De Vereniging voor Milieurecht organiseerde op 15 mei 2009 een congres getiteld 'Europees milieurecht in de Lage Landen' in samenwerking met de Vlaamse Vereniging voor Omgevingsrecht en de Nederlandse Vereniging voor Europees Recht. Tijdens het congres is gesproken over de wijze waarop de nationale wetgeving door Europese kaders wordt bepaald, maar dat er niet altijd sprake is van uniformiteit bij de implementatie van de Europese wetgeving. Rechtspraak en rechtspraktijk blijken zeer van elkaar te verschillen.
In het ochtendgedeelte bespraken prof. dr. Ch. W. Backes (Universiteit Maastricht) en mr. J. Bouckaert (Advocaat Stibbe) de verschillen in de (milieu)rechtspraak en rechtspraktijk in de Lage Landen versus de uniforme Europese regelgeving met de focus op lucht en water.In het tweede deel bespraken mr. D.J.M. de Grave (Ministerie van Buitenlandse Zaken) en mr. H. Descamps (Europese Commissie, DGM) de recente rechtspraak over artikel 95 EG, dat lidstaten de ruimte geeft strengere wetgeving op te maken. Met name is ingegaan op het arrest over de Nederlandse roetfilterbeschikking van de Commissie.
De heren mr. dr. H.H.B. Vedder (Rijksuniversiteit Groningen)en prof.dr. G. van Calster (Katholieke Universiteit Leuven) bespraken de relatie tussen nationale milieumaatregelen en het vrije verkeer van goederen (artikelen 28-30 EG). Hierbij gaat het vooral om gebruiksbeperkingen voor producten voor de interne markt.
Tijdens het laatste blok is gesproken over de rechtstreekse werking van (milieu)richtlijnen. Daarbij werd besproken wat burgers of milieuverenigingen kunnen vragen van de rechter op basis van rechtstreeks werkende bepalingen uit milieurichtlijnen. De inleidingen van de sprekers en het verslag van de plenaire discussie zijn opgenomen in deze bundel.
