Belastingrecht voor Bachelors en Masters Theorieboek 2023-2024

Voorwoord V

1 Algemene inleiding 1
1.1 Doel van belastingheffing 2
1.2 Plaats van het belastingrecht 3
1.2.1 Publiekrecht – privaatrecht 3
1.2.2 Plaats binnen de wetten 4
1.2.3 Materieel recht – formeel recht 4
1.3 Soorten belastingen 4
1.3.1 Inleiding 4
1.3.2 Wetgeving voor centrale overheid en lagere overheden 5
1.3.3 Directe en indirecte belastingen 5
1.3.4 Tijdstip- en tijdvakbelastingen 5
1.3.5 Aanslag- en aangiftebelastingen 5
1.3.6 Subjectieve en objectieve belastingen 6
1.4 Beginselen in het belastingrecht 7
1.5 Vindplaatsen in het belastingrecht 8
1.5.1 Wetgeving 8
1.5.2 Uitvoeringsregelingen en -besluiten 9
1.5.3 Europese richtlijnen 10
1.5.4 Besluiten 10
1.5.5 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur 10
1.5.6 Rechtspraak (jurisprudentie) 11
1.6 Partijen binnen het belastingrecht 12
1.6.1 Wetgever 12
1.6.2 Belastingdienst 13
1.6.3 Belastingplichtige 15
1.6.4 Belastingadviseur 16
1.6.5 Belastingrechter 16
1.7 Internationalisatie 17

2 Loonbelasting 19
2.1 Inleiding 20
2.2 Dienstbetrekking 21
2.2.1 Inleiding 21
2.2.2 Privaatrechtelijke dienstbetrekking 21
2.2.3 Publiekrechtelijke dienstbetrekking 23
2.2.4 Fictieve dienstbetrekking 24
2.2.5 Oneigenlijke dienstbetrekking 27
2.2.6 Huispersoneel 27
2.2.7 Tegenwoordige en vroegere dienstbetrekking 28
2.3 Inhoudingsplichtige 28
2.3.1 Inleiding 28
2.3.2 Inhoudingsplicht bij echte dienstbetrekkingen 29
2.3.3 Inhoudingsplicht bij fictieve dienstbetrekkingen 30
2.3.4 Geen inhoudingsplicht 30
2.3.5 Samenhangende groep inhoudingsplichtigen 32
2.4 Loon 32
2.4.1 Inleiding 32
2.4.2 Belastbaar loon 32
2.4.3 Loon 32
2.4.4 Tabelloon 33
2.4.5 Loon in geld 34
2.4.6 Loon in natura 34
2.4.7 Aanspraken 38
2.4.8 Fooien 39
2.4.9 Auto van de zaak 40
2.4.10 Fiets van de zaak 44
2.4.11 Aandelenoptierechten 44
2.4.12 Gebruikelijk loon 45
2.5 Vrijstellingen 47
2.5.1 Inleiding 47
2.5.2 Vrijstellingen 47
2.6 Pensioen 48
2.6.1 Inleiding 48
2.6.2 Pensioenregeling 49
2.6.3 Pensioenstelsels 49
2.6.4 Pensioenuitkeringen 50
2.6.5 Pensioenopbouw 51
2.6.6 Pensioenverzekeraar 53
2.6.7 Pensioen in eigen beheer 53
2.6.8 Oneigenlijke handelingen 54
2.7 Verschuldigde loonbelasting 54
2.7.1 Inleiding 54
2.7.2 Tarief 55
2.7.3 Loonheffingskorting 56
2.7.4 Loonbelastingtabellen 58
2.8 Moment van heffing 60
2.8.1 Inleiding 60
2.8.2 Afdracht op aangifte 61
2.9 Administratieve verplichtingen 62
2.9.1 Inleiding 62
2.9.2 Verplichtingen inhoudingsplichtige 62
2.9.3 Verplichtingen werknemer 64
2.9.4 Identificatieplicht 65
2.9.5 Fictieve diensttijd 66
2.10 Inhoudingsplichtige als belastingplichtige 66
2.10.1 Inleiding 66
2.10.2 Eindheffing toepassen 67
2.10.3 Gerichte vrijstellingen 68
2.10.4 Vrije ruimte 73
2.10.5 Pseudo-eindheffingen 75
2.11 Tarief 76
2.12 Naheffing van loonbelasting 77
2.12.1 Inleiding 77
2.12.2 Directe brutering 77
2.12.3 Indirecte brutering 77
2.12.4 Achterwege laten brutering 78
2.13 Uniform heffingsloon en premies werknemersverzekeringen 78
2.14 Loonberekening 79

3 Raamwerk Wet IB 83
3.1 Inleiding 84
3.2 Belastingplicht 84
3.2.1 Inleiding 84
3.2.2 Invloed belastingverdragen 84
3.2.3 Woonplaats 85
3.3 Inkomen en tarieven 86
3.3.1 Inleiding 86
3.3.2 Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning 87
3.3.3 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 89
3.3.4 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 89
3.3.5 Verzamelinkomen 90
3.4 Heffingskortingen 90
3.4.1 Inleiding 90
3.4.2 Elementen van de heffingskorting 91
3.4.3 Overzicht van de heffingskortingen 95
3.5 Toerekeningsregels 96
3.5.1 Inleiding 96
3.5.2 Toerekening inkomen aan boxen 96
3.5.3 Toerekening inkomen minderjarig kind 98
3.5.4 Toerekening inkomen fiscale partners 99
3.5.5 Toerekening Afgezonderd Particulier Vermogen 100
3.6 Fiscaal partnerschap 101
3.7 Wijze van heffing 103
3.7.1 Inleiding 103
3.7.2 Voorheffingen 104
3.7.3 Voorlopige teruggaaf 105
3.7.4 Wel of geen aanslag 105
3.7.5 Codering aanslagen 107
3.7.6 Middeling 107
3.8 Toeslagen 108

4 Box 1: winst uit onderneming 109
4.1 Algemeen 110
Onderdeel A Onderneming, ondernemerschap en medegerechtigden 110
4.2 Inleiding 110
4.3 Onderneming 111
4.4 Ondernemers en andere winstgenieters 113
4.4.1 Inleiding 113
4.4.2 Ondernemerschap 114
4.4.3 Urencriterium 117
4.4.4 Medegerechtigden 120
4.4.5 Schuldeisers met specifieke vorderingen op een ondernemer/ onderneming 121
4.4.6 Wel of geen recht op vrijstellingen en faciliteiten 121
4.4.7 Beperkte verliesverrekening voor medegerechtigden en schuldeisers met een specifieke vordering 122
4.5 Verhouding tussen winst uit onderneming en andere inkomensbronnen 123

Onderdeel B Bepalen van de belastbare winst uit onderneming 126
4.6 Inleiding 126
4.7 Basisprincipes fiscale winstbepaling 129
4.7.1 Inleiding 129
4.7.2 Goed koopmansgebruik 129
4.7.3 Balanscontinuïteit en foutenleer 131
4.8 Vermogensetikettering 133
4.8.1 Inleiding 133
4.8.2 De wijze van etikettering 134
4.8.3 Vermogensetikettering en huwelijksgoederenregime 138
4.8.4 Keuzeherziening 138
4.9 Waardering van vermogensbestanddelen 139
4.9.1 Inleiding 139
4.9.2 Bedrijfsmiddelen 140
4.9.3 Vorderingen 145
4.9.4 Effecten 146
4.9.5 Voorraden 147
4.9.6 Onderhanden werk 149
4.9.7 Schulden 150
4.9.8 Voorzieningen 150
4.9.9 Toekomstige loon- en prijsstijgingen 151
4.10 Kapitaalstortingen en -onttrekkingen 152
4.10.1 Inleiding 152
4.10.2 Eigenwoningforfait bij ondernemingswoning 153
4.10.3 Privégebruik auto van de zaak 153
4.10.4 Privégebruik fiets van de zaak 155
4.11 Niet aftrekbare en beperkt aftrekbare kosten 155
4.11.1 Inleiding 155
4.11.2 Algemene uitsluiting van aftrek 155
4.11.3 Algemene aftrekbeperking 156
4.11.4 Uitgesloten aftrek van kosten t.b.v. de ondernemer 156
4.11.5 In aftrek beperkte kosten t.b.v. de ondernemer 158
4.12 Vrijstellingen 159
4.12.1 Inleiding 159
4.12.2 Bosbouwvrijstelling 159
4.12.3 Landbouwvrijstelling 159
4.12.4 Kwijtscheldingswinstvrijstelling 160

Onderdeel C Ondernemings- en ondernemersfaciliteiten 162
4.13 Inleiding 162
4.14 Willekeurige afschrijving 163
4.15 Investeringsaftrek 164
4.15.1 Inleiding 164
4.15.2 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 167
4.15.3 Energie-investeringsaftrek 169
4.15.4 Milieu-investeringsaftrek 169
4.16 Desinvesteringsbijtelling 170
4.17 Kostenegalisatiereserve 171
4.18 Herinvesteringsreserve 173
4.19 Oudedagsreserve 175
4.20 Ondernemersaftrek 176
4.20.1 Inleiding 176
4.20.2 Zelfstandigenaftrek 176
4.20.3 Startersaftrek 177
4.20.4 Aftrek speur- en ontwikkelingswerk 178
4.20.5 Meewerkaftrek 178
4.20.6 Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 180
4.21 De mkb-winstvrijstelling 180

Onderdeel D Staking van de onderneming 181
4.22 Inleiding 181
4.23 Stakingswinst en stakingsfaciliteiten 182
4.23.1 Inleiding 182
4.23.2 Begrip stakingswinst 182
4.23.3 Stakingsaftrek 185
4.23.4 Bedingen lijfrente bij bedrijfsbeëindiging 186
4.23.5 Doorschuiving onderneming 188
4.24 Overdracht van de onderneming 188
4.24.1 Inleiding 188
4.24.2 Verhuur van de onderneming 190
4.24.3 Overdracht tegen een winstrecht 190
4.24.4 Overdracht aan medeondernemer(s) of werknemer(s) 191
4.25 Liquidatie 193
4.26 Overlijden van de ondernemer 194
4.26.1 Overlijdenswinst 194
4.26.2 Doorschuiffaciliteit 194
4.27 Ontbinding huwelijksgemeenschap 195
4.27.1 Fictieve overdracht van 50% van de onderneming 195
4.27.2 Verplichte doorschuiving 195
4.28 Staking gevolgd door het starten van een nieuwe onderneming 196
4.29 Overige gevallen van eindafrekeningswinst 196
4.30 Overdracht onderneming aan een eigen bv 197
4.30.1 Inleiding 197
4.30.2 Ruisende inbreng 199
4.30.3 Geruisloze omzetting 201
4.31 Het aangaan van of het uittreden uit een samenwerkingsverband 206
4.31.1 Inleiding 206
4.31.2 Het voorbehoud van de stille reserves 208
4.31.3 Creëren van buitenvennootschappelijk vermogen 209
4.31.4 Inbreng tegen de werkelijke waarde zonder herwaardering op fiscale balans 210
4.31.5 Ingroeiregeling met oplopend winstaandeel 212
4.31.6 Het uittreden uit een samenwerkingsverband 213

5 Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning 215
5.1 Inleiding 216
5.2 Algemene bepalingen binnen box 1 217
5.2.1 Inleiding 217
5.2.2 Waardering van niet in geld genoten inkomen 217
5.2.3 Tijdstip waarop inkomsten worden belast 217
5.2.4 Tijdstip waarop aftrekbare kosten of uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aftrek mogen worden gebracht 218
5.3 Belastbaar loon 219
5.3.1 Inleiding 219
5.3.2 Loon 219
5.3.3 Fooien 220
5.3.4 Reisaftrek 220
5.4 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden 222
5.4.1 Inleiding 222
5.4.2 Terbeschikkingstelling aan de onderneming van een verbonden persoon 224
5.4.3 Terbeschikkingstelling aan de eigen bv of die van een verbonden persoon 226
5.4.4 Bepalen van het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden 227
5.4.5 Opwaarderingsreserve 230
5.4.6 Lucratief belang 231
5.5 Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen 232
5.5.1 Inleiding 232
5.5.2 Aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen 233
5.5.3 Termijnen van gefacilieerde lijfrenten 234
5.5.4 Aftrekbare kosten 235
5.6 De belastbare inkomsten uit eigen woning 235
5.6.1 Inleiding 235
5.6.2 Begrip eigen woning 236
5.6.3 Eigenwoningforfait 238
5.6.4 Tijdelijke verhuur 240
5.6.5 Kamerverhuurvrijstelling 241
5.6.6 Rente eigenwoningschuld 243
5.6.7 Eigenwoningschuld (oud regime) 259
5.6.8 Voordeel uit KVEW / SEW / BEW 263
5.7 Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld 264
5.8 De uitgaven voor inkomensvoorzieningen 266
5.8.1 Inleiding 266
5.8.2 Lijfrentevoorzieningen 267
5.8.3 Toegelaten aanbieders 272
5.8.4 Premies 272
5.8.5 Tijdstip van aftrek 275
5.9 De negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen 275
5.10 Negatieve persoonsgebonden aftrek 277
5.11 Te verrekenen verliezen uit werk en woning 279

6 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 281
6.1 Inleiding 282
6.2 Aanmerkelijk belang 283
6.2.1 Inleiding 283
6.2.2 ‘Gewoon’ aanmerkelijk belang 284
6.2.3 Meesleepregeling 287
6.2.4 Meetrekregeling 287
6.2.5 Fictief aanmerkelijk belang 288
6.2.6 Aanmerkelijk belang en het huwelijksvermogensrecht 289
6.3 Reguliere voordelen 290
6.4 Kosten ter verwerving van reguliere voordelen 294
6.5 Vervreemdingsvoordelen 294
6.5.1 Inleiding 294
6.5.2 Overdrachtsprijs 295
6.5.3 Verkrijgingsprijs 298
6.6 Fictieve vervreemdingen 301
6.7 Doorschuifregelingen 306
6.7.1 Inleiding 306
6.7.2 Doorschuiven bij aangaan of verbreken huwelijksgemeenschap 306
6.7.3 Doorschuiven als belang daalt tot minder dan 5% 309
6.7.4 Doorschuiven en fusies 310
6.7.5 Doorschuiven en geruisloze terugkeer 310
6.8 Aanmerkelijk belang en overlijden 310
6.9 VBI en buitenlandse beleggingslichamen 314
6.9.1 VBI 314
6.9.2 Buitenlandse beleggingslichamen 316
6.10 Genietingsmoment 318
6.11 Verliesverrekening 319

7 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 321
7.1 Inleiding 322
7.2 Forfaitair rendement 322
7.2.1 Inleiding 322
7.2.2 Verleden, heden en toekomst van box 3 322
7.2.3 Berekening inkomen box 3 per 1 januari 2023 324
7.2.4 Peildatum 326
7.2.5 Heffingvrij vermogen 326
7.2.6 Persoonsgebonden aftrek 327
7.2.7 Tarief 328
7.2.8 Twee voorbeelden: van vermogen naar te betalen belasting 329
7.2.9 Peildatumarbitrage 331
7.3 Bezittingen 333
7.3.1 Inleiding 333
7.3.2 Onroerende zaken 333
7.3.3 Rechten op onroerende zaken 334
7.3.4 Roerende zaken 334
7.3.5 Rechten op roerende zaken 335
7.3.6 Rechten die niet op zaken betrekking hebben 336
7.3.7 Overige vermogensrechten 336
7.4 Schulden 337
7.4.1 Inleiding 337
7.4.2 Belastingschulden 337
7.4.3 Drempelbedrag 338
7.5 Vrijstellingen 338
7.5.1 Inleiding 338
7.5.2 Verkrijging krachtens erfrecht 339
7.5.3 Bos, natuurterreinen en aangewezen landgoederen 340
7.5.4 Artistieke en wetenschappelijke voorwerpen 340
7.5.5 Rechten op roerende zaken krachtens erfrecht 341
7.5.6 Rechten op overlijdens- en invaliditeitsuitkeringen 341
7.5.7 Contanten en waardebonnen 342
7.5.8 Kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen 342
7.5.9 Groene beleggingen 343
7.5.10 Nettolijfrenten 343
7.5.11 Nettopensioen 344
7.6 Waardering 344
7.6.1 Inleiding 344
7.6.2 Tweede woning en andere woningen anders dan de eigen woning 345
7.6.3 Effecten 346
7.6.4 Genotsrechten 348

8 Persoonsgebonden aftrek 355
8.1 Inleiding 356
8.2 Tijdstip van aftrek 357
8.3 Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen 357
8.4 Uitgaven voor specifieke zorgkosten 360
8.4.1 Opbouw uitgaven specifieke zorgkosten (art. 6.17 Wet IB) 361
8.4.2 Beperking uitgaven voor specifieke zorgkosten (art. 6.18 Wet IB) 362
8.4.3 Verhoging uitgaven voor specifieke zorgkosten (art. 6.19 Wet IB) 363
8.4.4 Drempel uitgaven specifieke zorgkosten (art. 6.20 Wet IB) 363
8.4.5 Tegemoetkomingsregeling specifieke zorgkosten 364
8.5 Weekenduitgaven voor gehandicapten (art. 6.25 en 6.26 Wet IB) 365
8.6 Aftrekbare giften (art. 6.32 – 6.39a Wet IB) 366

9 Vennootschapsbelasting 369
9.1 Inleiding 370
9.2 Subjectieve belastingplicht (wie?) 371
9.2.1 Inleiding 371
9.2.2 Binnenlandse belastingplicht 371
9.2.3 Vrijstellingen 375
9.3 Objectieve belastingplicht (waarover?) 378
9.3.1 Grondslag bepalen 378
9.3.2 Stap 1: saldo fiscale resultatenrekening berekenen 378
9.3.3 Stap 2: fiscale winst bepalen 382
9.3.4 Stap 3: belastbaar bedrag bepalen 384
9.3.5 Schematisch overzicht berekening belastbaar bedrag 385
9.3.6 Kapitaalstortingen 385
9.3.7 Onttrekkingen 392
9.3.8 Aftrekbare bedragen 396
9.3.9 Niet-aftrekbare bedragen 397
9.3.10 Giften 398
9.3.11 Te verrekenen verliezen 399
9.3.12 Eindafrekening 402
9.4 Tarief (hoeveel?) 403
9.4.1 Normaal tarief 403
9.4.2 Bijzonder tarief: fiscale beleggingsinstelling 404
9.4.3 Bijzonder tarief: innovatiebox 404
9.5 Renteaftrekbeperkingen 405
9.5.1 Inleiding 405
9.5.2 Hybride lening (art. 10b Wet Vpb) 406
9.5.3 Kasrondjes en leningen van verbonden lichamen 407
9.5.4 Earningsstrippingsmaatregel 409
9.6 Deelnemingsvrijstelling 411
9.6.1 Inleiding 411
9.6.2 Begrip deelneming 412
9.6.3 Gevolgen deelnemingsvrijstelling 415
9.6.4 Deelnemingskosten 417
9.6.5 Liquidatieverliezen 417
9.7 (Afgewaardeerde) vorderingen 421
9.7.1 Inleiding 421
9.7.2 Vervreemden dan wel overbrengen van afgewaardeerde vordering 421
9.7.3 Omzetten afgewaardeerde vordering 422
9.8 Fiscale eenheid 424
9.8.1 Inleiding 424
9.8.2 Voorwaarden voor aangaan fiscale eenheid 425
9.8.3 Gevolgen van aangaan fiscale eenheid 427
9.8.4 Voorwaarden en gevolgen beëindiging 430
9.9 Fusie & splitsing 432
9.9.1 Inleiding 432
9.9.2 Aandelenfusie 432
9.9.3 Bedrijfsfusie 434
9.9.4 Juridische fusie 437
9.9.5 Juridische splitsing 439
9.10 Geruisloze terugkeer 440
9.10.1 Inleiding 440
9.10.2 Vennootschapsbelasting 441
9.10.3 Inkomstenbelasting: aanmerkelijkbelangheffing (box 2) 444
9.10.4 Inkomstenbelasting: winst uit onderneming (box 1) 444
9.11 Internationale maatregelen tegen belastingontwijking 446
9.11.1 Controlled foreign company 447
9.11.2 Hybride mismatches 448
9.12 Dividendbelasting 448

10 Omzetbelasting 453
10.1 Inleiding 454
10.2 Wat is omzetbelasting? 455
10.2.1 Inleiding 455
10.2.2 Invloed Unie 456
10.3 Wie moet omzetbelasting voldoen? 458
10.3.1 Inleiding 458
10.3.2 Ondernemer 458
10.3.3 Overheid 464
10.3.4 Fiscale eenheid 465
10.4 Belastbaar feit 1: de levering van goederen 467
10.4.1 Inleiding 468
10.4.2 Leveringen van goederen 469
10.4.3 Specifieke situaties 475
10.4.4 Plaats van de levering 481
10.5 Belastbaar feit 2: Intracommunautaire verwerving (ICV) 489
10.5.1 Inleiding 489
10.5.2 Het huidige systeem: ICP 490
10.5.3 Overbrenging van een eigen goed naar een andere lidstaat 491
10.5.4 Overbrengen van voorraad op afroep (art. 3b Wet OB) 492
10.5.5 Gevolgen ICV 494
10.5.6 Uitgesloten ICT 495
10.6 Belastbaar feit 3: ICV van nieuwe vervoermiddelen 496
10.7 Belastbaar feit 4: invoer 496
10.7.1 Inleiding 497
10.7.2 Invoer 497
10.7.3 Uitvoer 497
10.8 Belastbaar feit 5: diensten 498
10.8.1 Inleiding 498
10.8.2 Het begrip dienst 498
10.8.3 Plaats van dienst 500
10.9 Belastbaar feit: gemengde prestaties 513
10.10 Waarover moet omzetbelasting worden berekend? 514
10.10.1 Inleiding 514
10.10.2 De vergoeding 514
10.10.3 Maatstaf van heffing bij interne leveringen 518
10.10.4 Maatstaf van heffing bij fictieve diensten 519
10.10.5 Maatstaf van heffing bij invoer 521
10.11 Hoeveel omzetbelasting moet er worden voldaan? 522
10.11.1 Inleiding 522
10.11.2 Tabel I 523
10.11.3 Tabel II 523
10.12 In hoeverre recht op de aftrek van voorbelasting? 524
10.12.1 Inleiding 524
10.12.2 Voorwaarden aftrek van voorbelasting 524
10.12.3 Aftrek bij belaste en vrijgestelde prestaties 529
10.12.4 Vooraftrek bij invoer 535
10.12.5 Aftrek voorbelasting en personenauto 535
10.12.6 Aftrek buitenlandse omzetbelasting 539
10.12.7 Uitsluiting aftrek voorbelasting 542
10.12.8 Correctie ten onrechte betaalde omzetbelasting of verleende aftrek voorbelasting 543
10.13 Door wie en wanneer moet de omzetbelasting worden voldaan? 546
10.13.1 Inleiding 546
10.13.2 Wie voldoet de omzetbelasting? 546
10.13.3 Verleggingsregelingen 546
10.13.4 Wanneer wordt de omzetbelasting voldaan? 549
10.13.5 Factuurstelsel 549
10.13.6 Kasstelsel 550
10.13.7 Aangifte en betaling 551
10.14 Welke vrijstellingen kent de Wet OB? 552
10.14.1 Inleiding 552
10.14.2 Verhuur onroerende zaken 553
10.14.3 Levering van onroerende zaken 556
10.14.4 Overige vrijstellingen 558
10.14.5 Vrijgesteld beroep uitgeoefend in een bv 559
10.15 Bijzondere regelingen 559
10.15.1 Inleiding 559
10.15.2 De kleineondernemersregeling (KOR) 559
10.15.3 Margeregeling 565
10.15.4 Overdracht van een onderneming 569
10.16 Administratieve verplichtingen 570
10.16.1 Inleiding 570
10.16.2 Boekhoudverplichting 570
10.16.3 Factuurverplichting 571
10.16.4 Administratieve verplichtingen en ICP (listing) 575
10.16.5 Forfaitaire berekeningsmethode 577
10.17 Samenvatting en formulieren omzetbelasting 580

11 Schenk- en erfbelasting 585
11.1 Inleiding 586
11.2 Fiscale woonplaats 586
11.3 De tarieven 587
11.4 Vrijstellingen erfbelasting 590
11.5 Vrijstellingen schenkbelasting 593
11.6 Schenkbelasting 598
11.6.1 Schenkingsplan 599
11.6.2 Schuldigerkenning 601
11.6.3 Geldlening tegen te lage rente 601
11.6.4 Voorwaardelijke schenkingen 602
11.7 Verkrijgingen krachtens erfrecht 603
11.7.1 Wettelijk erfrecht 603
11.7.2 De wettelijke verdeling 605
11.7.3 Testamenten 606
11.7.4 Erfrechtelijke verkrijgingen bij wetsfictie 609
11.7.5 Algemene erfrechtelijke wetsficties 610
11.7.6 Huwelijksgoederenrechtelijke ficties 612
11.7.7 Eigendom omzetten in vruchtgebruik (art. 10 SW) 614
11.7.8 Verkrijging op grond van een overeenkomst bij overlijden (art. 11 SW) 616
11.7.9 Levensverzekeringen (art. 13 SW) en pensioen-bv’s (art. 13a SW) 619
11.7.10 Afgezonderde particuliere vermogens (art. 16 SW) 621
11.8 Waarderingsregels 622
11.9 Verkrijgingen vrij van recht 627
11.10 Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet 628
11.11 Aangifte doen 632

12 Wet Belastingen van Rechtsverkeer 633
12.1 Inleiding 634
12.2 Overdrachtsbelasting 634
12.2.1 Het belastbare feit 634
12.2.2 Fictieve onroerende zaken 636
12.2.3 Uitgezonderde verkrijgingen 638
12.2.4 Maatstaf van heffing 639
12.2.5 Beperkte rechten 640
12.2.6 Verdeling van gezamenlijke eigendom of gezamenlijke rechten 642
12.2.7 Verkrijgingen binnen 6 maanden na de vorige verkrijging 643
12.2.8 Tarief en vrijstellingen 644
12.2.9 Samenloop met erf- of schenkbelasting 652
12.2.10 Wijze van heffing van overdrachtsbelasting 652
12.2.11 Teruggaaf van overdrachtsbelasting 653
12.3 Assurantiebelasting 653

13 Formeel belastingrecht 655
13.1 Inleiding 656 onderdeel a Algemene wet inzake rijksbelastingen 656
13.2 Inleiding 656
13.3 Begripsbepalingen 657
13.4 Woonplaats of vestigingsplaats 659
13.5 De aangifte 660
13.5.1 Inleiding 660
13.5.2 Uitnodiging tot het doen van aangifte 660
13.5.3 Verplichtingen met betrekking tot de aangifte 661
13.5.4 Termijnen 662
13.5.5 Actieve informatieverplichting 663
13.6 Aanslagbelastingen 663
13.6.1 Inleiding 663
13.6.2 Opleggen aanslag 664
13.6.3 Voorlopige aanslag 665
13.6.4 Te verrekenen bedragen 665
13.6.5 De navorderingsaanslag 665
13.6.6 Chronologisch overzicht 668
13.7 Aangiftebelastingen 668
13.7.1 Inleiding 668
13.7.2 Tijdvak- en tijdstipbelastingen 669
13.7.3 Naheffingsaanslag 669
13.7.4 Chronologisch overzicht 671
13.8 Bezwaar en beroep 671
13.8.1 Inleiding 671
13.8.2 Bezwaarschrift 672
13.8.3 Beroep bij de rechtbank 676
13.8.4 Het hoger beroep bij het gerechtshof 679
13.8.5 Het beroep in cassatie bij de Hoge Raad 680
13.9 Belastingrente 682
13.10 Revisierente 684
13.11 Vertegenwoordiging 684
13.12 Verplichtingen ten dienste van de belastingheffing 685
13.12.1 Inleiding 685
13.12.2 Informatieplicht met betrekking tot de eigen belastingheffing 685
13.12.3 Informatieverplichtingen in internationale verhoudingen 686
13.12.4 Identificatieplicht 687
13.12.5 Toegang tot gebouwen 687
13.12.6 Geheimhouding 687
13.12.7 Administratie 688
13.12.8 De informatiebeschikking 689
13.12.9 Informatieplicht met betrekking tot belastingheffing bij derden 690
13.13 Domicilie 690
13.14 Hardheidsclausule 691
13.15 Ambtshalve vermindering 691
13.16 Bestuurlijke boeten 692
13.16.1 Inleiding 692
13.16.2 Verzuimboete 693
13.16.3 Vergrijpboete 693
13.16.4 Voorschriften inzake het opleggen van bestuurlijke boeten 695
13.16.5 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 695
13.17 Strafrechtelijke bepalingen 696 onderdeel b Invorderingswet 697
13.18 Inleiding 697
13.19 Invorderingstermijn 698
13.20 Versneld invorderen 699
13.21 Dwanginvordering 700
13.22 Verzet 702
13.23 Verrekening van bedragen 703
13.24 Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring 703
13.25 Invorderingsrente 704
13.26 Aansprakelijkheid 704
13.27 Formaliteiten bij de aansprakelijkstelling 707
13.28 Verplichtingen met betrekking tot de invordering 708

14 Internationaal belastingrecht 711
14.1 Inleiding 712
14.2 Buitenlandse belastingplichtigen op basis van de Wet Inkomstenbelasting 713
14.3 Buitenlandse belastingplichtigen op basis van de Wet op de vennootschapsbelasting 715
14.4 Heffingsbeginselen 716
14.5 Economisch en juridisch dubbele heffing 719
14.6 Woon- of vestigingsplaats 720
14.7 Voorkomen dubbele belasting 723
14.7.1 Verdragen 723
14.7.2 Eenzijdige maatregelen 733
14.8 Dividend, interest en royalty’s 736
14.8.1 Dividend 736
14.8.2 Interest 737
14.8.3 Royalty’s 738
14.8.4 Bronbelasting op interest en royalty’s 739
14.9 Winsttoedeling 740
14.10 Uitzending van werknemer 741
14.11 EU-recht en het belastingrecht in het kort 744

Index 747