Ik was dan ook blij verrast toen mijn oog viel op het boek Veranderen van maatschappelijke organisaties van hoogleraar en adviseur Jaap Boonstra en enkele prominente co-auteurs. Immers, een boek dat in de titel met slechts vier woorden de kern van mijn werk omschrijft moet wel relevant voor mij zijn.
Veranderen van maatschappelijke organisaties is opgesplitst drie delen. In het eerste deel getiteld ‘veranderen als spel’ neemt Jaap Boonstra in samenwerking met enkele ervaren veranderaars ons mee in zijn theoretische inzichten rondom het veranderen van maatschappelijke organisaties. Boonstra hanteert hierbij een model waarin het veranderen van een organisatie wordt gemodelleerd als een spel. Boonstra omschrijft bijvoorbeeld de belanghebbenden in en om een reorganisatie als spelers die spelen in spelpatronen op een speelveld. Voor de invulling van het tweede deel getiteld ‘veranderen als avontuur ’hebben enkele bestuurders van maatschappelijke organisaties de pen opgepakt. Zij beschrijven vanuit hun eigen ervaring een achttal casussen van veranderopgaven bij verschillende maatschappelijke organisaties waaronder een GGZ-instelling, een woningstichting en een onderwijsgroep. In het derde deel ‘werken met het spelmodel’ worden tips en trucs gegeven om het beschreven spelmodel in de praktijk toe te passen.
Als junior-adviseur ben ik altijd op zoek naar praktische kennis en handvatten voor interventies die ik direct in mijn werk kan toepassen. Vanuit deze behoefte stelt het eerste deel van het boek enigszins teleur. Boonstra & Co doen hun uiterste best om alle dimensies van een veranderproces zo volledig mogelijk te beschrijven. Hierdoor raken zij vrijwel alle mogelijke aspecten, actoren, patronen, belangen en contexten die van belang kunnen zijn. Helaas zorgt dit er wel voor dat zij per element niet heel erg de diepte in kunnen gaan. Het resultaat is vaak een opsomming van elementen die vooral nuttig is voor iemand die net in aanraking komt met veranderkunde.
Het tweede deel van het boek vond ik interessanter om te lezen. Dit deel bestaat uit praktijkvoorbeelden van veranderprocessen. Deze voorbeelden vond ik spannend om te lezen. Ze gaven mij inspiratie voor mogelijke risico’s, aanvliegroutes en interventies die van nut kunnen zijn in mijn eigen werk. De wijze waarop de verhalen worden verteld vond ik in enkele gevallen wel wat droog en onpersoonlijk. Daarnaast mist soms een onderbouwing waarom actoren voor een bepaalde interventie gekozen hebben. Dat een interventie tot een bepaald resultaat heeft geleid is interessant, maar als adviseur wil ik vooral ook weten waarom nu juist voor die interventie is gekozen.
Ten slotte is er het derde deel van het boek. Dit was voor mij uiteindelijk het interessantste deel van het boek omdat hier de beschreven theorie en de praktijk uit de casussen samenkomen in een groot aantal concrete adviezen aan de veranderaar. De adviezen volgen duidelijk uit de theorie en worden verduidelijkt met voorbeelden uit de eerder beschreven casussen. Ik vermoed dat onafhankelijk van ervarings- en kennisniveau hier voor iedereen wat nuttigs bijzit.
Conclusie: Veranderen van maatschappelijke organisaties biedt voor ieder wat wils: het biedt theorie, praktijkvoorbeelden en tenslotte adviezen aan de veranderaar. Als organisatiesocioloog vond ik het eerste deel van het boek niet heel interessant om te lezen, maar ik denk dat dit voor studenten die voor het eerst in aanraking komen met veranderkunde wel interessant kan zijn. Ik vond het jammer dat de tips en trucs pas aan het einde van het boek te vinden waren; van mij hadden die wel prominenter aanwezig mogen zijn.