Als ik het opnameapparaat voor het interview aanzet, komt het gesprek met Jo Caudron als vanzelf op de onwaarschijnlijke mogelijkheden die artificial intelligence biedt. Zijn dochter, studente psychologie, is er heel handig mee. Als ze een bepaalde passage in haar literatuur niet begrijpt, vraagt ze AI er een samenvatting van te maken die ook een zevenjarige begrijpt. ‘Ze is voortdurend in dialoog met AI’, vertelt Caudron. ‘Alsof ze een permanente tutor heeft.’ Hoe lang zal dit type interviews nog gemaakt worden door mensen van vlees en bloed? Caudron moet het antwoord schuldig blijven. ‘Ik denk dat het boek wel zal blijven bestaan’, zegt hij. ‘Maar het studieboek kan heel goed vervangen worden. Een probleem is wel dat AI vaak oppervlakkige content creëert, die weer de voeding is voor de volgende generatie AI. Als je niet oppast, krijg je een neerwaartse kwaliteitsspiraal. Maar dat beseffen de ontwikkelaars zelf ook.’
De doorbraak van AI raakt aan het centrale vraagstuk in Caudrons nieuwe boek, De toekomstformule. We hebben sinds de Tweede Wereldoorlog een relatief rustige periode beleefd die nu echt op een einde loopt: het oude normaal. We krijgen te maken met verschillende disruptieve ontwikkelingen: klimaatverandering en de druk om duurzamer te worden, en maatschappij die onder druk staat van migratie en andere demografische veranderingen, geopolitieke spanningen en oorlogen, een nieuwe digitale revolutie. En hoewel disrupties nooit van de een op de andere dag plaatsvinden, zijn we toch in een fase terechtgekomen die Caudron omschrijft als The Great Disequilibrium. ‘De meeste mensen die ik spreek, maken zich zorgen. Het oude normaal behoort nu echt tot het verleden.’
Buiten de boot vallen
In zijn boek De toekomstformule maakt Caudron een inventarisatie van alle krachten die op ons afkomen en de gevolgen die zij voor ons zullen gaan hebben. ‘Ik kom eigenlijk tot de conclusie dat we in antwoord op die ontwikkelingen een wereld aan het creëren zijn waarin grote groepen mensen buiten de boot dreigen te vallen. Dat had ik nog niet eerder zo scherp op m’n netvlies. Maar door onze klimaatmaatregelen, de komst van AI en andere evoluties is het de vraag of iedereen zich straks nog staande kan houden. Vandaag de dag heeft iedereen een auto, maar kan iedereen morgen zich een elektrische auto veroorloven? De meeste mensen hebben een huis, maar worden die door nieuwe Europese regelgeving niet twee keer zo duur? Komen we in een wereld terecht waarin wij alleen nog cateren voor de kapitaalkrachtigen, de mensen die onze dure producten met veel marge kunnen betalen? Dat is een existentiële vraag die bedrijven zich moeten gaan stellen.’
De middenklasse staat onder druk en dat geeft voeding aan het populisme, zegt Caudron. ‘Je kunt grote veranderingen alleen tot stand brengen als toegang tot zaken als wonen, mobiliteit, werk, onderwijs en zorg verzekerd is. Je hebt aan de gele hesjes in Frankrijk gezien wat er gebeurt als bijvoorbeeld de mobiliteit op de tocht staat. Als de toegang tot dergelijke essentiële zaken ontbreekt, zal ook het draagvlak voor grote veranderingen verdwijnen. We zullen dus een andere manier van denken moeten zoeken, een andere benadering van de vraag hoe onze economie eruit moet komen te zien. Dat is heel spannend. We weten natuurlijk ook nog niet hoe het nieuwe equilibrium eruit zal komen te zien. We kennen de regieaanwijzingen, maar het script en de uitkomst van het verhaal nog niet.’
Voor Caudron staat het echter als een paal boven water dat het huidige economische systeem ook niet houdbaar is. ‘De enige manier voor Primark om een T-shirt van vijf euro in de winkel te krijgen, is de armoede in andere delen van de wereld te institutionaliseren en in stand te houden. Zodra wij ons voornemen de levensomstandigheden van de mensen aan de andere kant van de wereld te verbeteren, raken we onze eigen armen. Want dan gaat de prijs voor die producten omhoog. Te lang hebben we de externaliteiten niet meegerekend in de kostprijs. Dus als wij een betere wereld voor iedereen nastreven, moeten wij aanvaarden dat onze koopkracht daalt. Dan moeten wij accepteren dat onze glorietijden voorbij zijn. Daar zijn niet veel mensen toe bereid. Ze willen wel rechtvaardigheid, maar alleen voor zichzelf.’
Pessimistisch
De uiterst complexe situatie heeft Caudron voor het eerst pessimistisch gestemd, erkent hij. Hij opent het boek met een scène van een wandeling met een goede vriend, die aan het hoofd staat van een onderneming met duizenden medewerkers. ‘Als ik eerlijk ben, wist ik niet goed hoe ik met dit boek moest beginnen. Ik had een writer’s block. Totdat ik dacht aan die wandeling. Deze vriend is een van de intelligentste, meest empathische mensen die ik ken. Hij zei ook: ik weet niet hoe we hieruit komen. Maar toch, na een uur, hadden we consensus bereikt: we moeten hieruit komen én het kan. Maar dan zullen we onze ondernemingen wel radicaal anders moeten organiseren en dan zullen wij, als mensen, anders moeten gaan denken. En dat is echt mogelijk. Corona heeft ook bepaalde zaken in ons werk fundamenteel veranderd. Als je een paar dagen per week kunt thuiswerken, heb je in een gezin misschien ook geen twee auto’s meer nodig. Dat kan een aanzet zijn tot elektrificatie van het wagenpark. Tegelijk weet je ook dat de Duitse auto-industrie ten onder gaat als we het wagenpark versneld gaan elektrificeren en dat 500.000 mensen hun job verliezen. Dan is de vraag opeens: kun je sociaal verduurzamen?’
Je zou de moed soms verliezen. In zijn werk ondervindt Caudron de tegenstellingen. Tijdens adviesopdrachten voor regionale en lokale overheden ziet hij hoe lastig het vaak is om draagvlak te vinden voor maatregelen. Bij bouwprojecten wil de overheid ‘ontharden’, oftewel meer groen en minder beton in de voortuin. Burgers zijn daar niet blij mee, want die storten graag beton in de voortuin, om hun auto te kunnen parkeren. ‘Het is vanuit het perspectief van de klimaatproblematiek een goede maatregel. Maar mensen hebben het gevoel: ze pakken ons weer iets af. Waar moet mijn wagen dan staan? Dan denk ik: probeer eens breder te denken. Hoe fijn zou al dat groen zijn? Het is ook nuttig, omdat het water beter kan weglopen. En misschien heb je over vijf jaar geen wagen meer nodig. Aan de andere kant: dan moet de overheid wel iets aan het openbaar vervoer doen, want dat is in België een ramp.’
Het why van de verandering
Maar wat is de uitweg uit deze complexe problematiek? Caudron knipt het probleem in stukken door van groot naar klein te gaan. Vanuit een visie op hoe de maatschappij er in 2050 uit zal zien, kun je een idee formuleren over hoe je sector eruit zal komen te zien in 2030 en hoe je organisatie of bedrijf een strategie kan bedenken voor 2025. ‘Je komt er als ondernemer niet onderuit om te erkennen dat deze ontwikkelingen invloed op je organisatie zullen hebben. Zelfs als je maatschappelijk of economisch minder betrokken bent, moet je het vanuit mercantiel oogpunt toch oplossen. Als je niets doet, storten het systeem en de markt in en gaat elke goede ondernemer failliet.’
Dat begint dus met een heldere visie van hoe je denkt hoe de wereld er in 2050 uit zal zien, op alle hoofdthema’s die ertoe doen: wonen, werken, eten, mobiliteit, migratie, klimaat, onderwijs, zorg. ‘Eigenlijk moeten we in navolging van Simon Sinek het why van de verandering formuleren’, zegt Caudron. ‘En dat zie ik nog te weinig gebeuren. Experts hebben wel een idee wat er op hun specifieke terrein kan gebeuren, maar een compleet toekomstscenario heb ik nog nergens gezien. Wat zijn de scenario’s voor Europa in 2050? In het publieke debat komen vooral de afbraakpopulisten aan het woord, het geluid van de opbouwpopulisten hoor ik nooit. Terwijl die toch nodig zijn om het verhaal bij de mensen over te brengen. Nu krijgen mensen te horen dat zij hun huis voor tienduizenden euro’s moeten renoveren, terwijl ze daar helemaal geen geld voor hebben. Waarom werken we niet aan een nieuw businessmodel, waarin we dat laten doen door aparte vennootschappen die deze verduurzaming bijvoorbeeld twintig jaar kunnen exploiteren? In Amerika heb je het voorbeeld van het bedrijf BlocPower, een startup met funding van onder andere Microsoft en Jeff Bezos van Amazon. Zij nemen de investering van de verduurzaming van bestaande gebouwen in New York volledig over van de eigenaren. De banken komen er niet eens aan te pas.’
Het is een van de tientallen voorbeelden die Caudron tijdens zijn betoog schijnbaar achteloos uit zijn mouw schudt. Vernieuwende businessmodellen kunnen een doorbraak bewerkstelligen, is zijn overtuiging. In de woonmarkt, in de mobiliteitsmarkt, in de verduurzaming van de economie. ‘Het goede nieuws is dat we op veel gebieden ook in een perfect storm terechtkomen. Als mijn dochter straks afgestudeerd is, kan zij geen elektrische wagen van 50.000 euro kopen. Zij zal liever 600 of 700 euro uitgeven aan een app met een gecombineerd abonnement op Uber, de trein en een deelfiets. Dit is kortom de kans om nieuwe woon-werk-mobiliteitsconcepten op te zetten. Eigendom van al die zaken is geen erfrecht. We zitten op het punt dat we het eigendomsmodel versneld uit pure noodzaak kunnen inruilen voor het gebruiksmodel, als gevolg van zowel de geopolitieke als de maatschappelijke en de financiële druk. We kunnen de veranderingen plannen, op allerlei terreinen, mits we de toegankelijkheid voor iedereen blijven managen. Anders krijgen we een revolutie. En dan zijn we nog verder van huis, want de populisten zullen de problematiek niet oplossen.’
Over Hans van der Klis
Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.