgeving van bedrijven kunt en moet kijken. Een organisatie van vlees en steen is letterlijk een steengoed boek. Al ligt het dan soms wat zwaar op de maag.

Over Ronald Buitenhuis

Ronald Buitenhuis is freelance journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden