Verhalen zijn net als de landschappen die je in een atlas ziet, schrijft Suzanne Tesselaar, al zijn het dan continu veranderende landschappen. Deze verhalenlandschappen staan uitgebeeld en beschreven in de Storytelling Atlas.
Suzanne Tesselaar doet promotieonderzoek naar storytelling en merkte door de vele vragen van workshopdeelnemers, dat er behoefte is aan een wegenkaart door het storytellinglandschap. Hier heeft ze vijf jaar aan gepuzzeld en het resultaat is te vinden in de Storytelling atlas. Ze plaatst storytelling in de context van veranderen, waardoor elementen als tijd en timing een belangrijke rol gaan spelen. Er zijn zes landkaarten, die ieder zijn voorzien van een legenda. Elke kaart beschrijft een aspect van verhalen en verhalen vertellen. Het Verhalenlandschap gaat in op wat verhalen zijn en wat hun toepassing is. Met verhalen beschrijven we herinneringen en delen we kennis. Verhalen zijn een manier om zin te geven aan de wereld om ons heen. Het Storytellinglandschap laat de vormen van storytelling zien. Een corporate story, die de ‘raison d’être’ van een bedrijf beschrijft, is een zo’n vorm. Hetzelfde bedrijf kan daarnaast vele organisatieverhalen hebben, die bijvoorbeeld beschrijven hoe men daar werkt en wat de cultuur is. Tijdschap en veranderen, de derde kaart, gaat specifiek in op de invloed van tijd op verhalen. Verhalen zijn levende organismen, ze veranderen over tijd. Verhalen kunnen helpen veranderprocessen te beschrijven.
Wie herinnert zich niet de aanslag in Parijs op het satirische blad Charlie Hebdo en de daarop volgende uiting ‘Je suis Charlie’ die de wereld doorging? Nu is dit op zich geen verhaal volgens de definitie, maar het werd een symbool waarbij iedereen zijn eigen verhaal kon vertellen. Door ‘Je suis Charlie’ voelden mensen zich verbonden. De landkaart Gemeenschap gaat in op dit gevoel van verbinding en gemeenschap waaraan verhalen bijdragen. Het kan echter ook negatief worden gebruikt, om te manipuleren. Verhalen zijn ‘wapens van invloed’, stelt Tesselaar vast.
De wetenschapper in Tesselaar komt naar voren in de Wetenschapslandkaart. Storytelling is tegenwoordig onderwerp van onderzoek in vele disciplines. Onderwijs, gezondheidswetenschappen, gedragswetenschappen. Toch krijg ik niet een goed beeld wat het resultaat is van dit onderzoek. In de legenda staat hier meer over, waardoor de kern van dit hoofdstuk daar is komen te liggen.
De laatste kaart is vakmanschap. Hier gaat het om het effect van verhalen en worden de kaarten aan elkaar verbonden. Tesselaar ontleedt een aantal verhalen, zoals het eerder genoemde ‘Je suis Charlie’, in de elementen die in de andere kaarten aan de orde zijn gekomen.
De Storytelling Atlas eindigt met een routeplanner. Iedere reiziger weet dat kaarten niet genoeg zijn, het plannen van een route is nodig om bij het eindpunt aan te komen. Ook bij storytelling is een routeplanner nodig, want hoe vind je de weg in het landschap, en hoe ga je zelf aan de slag met verhalen? Dat laatste had van mij meer uitgewerkt kunnen worden, het is nu vrij beknopt en vooral beschrijvend gebleven.
Tesselaar heeft een originele manier gevonden om storytelling te beschrijven. De Storytelling atlas is een mooi boek met kaarten, een legenda en een routeplanner. Daarbij ontbreekt het niet aan veel, vaak verrassende verhalen. Met name de reiziger die nieuw is in de wereld van verhalen en storytelling, zal geïnspireerd raken door de heldere uitleg en de vele verhalen. Om zelf aan de slag te gaan, zal hij echter een gids nodig hebben.
Carla Verwijs is managementconsultant met een specialisatie in kennismanagement.
Over Carla Verwijs
Carla Verwijs is managementconsultant met een specialisatie in kennismanagement.