Simone Schenk is trainer en docent psychologie en communicatie aan de Academie voor Management en Bestuur aan de Avans Hogeschool in Den Bosch. Niet direct ‘your usual suspect’ voor het schrijven van een succesvol boek. En de titel: ‘Effectief adviseren. Een kwestie van luisteren’, draagt al helemaal niet bij aan dat idee. Toch is dit boek - haar eerste - dat in potentie wel.
Schenk schrijft prima - helder, zonder franje - maar daarin schuilt niet de grote kracht van haar pennenvrucht. Die zit hem in het jarenlange werk dat ze al in haar onderwerp had zitten voor ze begon te schrijven.
Het gaat Schenk om wat ze zelf noemt ‘pittige gesprekken’. Gesprekken waarin iets moet gebeuren. Waarin een boodschap bij iemand moet landen die hem of haar niet altijd welgevallig is. Zelf kwam ze er al vroeg achter dat ze kon adviseren wat ze wilde, maar dat doorgaans de boodschap bij de betrokkenen niet aankwam. Althans niet zodanig dat er ook enige actie aan werd verbonden. Een constatering die ons bekend in de oren klinkt.
Psycholoog als ze is, dook Schenk in de vraag wat het brein zoal doet in een gesprek: blokkeren, in de war raken, in paniek raken, de positie in de groep veilig stellen, passief afwachten... Uiteindelijk somt ze zes veelvoorkomende gedragspatronen op die we allemaal herkennen en hangt daar dierennamen aan. De angstreflex, dat is de haas. De wolf is altijd bezig met z’n positie in de groep. De bever verlaat z’n zorgvuldig afgedamde stuk rivier nooit, en de inktvis creëert alsmaar meer chaos...
Daaraan koppelt ze een bijna schaamteloos versimpelde schematisering van de werking van het brein, dat ze onderverdeelt in de kleine hersenen, de midden hersenen en de grote hersenen. Ze vergeet daarbij natuurlijk niet te vermelden dat het in werkelijkheid oneindig veel complexer in elkaar steekt, maar weet die versimpeling geloofwaardig te maken. De kleine hersenen, daar zit de aller-primitiefste vlucht, vecht of bevries reflex. In de midden hersenen heersen de hormonen (macht en voortplanting), en in de grote hersenen kan dan eindelijk de rationele afweging doorgang vinden.
De rest van het boek leert ons hoe een ‘wolf’ een ‘ bever’ of een ‘inktvis’ of een combinatie ervan te herkennen en hoe daar vervolgens op een productieve manier mee om te gaan - lees: ze uit hun fundamentele gedragspatroon, uit hun ‘breinstand’ te halen - en aan het luisteren te krijgen.
De grootste kracht van dit boek is het gemak waarmee Schenk - zonder als een dilettant over te komen - haar simpele model geloofwaardig maakt. Dat verraadt jarenlange expertise en doet vermoeden dat het aanleren van haar methode weleens de moeite waard zou kunnen zijn.