Wie heeft niet de speech beluisterd van Martin Luther King 'I have a dream'? Of van recenter datum: 'Connecting the dots' van Steve Jobs? Beide verhalen hebben iets gemeen: je bent van begin af aan geboeid, niet door de feiten maar door de emoties van het kleine verhaal. Zeventig procent van wat we weten, zou afkomstig zijn uit verhalen. Met verhalen kun je gebeurtenissen duiden. Verhalen zijn feiten, verpakt in emotie, aldus Theo Hendriks. Verhalen vertellen is inspirerend. Grote leiders maken er daarom graag gebruik van. Iedereen kan verhalen vertellen. Het is een aan te leren vaardigheid. Maar net zoals de vaardigheid 'vragen stellen' is het vertellen van verhalen ons in feite afgeleerd. We hebben te lang gemeend dat het vertellen van verhalen niet thuis hoort in organisaties. De auteur beschrijft duidelijk dat hij vergaderingen en PowerPoint presentaties absoluut geen goede voorbeelden vindt van wat hij onder 'verhalen' verstaat. Verhalen vertellen een waarheid en wel vanuit een bepaald standpunt. Ze zijn ontdaan van managementjargon, dat niet alleen saai is, maar er tevens voor zorgt dat mensen elkaar steeds minder begrijpen. En van inspireren is al helemaal geen sprake. Net op het moment dat je als lezer denkt: 'Ja mooi, maar hoe doe je dat dan?' introduceert Hendriks Aristoteles aan de lezer. Hij legt aan de hand van de opvattingen van Aristoteles uit wat voor hem eigenlijk een verhaal is. Eén van de kernpunten van de theorie van Aristoteles is dat je het verhaal moet kunnen overzien en moet kunnen onthouden. Wie kent niet de verhalen waar kop noch staart aan zit en die je nauwelijks kunt doorvertellen? Deze verhalen bevatten geen 'haakjes': aanknopingspunten waarmee de luisteraar zich kan identificeren. Hendriks roept de lezer op om zijn eigen verhaal in de organisatie of op zijn afdeling te gaan vertellen. Hij geeft daar een schat aan praktische tips bij. Een zeer behulpzame tip is het zogenaamde storyboard. Hierbij geef je je verhaal weer in vijf plaatjes: een begin, een introductie van het conflict, het moment van 'point of no return', de climax en het eind. Maar het belangrijkste waar de auteur op hamert, is dat je als verteller je eigen verhaal vertelt. Gebruik geen managementjargon of organisatietaal. Dat is vooral afleren, lijkt me, maar daar is niets mis mee, hoe lastig ook. Het vertellen van verhalen is een volwassen vorm van leren om mensen mee te krijgen en hen te inspireren. Niet de vaardigheid zelf vormt het grootste obstakel, maar de moed te hebben het te doen en erin te geloven dat het werkt.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.