Goed bestuur bestaat niet zonder dat de voorzitter een centrale rol speelt. De voorzitter moet pro-actief zijn; kunnen stimuleren en dirigeren. Daarom moeten zijn taak en rol worden versterkt. Voorzitten is een kunde; je kan het leren. In dit handboek beschrijven we de eigenschappen en vaardigheden die daarvoor nodig zijn.
Waarom een pro-actieve voorzitter?
De wereld om ons heen verandert snel en de complexiteit in de samenleving neemt toe. We verwachten steeds meer van commissarissen en toezichthouders en we stellen daardoor hogere eisen dan vroeger. We maken meer regels, maar regels op zich zijn niet voldoende. Nog steeds zijn er enorme ontsporingen, zoals Meavita, Vestia en Imtech. Uiteindelijk hangt veel af van de boardroom dynamics. De voorzitter heeft daarop een beslissende invloed. De focus op governance neemt toe en stakeholders willen meer direct contact met de voorzitter. De hedendaagse voorzitter moet van veel markten thuis zijn en voldoende mental energy hebben.
Een brug tussen praktijk en theorie
We hielden ruim 40 interviews met top-bestuurders en top-toezichthouders. De opvattingen in het boek zijn door ons kritisch aan de praktijk getoetst. Daardoor is de lezer ervan verzekerd dat zowel vanuit de theorie als de praktijk handvatten worden gegeven om het bestuur, het toezicht en de governance van de organisatie naar een hoger niveau te tillen.
Acht sectoren als voorbeeld
Beursfondsen, familiebedrijven, coöperaties, staatsdeelnemingen, private equity, zorginstellingen, woningcorporaties en hoger onderwijs. We bespreken deze acht verschillende sectoren, maar de lessen die daaruit volgen zijn ook daarbuiten van toepassing, bijvoorbeeld in de sport- en cultuursector.
Checkpoints voor zelf-evaluatie
Ieder hoofdstuk is afgesloten met een aantal punten, de key takeaways. Die vormen samen de essentie van het hoofdstuk en mogen niet vergeten worden. Deze checkpoints hebben we aan het einde van het boek nog eens op een rij gezet met daarbij een Engelse vertaling. Uit de praktijk bleek dat er behoefte is aan een dergelijk overzicht, dat de agenda kan vormen voor overleg binnen de raad over hun eigen functioneren (de zelf-evaluatie).
Voor wie is dit boek?
Juist bestuurders en toezichthouders moeten dit boek lezen en zeker niet alleen hun voorzitters. Samen met de voorzitter zijn zij verantwoordelijk voor de kwaliteit van het bestuur en het toezicht. De essentiële rol van de voorzitter dient afgestemd te zijn op de taakopvattingen van het bestuur en de raad. Ook de bestuurssecretaris mag dit boek niet missen. Daarnaast is dit boek ook zeer nuttig bij opleidingen voor bestuurders en commissarissen. Tot slot zijn er vele professionals, zoals advocaten, notarissen, bedrijfsjuristen, boardroom advisors en andere consultants, academici en externe toezichthouders, die na lezing van dit boek een goed beeld krijgen hoe commissarissen in de praktijk werken.
In de woorden van Jaap van Manen, Voorzitter Monitoring Commissie Corporate Governance: ‘Met een handboek waar de voorzitter een centrale plaats heeft wordt de spijker op zijn kop geslagen. De voorzitter heeft doorslaggevende invloed op de gang van zaken in de raad en op de relatie van de commissarissen/toezichthouders met het bestuur.’
Steven Schuit heeft als boardroom ‘fluisteraar’ vastgesteld dat de voorzitter van de raad van commissarissen of raad van toezicht meer dan wie ook in een onderneming of organisatie bepalend is voor goed bestuur en toezicht. Casper Jaspers ervaart als advocaat in de ondernemingsrecht- en procespraktijk hoe onnodige conflicten ontstaan door gebrek aan goede boardroom dynamics. Hij is nauw betrokken bij de ontwikkelingen van cases voor governance opleidingen. Ze zijn de auteurs van Handboek voorzitter.