Er bestaat ook een Vlaamse website www.iedereencoach.be. Toeval?
Nee, integendeel. Dit boek is een uitvloeisel van die site, die mede opgezet is door een Vlaams Ondernemingsplatform om de ondernemingszin van mensen in Vlaanderen en Nederland te stimuleren. Twee of drie jaar geleden zijn zij gestart met Iedereencoach.be, waarop zij laagdrempelig elementaire suggesties geven over hoe mensen een coachende rol kunnen vervullen. De actie is simpel: wie wil, kan intekenen op een traject waarbij je acht of tien weken lang elke week een coachingstip ontvangt. Ik weet geen exacte aantallen, maar er zijn zeker duizenden mensen die hierop hebben ingetekend. De belangstelling kwam ook uit zeer diverse hoeken: uit bedrijven en het zakenleven, maar ook van ouders, vanuit het onderwijs, de sportwereld, de zorgsector. Ik ben toen benaderd om dit project te ondersteunen met een boek.
Is het boek een inhoudelijke weerslag van de website?
Nee, ik ben vrij geweest om mijn eigen gang te gaan, dat was ook de wens. Het is een boek geworden met veel aandacht voor de praktijk, in die zin sluit het wel aan bij de website. Ik leg de focus op de dagelijkse informele interactie tussen mensen: het contact met collega’s en medewerkers, maar ook situaties buiten het werk, zoals de relatie tussen ouder en kind, tussen trainer en pupil op sportclubs enzovoort. Het boek gaat in op die kleine interacties, waar coaching soms wonderen kan doen.
Het boek is opgezet in drie delen. Het eerste gaat in op de alledaagse situaties waarin coachingsvaardigheden van pas kunnen komen. Ik geef veel voorbeelden waaruit met name blijkt hoe breed coaching kan worden ingezet, zowel in de werkomgeving als daarbuiten. Deel twee gaat helemaal over de vraag hoe je kunt coachen. Ik vergelijk in dit deel het coachen met een rit ergens naartoe: je hebt aandrijving nodig, onderweg moet je je richting bepalen, je moet beschikken over stuurvaardigheid, kunt kiezen voor alternatieve routes en er moeten hindernissen worden overwonnen. Deel drie gaat over de bestemming: waar moet dat coachen uiteindelijk toe leiden? Het boek is duidelijk bedoeld om actief mee aan te gang te gaan, daarom staan er veel oefeningen in, die bedoeld zijn om essentiële vaardigheden te trainen als luisteren, belangstelling tonen, goede feedback geven.
Wat is coaching volgens u?
Coaching voor mij is het uitlokken en begeleiden van leren. Het is een vorm van invloed uitoefenen, bedoeld om een ander aan het denken te zetten. Hiervoor staan een aantal vaardigheden centraal die al naar gelang de situatie ingezet kunnen worden. Belangstelling tonen, het gesprek concreet en levendig maken, iemand aanmoedigen of bevestigen. In een zakelijke of leidinggevende context vertaalt zich dat naar een coachende rol voor een manager, naast zijn sturende rol. De manager kan echter zelf ook leren van zijn medewerkers!
En hoe doet iemand dat? Met andere woorden, wat is de methode-Clement?
Een coach kiest voor een dienende rol, hij is veel minder een adviseur. Laat me het verduidelijken met een voorbeeld. Een werknemer heeft een vraag en stapt daarmee naar zijn manager. Die kan de vraag aanhoren en zeggen: 'ik ga het wel even uitzoeken, als ik meer weet hoor je het'. Maar hij kan ook meedenken, doorvragen en stimuleren, waardoor die werknemer zelf ontdekt waar het antwoord vandaan moet komen. Een louter adviserende rol van de manager staat het zelfstandig werken van werknemers vaak in de weg.
De coachee is even belangrijk als de coach?
O ja, zeker. Veel mensen, jij kennelijk ook, zien coaching als iets verticaals, als eenrichtingsverkeer. Maar het is een wij-gebeuren in plaats van een ik-gebeuren. In de context van een organisatie, voor een bedrijf kan het interessant zijn om horizontaal coachen in te voeren. Ikzelf vind het sterk als een leidinggevende tegen zijn staf zegt: 'ik heb een probleem, help me eens meedenken hierover'. Die manager laat zich op dat moment coachen. Dat is een belangrijke voorwaarde voor het scheppen van een coachend klimaat, dat begint met de manager die zichzelf coachbaar opstelt.
Gaat dit altijd op?
De heersende opvatting is dat in een bedrijf de onderste laag de meeste coaching nodig heeft. Dat is niet zo. In alle lagen heeft het zin om de hiërarchische, stroeve cultuur te doorbreken. Bij handarbeid, logistieke werkzaamheden, onderhoud en techniek heerst vaak een bevelcultuur. Daar kan coaching goed werken: werknemers hebben er baat bij als ze worden gestimuleerd tot meer initiatief. Maar ook hoogopgeleide werknemers hebben er iets aan. Zij zijn juist meer gewend aan zelfstandigheid en zullen niet snel om coaching van hun leidinggevende vragen. Daar kan de winst zitten.
Maar toch: iedereen coach, kan dat wel?
Dat is een terechte vraag, die mij al vaker is gesteld. Maar zie de vraag eens in een andere context: kan iedereen leren op het gebied van sport? Ja! Kan iedereen leren op het gebied van muziek? Ja! Iedereen die ermee begint, kan daarin groeien. Zo is het ook met coaching. De vaardigheden daarvoor, zoals luisteren en de juiste vragen stellen, kun je oefenen. In het dagelijks leven zijn wij allemaal adviseurs. Leg iemand een probleem voor en die persoon zal met een advies komen. Zo zit de mens nu eenmaal in elkaar. En weinigen vragen zich daarbij af: zijn er ook andere mogelijkheden? We kunnen net zo goed elkaars coach worden als elkaars adviseur!