De consultancymarkt wordt gedomineerd door de Big Three strategieconsultants (McKinsey, Boston Consulting Group en Bain&Company) en de Big Four accountancy-consultants (Deloitte, EY, KPMG en PwC). Er worden enorme bedragen uitgegeven aan (met name deze) consultants, en in bijzondere tijden, zoals tijdens de Covid19-pandemie en Brexit, nog veel meer. Consultants zijn betrokken bij allerlei soorten zaken, in allerlei sectoren en in bijna alle landen van de wereld. Is dat een probleem?
Oplichterij
Ja, zeggen Mazzucato en Collington. De groei van deze markt, hun businessmodel, de onvermijdelijke belangenverstrengeling en het gebrek aan transparantie heeft té veel negatieve impact en zorgt voor het disfunctioneren van overheden en bedrijven.
De titel van het Engelstalige origineel: The Big Con, verwijst niet alleen naar deze grote consultancy-organisaties, maar ook naar een grote truc, naar oplichterij door vertrouwen te wekken. De Big Con verdienen veel geld, maar leveren nauwelijks waarde. Ze creëren alleen een illusie van waarde. De adviezen van de Big Con consultants hebben allereerst tot doel hun eigen markt (multinationals) te bevoordelen, en zijn daarna pas gericht op hun opdrachtgever en heel misschien op de maatschappij. Daarbij worden enorme fees gevraagd met uitsluiting van alle aansprakelijkheid, zodat de consultants geen risico lopen als een project faalt of over budget gaat.
Infantiliseren
De ongewenste gevolgen van het ongebreidelde kapitalisme en de markteconomie zijn niet de schuld van de Big Con, maar ze werken er wél aan mee en profiteren ervan. Overheden zijn door het privatiseren van bijna alles hun ervaring en kennis kwijt, en de talentvolle studenten werken liever voor de Big Con, met hun brede klantenportefeuille, dan voor de slecht bekendstaande overheid. Overheden zijn daarbij onzeker geworden, bang om te falen, en bedrijven óók, in hun jacht op steeds meer kortetermijnwinst. Voor bijna alles worden consultants ingeschakeld, soms zelfs alleen maar voor het legitimeren van onpopulaire beslissingen van de klant zelf. Infantiliseren, noemen de auteurs het.
Macht
De auteurs geven weer hoe enorm machtig de consultancy-sector geworden is, waarbij ze bij overheidsopdrachten vaak beleid maken én uitvoeren én ervan profiteren, ze zijn opdrachtgever én opdrachtnemer. Daarbij worden veel specifieke voorbeelden van belangenverstrengeling gegeven, die structureel lijkt te zijn. En ook: dat consultants het overheidsbeleid bepalen, dat kan natuurlijk niet, dat is niet democratisch. Consultants zijn zeker nodig, maar dan wel als adviseurs die aan de kant staan, en niet als bepalers in het centrum van de macht.
De uitwassen van het kapitalisme komen inmiddels aan het licht, denk aan ongelijkheid en CO2-uitstoot, en bedrijven zoeken nu naar purpose of betekenis in plaats van naar kortetermijnwinst. En ook hier bieden de Big Con hun diensten aan, om de problemen op te lossen waaraan ze zelf hebben meegewerkt. De nieuwe cash cow is ESG (Environmental, Social, Governance). De focus op kortetermijnwinst heeft de CO2-uitstoot verhoogd, en nu zijn de Big Con bezig om de noodzakelijke transformatie te hinderen, door tools te promoten die eerder afleiding zijn dan behulpzaam, zo stelt het boek. Klimaatconsultants zijn een existentiële bedreiging.
Hoe komen we van deze afhankelijkheid af?
De oplossing? Die is eigenlijk simpel: de overheid moet zorgen weer de regie in handen te krijgen door te focussen op het leren van projecten, zo de eigen mensen en interne capaciteit te ontwikkelen en besluitvorming weer terug te brengen waar deze hoort. En, niet onbelangrijk: grotere transparantie. Zowel voor de contracten tussen overheid en consultants, als voor het reilen en zeilen van de Big Con: aan wie adviseren ze? Eten ze soms van twee walletjes? Wiens belang dienen ze? Want je wilt de aanpak van de klimaatcrisis toch niet overlaten aan consultants die het belang van zichzelf en hun grootste markt, multinationals, vooropstellen? Die gaan voor kortetermijnwinst? Die niets anders adviseren en promoten dan ‘de markt haar werk te laten doen’?
Scherpe toonzetting
Op scherpe en cynische toon geeft het boek allerlei voorbeelden die aantonen dat de klanten van de consultancybedrijven, zowel overheden als bedrijven, er niet per sé beter van worden. Nu wordt niet alle schuld bij de consultancybedrijven zelf gelegd, hun groei en macht is door diverse externe oorzaken te verklaren. Maar voor het misbruiken van die macht worden zóveel voorbeelden en anekdotes gebruikt dat je niet meer in incidenten kunt geloven: dit gedrag zit verankerd in de sector.
Onder de voorbeelden lees ik regelmatig over de schandalen binnen de accountancy: Enron, Carillon. Bij Enron is de gedachte dat Arthur Anderson de omzet uit consultancy bij deze audit-klant zo belangrijk vond, dat ze de relatie niet wilde beschadigen door financiële malversaties te rapporteren. Bij Carillon wordt KPMG beschuldigd van een té hechte relatie met de klant. Het is opvallend dat alle 4 Big Four flinke bedragen aan consultancy bij Carillion verdienden. Het punt dat het boek wil maken is dat consultancy ook accountants corrumpeert.
Reputatieverlies?
Omdat niet van alle consultancyopdrachten de inhoud en omvang bekend is, is er geen statistiek voorhanden hoe vaak zaken fout gaan en waarom. Misschien valt het mee? Of misschien is er nog veel meer, waar je niets van hoort, omdat contractueel vertrouwelijkheid is afgesproken en aansprakelijkheid is uitgesloten. Toch geven alle voorbeelden bepaald een beroerd beeld van deze sector. Daarbij, auteur Mazzucato is bepaald niet de eerste de beste, zij is een invloedrijke econome die o.a. de EU adviseert. Zij schrijft al langer over de positie van de overheid en de waarde van bepaalde sectoren. Na de banken met hun ‘waardeloze’ derivaten, krijgen nu de consultants het voor hun kiezen.
De consultancy industrie is een prettig geschreven boek, met veel uitleg over de opkomst van Big Con, en hoe deze organisaties werken. Verder barst het van de uitgewerkte voorbeelden (met name uit VK en VS), met verwijzingen naar artikelen en websites. Ook al ken ik deze sector vrij goed, ik las veel nieuws en ben bepaald bezorgd. Deze kras op de Big Con zou wel eens een staartje kunnen krijgen.
Elly Stroo Cloeck las het Engelstalige origineel van De consultancy industrie.
Over Elly Stroo Cloeck
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken.