F.J.L. Pennings is hoogleraar Internationaal socialezekerheidsrecht aan de Universiteit van Tilburg en de Universiteit van Utrecht.
Meer over Frans PenningsEuropees socialezekerheidsrecht
Paperback Nederlands 2022 8e druk 9789013168617Samenvatting
De Verordening 883/2004 krijgt een steeds grotere invloed op nationale socialezekerheidsstelsels. De vernieuwde druk van deze uitgave geeft een geactualiseerd overzicht van wetgeving en jurisprudentie, ondersteund met concrete voorbeelden. Deze opzet maakt de titel zowel geschikt voor het onderwijs, als voor professionals die een actuele inleiding tot dit rechtsgebied zoeken.
In 2010 is Verordening 883/2004 voor de coördinatie van sociale zekerheid in werking getreden. Deze verordening heeft diverse belangrijke vernieuwingen met zich meegebracht, zoals de uitbreiding van de personenkring en vereenvoudiging en wijziging van de aanwijsregels.
De uitgave Europees socialezekerheidsrecht maakt de systematiek van de verordening duidelijk, volop ondersteund met voorbeelden die de effecten van de regels verduidelijken. Er zijn geen andere actuele handboeken verkrijgbaar die de systematiek van de verordening zo compleet en toegankelijk in kaart brengen. Hiermee vormt de titel een waardevolle informatiebron voor zowel degenen die nog onbekend zijn met het rechtsterrein als voor gevorderden.
Sinds 2010 zijn er tal van belangrijke arresten van het Hof van Justitie gewezen. De actuele jurisprudentie wordt in deze vernieuwde druk systematisch beschreven. Dit gebeurt mede in het licht van andere EU-instrumenten, zoals Richtlijn 2004/38 en het EU Handvest van Fundamentele Rechten.
Daarnaast komt het in december 2016 gepubliceerde voorstel van de Europese Commissie voor een ingrijpende herziening van verschillende hoofdstukken van de verordening aan bod. De voorstellen voor herziening komen daarbij uitgebreid aan de orde, evenals de achtergronden ervan en het bij de voorstellen verstrekte materiaal over de toepassing van de coördinatiebepalingen. Zo krijgt de lezer een volwaardig beeld van de recente en op handen zijnde ontwikkelingen omtrent Verordening 883/2004 voor de coördinatie van sociale zekerheid.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van afkortingen / XVII
DEEL I COÖRDINATIE VAN SOCIALE ZEKERHEID
HOOFDSTUK 1
Inleiding: waarom is coördinatie nodig? / 3
1.1 Inleiding / 3
1.2 Het territorialiteitsbeginsel / 4
1.3 Wat is coördinatie? / 6
1.4 Wat is harmonisatie? / 7
1.5 Taken van een coördinatieregeling / 9
1.5.1 Voorkomen van wetsconflicten / 9
1.5.2 Verbod van discriminatie op basis van nationaliteit / 10
1.5.3 Export van uitkeringen / 12
1.5.4 Herstel van breuken in de opbouw van rechten / 12
HOOFDSTUK 2
Rechtsgrond voor en context van de coördinatieverordening / 13
2.1 De procedure om een coördinatieverordening aan te nemen / 13
2.2 Het Hof van Justitie / 14
2.3 De rechtsgrond voor de coördinatieverordening / 15
2.4 Kan artikel 48 VWEU direct van toepassing zijn in coördinatiezaken? / 18
2.5 Een korte geschiedenis van de coördinatieverordeningen / 19
2.6 De in 2016 voorgestelde herziening van verordening 883/2004 / 21
2.7 De structuur van verordening 883/2004 / 22
2.8 Coördinatieregelingen van andere organisaties dan de EU / 24
2.8.1 Coördinatieverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie / 24
2.8.2 Regelingen van de Raad van Europa / 25
HOOFDSTUK 3
Toepassingsvoorwaarden: grensoverschrijdende situatie en territoriale werkingssfeer / 27
3.1 Inleiding / 27
3.2 De feiten van de zaak mogen niet zijn beperkt tot één enkele lidstaat / 27
3.3 De territoriale werkingssfeer van de verordening / 29
3.4 Nationale regelingen die betrekking hebben op gebieden buiten de EU / 30
3.5 Toepasselijkheid op continentaal plat / 31
3.6 Aanwijsregels en personen werkzaam buiten het grondgebied van de EU / 31
HOOFDSTUK 4
De personele werkingssfeer van verordening 883/2004 / 33
4.1 Algemeen / 33
4.2 Een historisch overzicht van de personenkring van verordeningen 3 en 1408/71 / 33
4.3 De personenkring van verordening 883/2004 / 36
4.3.1 Inleiding / 36
4.3.2 De voorwaarde dat de wetgeving van toepassing moet zijn of geweest zijn / 37
4.3.3 De nationaliteitseis / 37
4.3.4 Staatlozen en vluchtelingen / 38
4.4 Derdelandonderdanen en de coördinatieverordening / 39
4.4.1 Algemeen / 39
4.4.2 De situatie mag niet geheel in de interne sfeer van een enkele lidstaat liggen / 41
4.4.3 Legaal verblijf in een lidstaat / 42
4.4.4 Tot slot / 43
4.5 Gezinsleden en nagelaten betrekkingen / 43
HOOFDSTUK 5
De materiële werkingssfeer van verordening 883/2004 / 47
5.1 Inleiding / 47
5.2 Het begrip ‘wettelijke regelingen’ en de uitsluiting van contractuele regelingen / 48
5.3 De kwalificatie van uitkeringen / 50
5.3.1 Inleiding: een beperkte materiële werkingssfeer / 50
5.3.2 De criteria om uitkeringen te kwalificeren / 51
5.3.3 De verhouding tussen een uitkering en de wettelijke regeling waarin ze voorkomt / 53
5.3.4 Belastingen en de coördinatieverordening / 54
5.3.5 Werkgeversverplichtingen en de verordening / 56
5.4 Schadeloosheidsstellingen voor aan personen toegebrachte schade / 57
5.5 Sociale en medische bijstand / 58
5.6 De bijzondere non-contributieve uitkeringen / 62
5.6.1 De bepalingen die van toepassing zijn op de bijzondere non-contributieve uitkeringen / 62
5.6.2 De betekenis van de term ‘wonen’ / 64
5.6.3 Wanneer is een uitkering een bijzondere non-contributieve uitkering? / 64
5.6.4 De herziening van de bijlage als reactie op het Leclere-arrest / 66
5.6.5 Een beroep op een non-contributieve uitkering en verblijfsrechten / 67
5.6.6 Niet-exporteerbaarheid van bijzondere non-contributieve uitkeringen en het recht op vrij verkeer / 67
HOOFDSTUK 6
De aanwijsregels van verordening 883/2004 / 71
6.1 Inleiding / 71
6.2 De hoofdkenmerken van de aanwijsregels / 72
6.2.1 Het werklandbeginsel / 72
6.2.2 De exclusieve werking van de aanwijsregels / 73
6.2.3 Aanwijsregels en toegang tot het aangewezen stelsel / 75
6.2.4 De onontkoombaarheid van de aanwijsregels / 79
6.2.5 De vrijheid of verplichting van de niet-bevoegde staat om uitkering te betalen / 80
6.2.6 Aanwijsregels en premieheffing / 80
6.2.7 Speciale aanwijsregels voor specifieke uitkeringen / 81
6.3 De aanwijsregels voor personen die in één lidstaat werkzaam zijn / 81
6.4 De aanwijsregels voor uitkeringsontvangers / 83
6.5 De aanwijsregels voor werklozen die uitkering ontvangen ex artikel 65 / 83
6.6 De aanwijsregels voor de overige categorieën / 84
6.6.1 Algemeen / 84
6.6.2 Economisch niet-actieven / 84
6.6.3 Personen die buiten de EU werkzaam zijn / 85
6.7 De aanwijsregels voor personen die tegelijkertijd in twee of meer lidstaten werkzaam zijn / 86
6.7.1 Werken in loondienst in meer dan één lidstaat / 87
6.7.2 Werken anders dan in loondienst in meer dan één lidstaat / 95
6.7.3 Werken in de ene lidstaat in loondienst en in de andere lidstaat als zelfstandige / 96
6.7.4 Informatieverstrekking / 98
6.8 De conflictregels voor ambtenaren die in twee lidstaten werken / 98
6.9 De aanwijsregels voor de bijzondere non-contributieve uitkeringen / 99
6.10 Coördinatie van verplichte en vrijwillige verzekeringen / 99
6.11 Procedure in geval van geschillen / 100
6.12 Artikel 16-overeenkomsten / 101
HOOFDSTUK 7
Detachering / 105
7.1 Algemeen / 105
7.2 Detachering van werknemers / 106
7.2.1 Voorwaarden voor toepassing van de detacheringsbepalingen / 106
7.2.2 De betekenis van de detacheringsverklaring en de benadering van fraude / 114
7.3 Detachering van zelfstandigen / 119
7.4 Detachering van derdelanders / 121
7.5 De grenslijn tussen detachering en het gelijktijdig werken in twee landen / 121
7.6 Overeenkomsten op basis van artikel 16 / 122
HOOFDSTUK 8
De algemene non-discriminatie-, gelijkstellings-, samentellings- en woonplaatsbepalingen van verordening 883/2004 / 123
8.1 Inleiding / 123
8.2 Gelijke behandeling (artikel 4 verordening 883/2004) / 124
8.3 Gelijkstelling van prestaties, inkomsten, feiten en gebeurtenissen (artikel 5) / 128
8.4 Opheffing van woonplaatseisen (artikel 7) / 131
8.5 Samentelling van tijdvakken (artikel 6) / 131
8.6 De anticumulatiebepalingen / 132
HOOFDSTUK 9
Artikel 45 VWEU en verordening 492/2011 / 135
9.1 Inleiding / 135
9.2 Artikel 45 VWEU: het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit / 135
9.2.1 De verordening mag niet in strijd zijn met artikel 45 VWEU / 135
9.2.2 Artikel 45 kan zelfstandig ingeroepen worden / 137
9.2.3 Ook nationale bepaling in overeenstemming met de verordening moet worden uitgelegd in het licht van het verdrag / 138
9.3 Artikel 45 VWEU en het verbod van belemmeringen voor het vrij verkeer / 139
9.4 Verordening 492/2011 / 140
9.4.1 Algemeen / 140
9.4.2 De personele werkingssfeer / 141
9.4.3 De materiële werkingssfeer / 148
9.4.4 Het discriminatieverbod van artikel 7 / 149
9.5 De relatie tussen verordeningen 883/2004 en 492/2011 / 154
9.6 Artikel 49 VWEU en de gelijke behandeling van zelfstandigen / 155
HOOFDSTUK 10
EU-burgerschap, vrij verkeer en gelijke behandeling / 157
10.1 Algemeen / 157
10.2 De jurisprudentie over de burgerschapsbepalingen vóór richtlijn 2004/38 / 159
10.2.1 Algemeen / 159
10.2.2 Het effect van het beroep op bijstand op verblijfsrechten / 159
10.2.3 Objectieve rechtvaardigingsgronden bij ongelijke behandeling op grond van nationaliteit / 160
10.3 Richtlijn 2004/38 / 162
10.4 Personen gedurende de eerste drie maanden van verblijf (artikel 6) / 165
10.5 Gelijke behandeling van ex-werknemers en -zelfstandigen (artikel 7) / 166
10.6 Gelijke behandeling en toegang tot bijstand / 167
10.6.1 Inleiding / 167
10.6.2 Individuele of collectieve toets aan ‘onredelijke’ belasting voor het bijstandsstelsel? / 169
10.6.3 Relevantie voor andere uitkeringen dan bijstandsuitkeringen / 171
10.7 De voorwaarde van een volledig dekkende ziektekostenverzekering / 172
10.8 Personen die hun verblijfsrecht niet aan richtlijn 2004/38 ontlenen / 172
10.9 Personen die een verblijfsrecht aan nationaal recht ontlenen / 173
10.10 Het voorstel voor herziening van verordening 883/2004 / 175
10.11 Samenvattende bespreking van richtlijn 2004/38 / 176
10.12 Europees burgerschap en het vrij verkeer / 178
10.12.1 Woonplaatseisen in het licht van artikel 21 VWEU / 178
10.12.2 Werkloosheidsuitkeringen en het vrij verkeer van burgers / 180
10.13 Kan artikel 21 VWEU de negatieve gevolgen van het gebruik van het recht op vrij verkeer wegnemen? / 181
10.14 Overzicht van de relatie tussen verordeningen 883/2004 en 492/2011 en artikel
18 VWEU / 182
HOOFDSTUK 11
Prestaties bij ziekte / 183
11.1 Het begrip ‘prestaties bij ziekte’ / 183
11.1.1 Het onderscheid tussen ziekte- en andere uitkeringen / 183
11.1.2 Zorguitkeringen / 184
11.1.3 Het onderscheid tussen uitkeringen en verstrekkingen / 186
11.1.4 Verplichte werkgeversbetalingen bij ziekte / 187
11.1.5 De regelingen tussen de lidstaten voor compensatie van kosten / 187
11.2 Uitkeringen / 188
11.2.1 Samentellingsregels / 188
11.2.2 Uitkeringen kunnen worden geëxporteerd / 188
11.2.3 Aanvraag- en controleprocedures / 188
11.3 Verstrekkingen voor personen die niet wonen in de bevoegde staat / 191
11.3.1 Verstrekkingen worden verstrekt in de woonstaat / 191
11.3.2 Personen die niet wonen in de bevoegde staat / 191
11.3.3 Gezinsleden van grensarbeiders / 193
11.3.4 Gepensioneerde grensarbeiders / 193
11.3.5 De relatie tussen onafhankelijke en afgeleide rechten / 194
11.3.6 Verstrekkingen voor gepensioneerden en hun gezinsleden / 195
11.4 Zorguitkeringen / 199
11.4.1 De coördinatie in geval van overlapping van verstrekkingen en uitkeringen / 199
11.4.2 Het bijzondere karakter van zorguitkeringen / 200
11.4.3 De voorgestelde herziening van de verordening / 201
11.5 Verstrekkingen die noodzakelijk worden tijdens verblijf buiten de bevoegde staat / 202
11.6 Geplande zorg buiten de bevoegde staat / 203
11.6.1 Geplande zorg en toestemming van het bevoegd orgaan / 203
11.6.2 Toetsing van weigering van toestemming / 205
11.7 Ontvangen geplande zorg op basis van artikel 56 VWEU / 209
11.7.1 De Kohll en Decker-jurisprudentie / 209
11.7.2 Toepasselijkheid van de Kohll en Decker-jurisprudentie op ziekenhuizen / 211
11.7.3 Extramurale zorg / 213
11.7.4 Het niveau van de terugbetaling en de reis- en verblijfkosten / 215
11.8 De richtlijn voor patiëntenrechten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg / 217
11.8.1 Inleiding / 217
11.8.2 Terugbetaling volgens de richtlijn / 218
11.8.3 Het stelsel van toestemmingsvoorwaarden / 218
HOOFDSTUK 12
Ouderdoms- en nabestaandenpensioenen / 221
12.1 Inleiding / 221
12.2 Samentelling van tijdvakken / 223
12.3 Berekening van de hoogte van de uitkering / 224
12.3.1 Berekening van de autonome uitkering / 224
12.3.2 De pro rata-uitkering / 224
12.3.3 Vergelijking van de autonome en de pro rata-uitkeringen / 226
12.4 De geschiedenis van de verordeningsanticumulatiebepalingen: het Petroniarrest / 226
12.5 De huidige anticumulatiebepalingen / 228
12.5.1 Inleiding / 228
12.5.2 Algemene beginselen / 229
12.5.3 Samenloop van uitkeringen van dezelfde aard / 230
12.5.4 Samenloop van uitkeringen van verschillende aard / 231
12.6 Minimumpensioenen / 232
12.7 Herberekening van uitkeringen / 232
12.8 Perioden vervuld vóór de inwerkingtreding van de verordening / 233
12.9 De relatie tussen internationale verdragen en de coördinatie van langlopende uitkeringen / 233
12.10 De coördinatie van niet-wettelijke pensioenen / 234
12.10.1 Algemeen / 234
12.10.2 Richtlijn 98/49 betreffende de bescherming van aanvullende pensioenen / 235
12.10.3 De Richtlijn betreffende meeneembaarheid aanvullende pensioenen / 236
12.10.4 Toepassing van art. 45 VWEU op vervaltermijnen in aanvullende pensioenen / 237
HOOFDSTUK 13
Invaliditeitspensioenen / 239
13.1 Inleiding / 239
13.2 Samentellingsregels / 241
13.3 Personen die uitsluitend onderworpen zijn geweest aan A-wetgevingen / 241
13.4 Personen die onderworpen zijn geweest aan ten minste een B-wetgeving / 242
13.4.1 Vaststellen van de arbeidsongeschiktheid / 242
13.4.2 De controlebepalingen / 243
13.4.3 De verzekeringsfictie / 243
13.4.4 Berekening van de hoogte van de uitkeringen / 244
13.5 Herberekening van uitkeringen / 246
13.6 Omzetting van invaliditeitsuitkeringen in ouderdomsuitkeringen / 247
13.7 Het probleem van de verschillen in wachtperioden / 247
13.8 Prestaties bij beroepsongevallen en beroepsziekten / 249
13.9 Speciale non-contributieve invaliditeitsuitkeringen / 251
HOOFDSTUK 14
Gezinsbijslagen / 253
14.1 De term ‘gezinsbijslagen’ / 253
14.2 Samentelling van tijdvakken / 255
14.3 Export van gezinsbijslagen / 256
14.3.1 Algemeen / 256
14.3.2 De hoogte van te exporteren gezinsbijslag: werkland- of woonlandniveau? / 257
14.4 Prioriteitsregels als beide ouders recht op kinderbijslag hebben / 259
14.4.1 Inleiding / 259
14.4.2 Aanvullende toeslagen na toepassing van de prioriteitsregels / 262
14.4.3 Het voorstel voor herziening van de verordening / 264
14.5 Ouderschapsuitkeringen / 265
HOOFDSTUK 15
Werkloosheidsuitkeringen / 269
15.1 De term ‘werkloosheidsuitkeringen’ / 269
15.2 Coördinatieregels voor werkloosheidsuitkeringen die afwijken van de algemene coördinatieregels / 271
15.3 De samentellingsbepalingen / 271
15.3.1 Welke perioden moeten worden samengeteld? / 272
15.3.2 Wanneer is samentelling mogelijk? / 274
15.4 Werklozen die in een andere dan de bevoegde staat wonen / 277
15.4.1 Grensarbeiders / 277
15.4.2 Niet-grensarbeiders die niet wonen in de bevoegde staat / 279
15.4.3 De Miethe-jurisprudentie / 280
15.4.4 Het voorstel voor herziening / 281
15.4.5 Gedeeltelijk werklozen / 283
15.5 De berekening van de werkloosheidsuitkeringen / 284
15.6 Export van werkloosheidsuitkeringen / 285
15.6.1 De voorwaarden voor export / 285
15.6.2 Enige cijfers over de export van uitkeringen / 285
15.6.3 De maximumduur van de export / 287
HOOFDSTUK 16
Nadelige effecten van verschillen tussen stelsels die niet door coördinatie worden weggenomen / 293
16.1 Inleiding / 293
16.2 De verplichtingen van lidstaten om de gevolgen van niet op elkaar afgestemde nationale regels te reageren / 293
16.2.1 Het Leyman-arrest / 293
16.2.2 Het Vester-arrest / 296
16.3 Benaderingen als verzekerden fouten maken / 297
16.4 Coördinatie en het verschil tussen klassieke en nieuwe uitkeringen / 299
16.5 Niet-verzekerd in de werkstaat en onttrokken aan woonplaatsstelsel / 300
16.6 Conclusies over de jurisprudentie over nadelige effecten van de coördinatie / 306
16.7 Socialezekerheids- en belastingcoördinatie / 307
16.7.1 Inleiding / 307
16.7.2 Personen die in een andere dan de woonstaat werken / 308
16.7.3 Grensarbeiders / 309
16.7.4 Detachering / 310
16.7.5 Personen die tegelijkertijd in twee staten werken / 311
16.7.6 Samenvatting / 312
HOOFDSTUK 17
De verhouding van de coördinatieverordening tot andere verdragen / 315
17.1 Inleiding / 315
17.2 Inbreuken van de verordening op socialezekerheidsvoordelen verworven op basis
van verdragen / 316
HOOFDSTUK 18
Associatieverdragen met derde landen en de positie van EU-ambtenaren / 321
18.1 Inleiding / 321
18.2 De Euro-Mediterrane Associatieovereenkomsten / 322
18.3 Besluit 3/80 van de Associatieraad EEG-Turkije / 324
18.4 De positie van het Verenigd Koninkrijk / 328
18.5 Ambtenaren van Europese instellingen / 330
DEEL II SOCIALE POLITIEK
HOOFDSTUK 19
Gelijke behandeling en sociale zekerheid / 335
19.1 Inleiding / 335
19.2 De niet-wettelijke sociale zekerheid / 335
19.2.1 Achtergrond en werkingssfeer van artikel 157 VWEU / 335
19.2.2 Pensioenen van deeltijders en artikel 157 VWEU / 337
19.2.3 Pensioenen en deeltijders en Richtlijn 97/81 / 338
19.2.4 Verschillen in pensioenleeftijd en artikel 157 VWEU / 338
19.2.5 Geslachtsverandering en artikel 157 VWEU / 339
19.2.6 Richtlijn 2006/54 / 339
19.2.7 Richtlijn 2000/78: discriminatie op andere gronden / 342
19.2.8 Horizontaal effect van het gelijkebehandelingsbeginsel / 344
19.3 De wettelijke sociale zekerheid / 345
19.3.1 Achtergrond en werking van Richtlijn 79/7 / 345
19.3.2 De personele werkingssfeer van richtlijn 79/7 / 345
19.3.3 De materiële werkingssfeer van richtlijn 79/7 / 347
19.3.4 Het verbod van discriminatie in richtlijn 79/7 / 348
19.4 Gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen / 360
19.5 De invloed van het Handvest van Grondrechten / 360
HOOFDSTUK 20
Instrumenten van sociale politiek van de EU / 361
20.1 Bronnen voor instrumenten voor sociale politiek / 361
20.2 De bevoegdheden van de EU om maatregelen van sociale politiek te nemen / 363
20.3 De Open Methode van Coördinatie / 364
20.4 Het EU-Handvest van fundamentele Rechten / 367
20.4.1 Algemeen / 367
20.4.2 Voorwaarden voor toepasselijkheid van het Handvest / 368
20.4.3 Voorbeeld van toepassing Handvest / 370
20.4.4 Beroep op het Handvest in geschillen tussen particulieren / 373
20.5 De Europese pijler van sociale rechten / 374
Jurisprudentie / 377
Literatuur / 389
Jurisprudentieregister / 405
Zaakregister / 413
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan