De arbeidsovereenkomst: een bewerkelijk begrip
Gebonden Nederlands 2022 1e druk 9789013165142Samenvatting
De klassieke definitie van de arbeidsovereenkomst gaat als gevolg van ontwikkelingen als flexibilisering, digitalisering en globalisering niet altijd meer op. Deze publicatie voorziet in een breed en geactualiseerd onderzoek naar de problematiek rondom de kwalificatie van arbeidsrelaties.
De arbeidsovereenkomst wordt in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek (BW) gedefinieerd als ‘de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten’. Deze definitie is sinds de inwerkingtreding van de Wet op de Arbeidsovereenkomst in 1909 nagenoeg gelijk gebleven. Echter, ontwikkelingen als flexibilisering, digitalisering en globalisering leiden ertoe dat dit ‘klassieke’ beeld van de afhankelijke werknemer en de onafhankelijke zelfstandige niet meer altijd opgaat. In de afgelopen decennia is dan ook meermaals discussie gerezen over de wijze waarop arbeidsrelaties worden gekwalificeerd. In hoeverre leidt de oorspronkelijke kwalificatie nog tot een adequate toebedeling van sociaalrechtelijke bescherming?
De arbeidsovereenkomst: een bewerkelijk begrip onderzoekt deze problematiek rondom het onderscheid tussen zelfstandige en onzelfstandige arbeid. De kwestie wordt beschouwd vanuit de beginselen partijautonomie en ongelijkheidscompensatie en wordt ondersteund door omvangrijke jurisprudentieonderzoeken.
De auteur buigt zich over de vraag wanneer een inbreuk op de partijautonomie met een beroep op het beginsel ongelijkheidscompensatie gerechtvaardigd wordt geacht. Daarmee vormt dit onderzoek in wezen een zoektocht naar de ‘ongelijkheid’ in ongelijkheidscompensatie. De lezer wordt meegenomen langs de verschillende relevante aspecten van de kwalificatievraag:
- De parlementaire geschiedenis
- De uitleg van het huidige wettelijk kader in de literatuur
- Het toetsingskader van de Hoge Raad
- De toepassing van het wettelijk kader in de feitenrechtspraak
De titel brengt waardevolle inzichten aan het licht voor arbeidsrechtjuristen. Zo levert het onderzoek een reflectie op het arrest X/Gemeente Amsterdam uit 2020. Ook is een jurisprudentieonderzoek opgenomen waarin 242 uitspraken van feitenrechters zijn betrokken, gewezen tussen 1997 en 2020. Hiermee voorziet de publicatie in een breed en geactualiseerd onderzoek naar de problematiek rondom de kwalificatie van arbeidsrelaties.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van gebruikte afkortingen / XI
HOOFDSTUK 1
Inleiding / 1
1.1 De regulering van werk en de bescherming van werkenden / 1
1.2 Een onderzoek naar de betekenis van partijautonomie en ongelijkheidscompensatie
bij de kwalificatie van de arbeidsrelatie / 3
1.3 Onderzoeksvragen / 4
1.4 Afbakening van het onderzoek / 6
1.5 Onderzoeksmethode / 8
1.6 (Verdere) beperkingen van het onderzoek / 9
HOOFDSTUK 2
Partijautonomie en ongelijkheidscompensatie / 11
2.1 Inleiding / 11
2.2 Contractsvrijheid en partijautonomie / 12
2.2.1 De betekenis van de beginselen contractsvrijheid en partijautonomie / 13
2.2.2 De verhouding tussen de beginselen contractsvrijheid en partijautonomie / 16
2.3 Bescherming en ongelijkheidscompensatie / 17
2.3.1 De betekenis van de beginselen bescherming en ongelijkheidscompensatie / 17
2.3.2 De verhouding tussen de beginselen bescherming en ongelijkheidscompensatie / 21
2.4 Contractsvrijheid en partijautonomie versus bescherming en ongelijkheidscompensatie in het kader van de kwalificatievraag / 22
2.5 Partijautonomie en ongelijkheidscompensatie: beschouwing / 26
HOOFDSTUK 3
De ontwikkeling van het wettelijk kader / 29
3.1 Inleiding / 29
3.2 Het eerste Burgerlijk Wetboek / 29
3.3 De Wet op de Arbeidsovereenkomst / 31
3.3.1 De Wet op de Arbeidsovereenkomst: bescherming van de werknemer als ‘economisch zwakkere’ contractspartij / 32
3.3.2 De arbeidsovereenkomst, overeenkomst van aanneming van werk, en de overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten / 37
3.3.2.1 De arbeidsovereenkomst (artikel 7A:1637a BW) / 38
3.3.2.2 De overeenkomst van aanneming van werk (artikel 7A:1637b BW) / 40
3.3.2.3 De overeenkomsten tot het verrichten van enkele diensten (artikel 7A:1637) / 41
3.3.2.4 Overige bepalingen rondom de kwalificatievraag / 42
3.4 Het Nieuwe Burgerlijk Wetboek / 42
3.4.1 De ontwikkeling van het wettelijk kader inzake de kwalificatievraag in het NBW / 42
3.4.2 De arbeidsovereenkomst, de overeenkomst van aanneming van werk, en de overeenkomst van opdracht / 43
3.4.2.1 De arbeidsovereenkomst (artikel 7:610 BW) / 45
3.4.2.2 De overeenkomst van aanneming van werk (artikel 7:750 BW) / 46
3.4.2.3 De overeenkomst van opdracht (artikel 7:400 BW) / 48
3.4.2.4 Overige bepalingen rondom de kwalificatievraag / 52
3.5 De ontwikkeling van het wettelijk kader inzake de kwalificatie van de arbeidsrelatie: beschouwing / 53
HOOFDSTUK 4
Het wettelijk kader ontleed / 59
4.1 Inleiding / 59
4.2 De arbeidsovereenkomst / 59
4.2.1 Arbeid / 60
4.2.1.1 Productieve arbeidsprestatie / 60
4.2.1.2 Het persoonlijk verrichten van arbeid / 63
4.2.2 Loon / 67
4.2.3 Gezag / 69
4.2.4 Het element ‘gedurende een zekere tijd’ / 75
4.3 De overeenkomst van aanneming van werk / 76
4.3.1 Werk van stoffelijke aard / 76
4.3.2 Prijs in geld / 77
4.3.3 Geen gezag / 77
4.4 De overeenkomst van opdracht / 78
4.4.1 Werkzaamheden / 78
4.4.2 Loon / 80
4.4.3 Geen gezag / 80
4.5 De arbeidsovereenkomst, overeenkomst van aanneming van werk en overeenkomst van opdracht: beschouwing / 82
HOOFDSTUK 5
De kwalificatie van de arbeidsrelatie in de rechtspraak van de Hoge Raad / 87
5.1 Inleiding / 87
5.2 Groen/Schoevers (1997) en X/Gemeente Amsterdam (2020) / 88
5.3 De ‘tweefasentoets’ / 92
5.4 Een zoektocht naar de werkelijke partijbedoeling / 94
5.4.1 De partijbedoeling en de feitelijke uitvoering tot X/Gemeente Amsterdam / 95
5.4.2 De partijbedoeling en de feitelijke uitvoering na X/Gemeente Amsterdam / 100
5.4.2.1 De rol van de op de kwalificatie gerichte partijbedoeling / 101
5.4.2.2 De rol van de partijbedoeling in brede zin / 106
5.5 De maatschappelijke positie van partijen / 109
5.5.1 De maatschappelijke positie van partijen tot X/Gemeente Amsterdam / 109
5.5.2 De maatschappelijke positie van partijen na X/Gemeente Amsterdam / 111
5.6 De ‘holistische benadering’ / 113
5.6.1 De ontwikkeling van het begrip ‘holistische benadering’ / 113
5.6.2 De ‘holistische benadering’ na X/Gemeente Amsterdam / 116
5.7 De kwalificatie van de arbeidsrelatie in de rechtspraak van de Hoge Raad: beschouwing / 118
HOOFDSTUK 6
De kwalificatie van de arbeidsrelatie in de lagere rechtspraak / 121
6.1 Inleiding / 121
6.2 Methode / 122
6.3 Overzicht kwantitatieve gegevens / 124
6.4 Kwalitatieve analyse / 125
6.4.1 Partijautonomie / 126
6.4.2 Ongelijkheidscompensatie / 132
6.4.3 De rol van de op de kwalificatie gerichte partijbedoeling / 144
6.5 ‘The proof is in the pudding’ / 151
6.5.1 De tweefasentoets / 151
6.5.2 De Haviltex-maatstaf / 153
6.5.3 De rol van de (resterende) partijbedoeling / 154
6.5.4 Resumé / 157
6.6 De kwalificatie van de arbeidsrelatie in de lagere rechtspraak: beschouwing / 157
HOOFDSTUK 7
De kwalificatie van de arbeidsrelatie in het socialezekerheidsrecht, fiscaal recht en
EU-recht / 161
7.1 Inleiding / 161
7.2 De kwalificatie van de arbeidsrelatie in het socialezekerheidsrecht en fiscaal
recht / 162
7.2.1 De privaatrechtelijke dienstbetrekking / 163
7.2.1.1 Procedurele en materiële verschillen / 163
7.2.1.2 Het begrip ‘privaatrechtelijke dienstbetrekking’ nader toegelicht / 167
7.2.1.3 Zekerheid vooraf over de kwalificatie van de arbeidsrelatie / 173
7.2.2 Uitbreidingen en beperkingen van de personele werkingssfeer / 178
7.2.3 De kwalificatie van de arbeidsrelatie in het socialezekerheidsrecht en fiscaal recht: beschouwing / 182
7.3 De kwalificatie van de arbeidsrelatie in het EU-recht / 185
7.3.1 Het Unierechtelijke werknemersbegrip in het VWEU / 186
7.3.1.1 Intermezzo: het Unierechtelijke werknemersbegrip in het licht van het mededingingsrecht / 188
7.3.2 Het Unierechtelijke werknemersbegrip in het licht van enkele richtlijnen / 190
7.3.3 De kwalificatie van de arbeidsrelatie in het EU-recht: beschouwing / 194
7.4 De kwalificatie van de arbeidsrelatie in het socialezekerheidsrecht, fiscaal recht, en EU-recht: beschouwing / 195
HOOFDSTUK 8
Slotbeschouwing / 197
8.1 Inleiding / 197
8.2 De beginselen partijautonomie en ongelijkheidscompensatie / 197
8.3 De totstandkoming van het wettelijk kader: welke werkenden zijn ongelijk? / 198
8.4 De kwalificatie van de arbeidsrelatie in de rechtspraak / 199
8.5 Het toetsingskader in beweging / 200
8.6 De beginselen partijautonomie en ongelijkheidscompensatie bij de kwalificatie
van arbeidsrelaties / 203
8.7 Een blik vooruit / 204
8.8 Tot slot / 209
Samenvatting / 211
Summary / 219
Literatuur / 225
Rechtspraak / 253
Lijst van gebruikte afkortingen
LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN
ATW Arbeidstijdenwet
BBA Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945
BW Burgerlijk Wetboek
cao Collectieve arbeidsovereenkomst
CRvB Centrale Raad van Beroep
HR Hoge Raad
HvJ EU Hof van Justitie van de Europese Unie
Ktr. Kantonrechter
Mw Mededingingswet
Rb. Rechtbank
r.o. Rechtsoverweging(en)
SER Sociaal-Economische Raad
VAR Verklaring Arbeidsrelatie
VWEU Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
WAB Wet Arbeidsmarkt in Balans
WAO Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering
WAZ Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen
WAZO Wet Arbeid en Zorg
Wet AVV Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren
van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten
Wet BGL Wet invoering Beschikking geen Loonheffingen
Wet DBA Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties
Wet CAO Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst
Wet IB 2001 Wet op de Inkomstenbelasting 2001
Wet LB 1964 Wet op de Loonbelastingen 1964
WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
Wfsv Wet financiering sociale verzekeringen
WFZ Wet Flexibiliteit en Zekerheid
WML Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag
WW Werkloosheidswet
WWB Wet Werk en Bijstand
WWZ Wet Werk en Zekerheid
ZW Ziektewet
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan