Reeds op de omslag wordt collega – en vriend, zo blijkt uit het voorwoord – Ben Tiggelaar aangehaald, die op zijn beurt dit boek weer laaiend enthousiast aanbeveelt. ‘Amerikaanse dikdoenerij-praktijken!’ denk ik in eerste instantie, maar na slechts enkele pagina’s ben ik verkocht. Het blijkt oer-Hollands ouwe-jongens-krentenbrood te zijn en ik smul ervan.
Na 10 minuten lezen ben ik ineens druk bezig met een lijstje voor mezelf op te stellen om mijn dag effectief in te delen. Zonder dat ik het eigenlijk door had, ben ik aan het werk gezet.
Joël heeft een actieve schrijfstijl waar het enthousiasme vanaf spat. Het is bijna alsof hij naast je zit en het je zelf vertelt. Ik ben onder de indruk van deze vertaling van praktische bevlogenheid naar papier. De opdrachtjes die om de paar paragrafen staan, vallen op natuurlijke wijze samen met wat je net daarvoor gelezen hebt. Hierdoor hoef je je leesflow niet te onderbreken, wat ik bij andere boeken soms hinderlijk vind. Je blijft in het verhaal.
Al vrij vroeg in het boek verklaart Joël de term leiderschap. Je hoeft geen leidinggevende functie te hebben om een leider te kunnen zijn. En dus kan iedereen zijn leiderschapskwaliteiten verder ontwikkelen. Hiervoor biedt hij 14 zogenaamde ‘versnellers’ aan, die elk bedoeld zijn om al die fantastische ideeën over leiderschap echt naar je eigen situatie te vertalen. Geen inspirerende workshop of bijeenkomst, en vervolgens weer gaan doen wat je altijd al deed dus. Je moet geen wonderen verwachten, want zoals hij schrijft ‘er zit een groot verschil tussen wat goede leiders doen, en hoe je een goede leider wordt’. Dat is waar het vaak misloopt: mensen verwachten dat als ze doen wat een ander doet, ze dan ineens ook succesvol zullen zijn. Maar, zo legt Joël uit, je kopieert dan alleen de expressie (een manier van iets bereiken) van een leiderschapsprincipe, en niet de essentie (wat je wilt bereiken). Als je gedrag klakkeloos na-aapt, maar niet de waarde erachter uitdraagt, dan is het een leeg gebaar, en ben je niet authentiek. En zonder visie, zo stelt hij, ben je geen leiding aan het geven, maar alleen maar wat aan het rondhangen. Daarom moet je eerst je richting bepalen, dan actie ondernemen, en zal de groei volgen. Hij laat het zo simpel klinken dat je het direct gelooft en gewoon gaat doen.
(Over authenticiteit heeft hij trouwens ook nog wat te zeggen in hoofdstuk 3: Leer jezelf kennen. ‘Authenticiteit is geen excuus voor eikelgedrag!’, dus geen zo-ben-ik-nu-eenmaal’tjes.)
Op dezelfde manier als pakkende oneliners gemixt worden met een zeer stevige basis in praktische kennis en literatuur (de literatuurlijst is 10 pagina’s lang!), worden ook zijn soms kritische woorden met Hollandse nuchterheid goed afgewisseld. Zo haalt hij Coveys regel ‘first things first’ aan, maar zegt er wel bij dat het soms handiger is om juist second things first te doen. Als er een acute situatie speelt, zoals een presentatie geven, dan pak je dat eerst aan. Terwijl presenteren waarschijnlijk niet op je lijstje belangrijkste dingen zou komen, en dus geen echt first thing is.
Ergens halverwege het boek quote Joël de Stanfordprofessor Bob Sutton, die een sterke mening over managementboeken heeft: ‘90% van alles wat je leest, is bullshit’. Daarom deelt hij diens mening, dat je uit een boek alleen datgene moet halen wat voor jou relevant is. Dat je dus grote stukken mag overslaan. Meestal ben ik het hiermee eens, maar wat betreft Ontwikkel je leiderschap hebben ze het beide mis. Alsof wasmiddelreclames ineens waarheid zijn geworden, is dit boek supergeconcentreerd. Een paar bladzijden en je kunt weer een week vooruit met de inzichten die je opdoet. Het lijkt wel of echt álles relevant is. Als ik al dingen oversla, dan toch zeker geen 90%.
Om al deze gecondenseerde kennis nog makkelijker in de praktijk te kunnen brengen, zit achterin de bijlage ‘ontwikkelplan op een A4’tje’. Deze is tevens voor niets te downloaden op de website die bij het boek hoort, zodat niets je in de weg staat om onmiddellijk een betere leider te worden.
Eigenlijk is alles wat dit boek zo geweldig maakt, ook gelijk het enige minpunt: ik wil het continu als naslagwerk gebruiken en mis een index met zoekwoorden. Met zoveel moois is het nu eenmaal lastig overal een plakkertje tussen de bladzijden te doen.
Ik zou willen zeggen ‘Joël, meer van dit alsjeblieft’, maar voorlopig heb ik nog ruim voldoende aan deze, dus hou ik het bij ‘Joël, bedankt!’
Veerle Kik is opleider klantcontact bij UWV. Zij geeft opleidingen aan nieuwe medewerkers in wetskennis, communicatie en systeemtrainingen. Daarnaast verzorgt zij trainingsdagen communicatie voor ervaren medewerkers door het land.
Over Veerle Blajic-Kik
Veerle Blajic-Kik is opleider klantcontact bij UWV. Zij geeft opleidingen aan nieuwe medewerkers in wetskennis, communicatie en systeemtrainingen. Daarnaast verzorgt zij trainingsdagen communicatie voor ervaren medewerkers door het land.