Als jong meisje kreeg de Amerikaanse psychologe Angela Duckworth door haar vader één boodschap ingewreven: ze was geen genie. Ze stond daarin niet alleen. Haar broer en zus vielen in dezelfde categorie, en ondanks een levensweg van Chinese immigrant tot hoogst geplaatste wetenschapper bij chemiereus DuPont, zag haar vader zichzelf evenmin als uitzonderlijk begaafd. Duckworth reageerde op de constante negatieve feedback door zo hard te werken dat ze kon studeren aan de elite-universiteit Harvard. Ze kreeg daarna een internationale beurs voor Oxford, werd aangenomen door het notoir selectieve adviesbureau McKinsey, en schopte het uiteindelijk tot hoogleraar aan de Ivy League University van Pennsylvania.
Duckworth kon het op dat moment nog niet precies duiden, maar ze werd voortgedreven door een combinatie van volharding en passie die ze vandaag de dag omschrijft als ‘grit’. In haar boek De Grit-factor toont ze wetenschappelijk aan hoe deze benadering iedereen tot grote hoogtes kan opstuwen, zelfs degenen die over relatief weinig natuurlijke gaven beschikken. Als het gaat om prestaties blijkt namelijk niet talent, maar uithoudingsvermogen een doorslaggevende rol te spelen. Stug volhouden telt in deze rekensom zelfs voor twee: aanleg maal inspanning leidt tot vaardigheid, en vaardigheid maal inspanning leidt tot succes.
Het belang van de grit-factor wordt in de samenleving echter nog te weinig onderkend, aldus Duckworth. Het idee dat topprestaties voortvloeien uit een aaneenschakeling van talloze zwaarbevochten en prozaïsche deelelementen is een moeilijk te verkopen verhaal. We geloven liever dat genieën van nature in staat zijn tot bovenmenselijke prestaties. Al was het alleen maar om onze eigen tekortkomingen goed te praten: door vast te houden aan de mythe van het aangeboren talent geven we onszelf een excuus om niet te hoeven uitblinken.
Door haar eigen onderzoek te koppelen aan de psychologische inzichten van zwaargewichten als Anders Ericsson, Martin Seligman, Mihaly Csikszentmihalyi en Carol Dweck, maakt Duckworth korte metten met deze smoes. Net als willekeurig welke eigenschap is grit weliswaar voor een deel genetisch bepaald, maar volharding blijkt maar voor 37 procent erfelijk en passie slechts voor een vijfde. Het resterende percentage kunnen we zelf invullen, onder meer door wat Florida State University-professor Anders Ericsson in zijn boek Piek omschrijft als ‘doelbewust trainen’: een vorm van oefening waarin duidelijk gedefinieerde doelstellingen via snelle feedback in kleine stapjes bewerkstelligd worden.
Een andere kernfactor in de grit-benadering is de hoop en verwachting dat we met vallen en opstaan en een rotsvast geloof in onszelf de eigen toekomst kunnen verbeteren. Een dergelijke ‘growth mindset’, die voor het eerst is geïdentificeerd door Stanford-psychologe Carol Dweck, kan eveneens worden aangeleerd. Pessimisten en optimisten hebben dezelfde kans om tegen obstakels aan te lopen, maar waar de eerste groep de schuld legt bij permanente en externe factoren, zoeken positief ingestelde mensen naar specifieke en tijdelijke oorzaken.
Grit wordt ten slotte voortgestuwd door een drang om bij te dragen aan een betere wereld. Het idee dat succesvolle mensen altijd al geweten hebben wat ze met hun leven wilden doen is een fabeltje, aldus Duckworth. Toonbeelden van grit blijken er vaak jaren over hebben gedaan om hun ware passie te ontdekken.
Zelf kostte het Duckworth talloze koerswijzigingen voordat ze pas als dertiger haar professionele motto wist te formuleren als ‘het inzetten van de psychologische wetenschap om kinderen te helpen floreren’. Het leidde niet alleen tot een glansrijke academische carrière, maar leverde haar zelfs een MacArthur Fellowship op, een eerbetoon waarmee Duckworth eindelijk haar vader van repliek kon dienen.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.