We kijken misschien vol bewondering hoe zij mede-miljardairs aanspreken op hun verantwoordelijkheid om meer met hun rijkdom te doen dan jachten en vastgoed te kopen. Het tegengeluid komt onder andere van Rutger Bregman die in het ‘hol van de leeuw’ aangeeft dat het belangrijkste is dat deze mensen netjes hun belasting (‘Taxes. Taxes. Taxes.’) moeten gaan betalen. Het hol van de leeuw: Davos waar de rijken en machtigen der aarde jaarlijks samenkomen.
In het boek Waarom de superrijken de wereld niet zullen veranderen beschrijft Anand Giridharadas de fictieve wereld die MarketWorld heet. Een los vast verband van filantropische instellingen, het World Economic Forum, TedTalks, het Aspen Institute en nog een paar wereldwijde instituten. In deze wereld wordt een beeld van betrokkenheid en verantwoordelijkheid over de grote problemen die spelen gegeven. Ziektes, gevolgen van armoede, soms mondiaal soms lokaal. Ze hebben de middelen (miljarden) en de connecties (politici en bankiers) om tot actie over te gaan. Er bestaat om dit succesvol te kunnen doen zelfs een heus stappenplan. Het is meer een framing plan van het probleem:
1. ‘Richt je op het slachtoffer, niet op de dader.’ De rijkdommen voor de eigenaren in de platformeconomie worden verkregen door de afbraak van de (vaste) salarisstructuren in veel domeinen.
2. Het personaliseren van het politieke. Binnen het MarketWorld-domein ontstaan opinieleiders. Critici zijn niet welkom in de club.
3. Het doel moet haalbaar oplossingen zijn verpakt in een opbeurend verhaal.
Voorbeelden van deze opinieleiders en feel good denkers zijn Amy Cuddy, Simon Sinek, Adam Grant en Brené Brown. Hun ideeën en hun adviezen helpen de grote CEO’s (en dus de superrijken) met het vertellen van hun filantropische verhaal. De opinieleiders kunnen er ondertussen prima van leven.
Nu is het idee van rijke mensen die de samenleving willen helpen vanuit een filantropisch idee al meer dan een eeuw oud. We kennen dicht bij huis het Kruller-Muller museum. In Rotterdam het Boijmans van Beuningen. De rijken in de 19de en 20ste eeuw droegen bij aan kunst voor het volk. Ze stichten bibliotheken en stopten geld in armenhuizen. Of het geld werd in stichtingen gestopt met bepaalde maatschappelijke doelstellingen. Wat de huidige filantropen van de vorige onderscheid is ambitie, organisatie en geldvolume.
Wat de auteur aangeeft, is hoe de nieuwe rijken te werk gaan: ‘Je begint met zo veel mogelijk geld te verdienen en al het mogelijke te doen om ons kapitalistische systeem voor je te laten werken – en vervolgens word je filantroop.’ Een voorbeeld dat Giridharadas geeft is dat van de Sacklers. Ze zijn eigenaar van Purdue Pharma, een farmaceut met een discutabele reputatie. Maar de winsten van het bedrijf en de Sackler-familie worden geïnvesteerd in schenkingen aan musea en ziekenhuizen, ze zetten zich in voor jongeren met een drugsprobleem. Aan de andere kant, Purdue Pharma levert OxyContin, een zeer verslavende stevige pijnstiller (opioïde) waar ze miljarden mee verdienen. Aan de gevolgen van een opioïde-verslaving zijn in Amerika inmiddels duizenden doden gevallen. Liefdadigheid maskeert de basis van de rijkdom. De MarketWorld vertelt op haar podia een populistisch opinieverhaal.
Waarom gaan de superrijken de wereld niet veranderen? Hun doelen zijn anders dan waar landen en burgers van die landen behoefte aan hebben. In Amerika begint het achterstallig onderhoud van de infrastructuur (bruggen, riolering enzovoort) een groot probleem te worden. En dat kost miljarden.
Dit is filantropisch gezien ook geen belangrijk doel. Filantropisch wordt er veel in projecten voor onderwijs gestoken. Terwijl de kwaliteit van het reguliere onderwijs er geen profijt van heeft. Infrastructuur, beter onderwijs, zorgsystemen, vluchtelingenproblematiek, het zijn allemaal complexe problemen waar snel (en veel) geld niet (direct) helpt. Als filantroop kun je er ook niet echt mee ‘scoren’. Waarom de superrijken de wereld niet zullen veranderen is een zeer intrigerend boek voor iedereen die na wil denken over het sociale aspect van filantropie. En een kijkje in de keuken willen krijgen van de netwerken van de rijken, de opiniemakers én politici.
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.