Je begint je boek met de eerlijke constatering ‘dat je ongelijk had’: we zijn na corona niet naar kantoor teruggekeerd, wat jij wel had voorspeld.
Ja. Ik was er echt van overtuigd dat kantoor een oerkracht is waar niemand aan kan ontsnappen. Maar nu corona een pas op de plaats maakt, blijven veel kantoortuinen leeg. Mensen kiezen ervoor om deels thuis te blijven werken. Want ze hebben gemerkt dat kantoor niet zaligmakend is, dat je daar toch minder gedaan krijgt dan thuis. En ze kunnen het ook gewoon doen omdat de arbeidsmarkt zo krap is. Op zich vind ik het een mooie ontwikkeling omdat ik altijd al hoopte dat iedereen meer zelf mag bepalen waar hij of zij ‘t liefste werkt.
Zoals je in je voorwoord schrijft: de geest is uit de fles en niemand krijgt hem er meer in.
Inderdaad. En daarom hebben we het nu allemaal over hybride werken. Maar dat zorgt wel voor de nodige vragen, vooral onder managers. Wat doe je met je medewerkers die echt liever thuis blijven werken? Hoe kan je beter online vergaderen? En hoe krijg je als manager iedereen mee? Daarover gaat dit boek.
Wat zie jij als voordelen van dat hybride werken?
Nou, het is wel prettig dat je niet iedere dag hoeft te reizen voor elk overlegje, maar dat je dat gewoon kort en efficiënt vanuit huis kunt doen. En belangrijk is de constatering dat onze productiviteit door al dat thuiswerken tot nu toe niet is afgenomen. Aan de andere kant zijn er veel mensen die niet of nauwelijks vanuit huis kúnnen werken. En de meeste mensen hebben die gezelligheid van kantoor, het met elkaar aan iets werken, echt wel nodig. Als je teruggaat naar kantoor, is het na die coronatijd absoluut winst om je collega’s weer te zien. Maar je krijgt er ook automatisch allerlei narigheid bij, zoals ik beschrijf: het lawaai, de rijstwafels, het oeverloze vergaderen, de overvolle treinen, de niezende collega’s, de slechte koffie, de afleiding, de ergernissen, de stress, noem maar op.
Tegelijk waarschuw je werknemers ervoor dat ze niet te veel thuis moeten blijven werken.
Ja, want dan mis je de reuring, het ‘gevoel’ van waar je collega’s mee bezig zijn. Verder is kantoor de plek waar de leuke banen en projecten worden verdeeld, waar je kunt slijmen met de baas, waar je kunt laten zien hoe onmisbaar je bent. Wie thuis blijft werken, wordt eerder vergeten. Daarom is mijn advies: ga vooral af en toe naar kantoor, ook als je er geen zin in hebt. En als je dan gaat, trek dan alles uit de kast en laat jezelf zien. Ik beschrijf in het boek hoe je dat moet doen. Haha, deels ironisch, uiteraard.
Je beschrijft ook erg geestig hoe overprikkeld je kan raken als je weer eens een dag naar kantoor gaat…
Ja, daar krijg ik veel berichten over van lezers. Mensen zijn na een dagje kantoor tot hun eigen verbazing doodmoe. We zijn door al dat thuiswerken verwend geraakt, we zijn watjes geworden. Zijn niet meer gewend aan al die geluiden, prikkels, stemmen en geuren van kantoor. Daarbij merken we ook hoe weinig we vaak doen op kantoor, daar krijg je ook niet echt energie van.
Wat doe jijzelf eigenlijk het liefst? Veel naar kantoor, of liever vanuit huis werken?
Die vraag krijg ik vaker. Vanaf mijn 24ste heb ik fulltime, probeer je dat eens voor te stellen, in kantoortuinen gewerkt. En dat heb ik heel lang volgehouden, haha. Meer dan genoeg kantoorervaring dus. Maar nu ben ik 52, heb mijn eigen bedrijf en werk ik louter nog vanuit huis. Ik geef wel geregeld lezingen, gemiddeld eens per week. En dan vind ik het heerlijk om het land in te gaan, om mensen te ontmoeten en te spreken. In coronatijd zat ik zelf ook noodgedwongen te videobellen en gaf ik presentaties online. Wat me opviel was dat ik, als ik een webinar gaf, via een live chat veel meer respons kreeg dan tijdens een presentatie in een zaal. Sommige mensen vinden het blijkbaar minder eng om online een vraag te stellen of opmerking te maken dan in een ruimte vol andere mensen. Voor meer introverte mensen is die laagdrempeligheid van online dus wel een voordeel.
Wat betreft dat videobellen, ik vond het wel grappig dat je zo opgetogen reageerde toen ik voorstelde je voor dit interview ouderwets te bellen.
Ja! Wat is er mis met ‘gewoon’ bellen? Ik snap niet waarom we nu voor ieder een-op-een gesprek meteen met elkaar moeten gaan videobellen. Wat voegt dat nou toe? Via de telefoon kan ik me vaak veel beter op iemands stem concentreren, hoor ik meer subtiliteiten, dan met zo’n scherm erbij.
Veel organisaties werken nu volgens het hybride model. Jij adviseert managers om keiharde afspraken te maken, met iedereen. Waarom?
Een manager die geen afspraken maakt met medewerkers wanneer zij thuis werken en wanneer op kantoor, die denkt dat het wel losloopt met dat hybride werken, maakt een grote fout. Want niets gaat vanzelf. Teamleden komen er onderling heus niet vanzelf uit. Je moet als manager echt duidelijke werkafspraken maken. Dus regelen wie wat thuis doet en wat op kantoor, en wanneer. Ik vrees dat je er niet aan ontkomt om verplichte kantoordagen in te stellen.
Waarom pleit je voor de dertigurige werkweek?
Omdat de meeste mensen, ja, ook de fulltimers, allang dertig uur per week werken. Ik kwam erop door een pleidooi vanuit het CNV. Die vakbond pleitte laatst voor een dertigurige werkweek, overigens wel tegen een fulltime salaris, zodat minder mensen tegen een burnout aanlopen. In eerste instantie schrik je daar natuurlijk van, want hoe krijg je dan al dat werk af? Maar ik denk dat het een kwestie van plannen is. Ik las over experimenten in IJsland, Japan, Duitsland en Spanje, waaruit bleek dat mensen zich door zo’n korte werkweek minder ziek melden, minder stress krijgen, productiever zijn en een betere balans vinden tussen werk en privé.
Aansprekend idee, maar er zitten natuurlijk wel wat praktische haken en ogen aan?
Tuurlijk, je kan zo 300 redenen verzinnen om het níét te doen, maar duik er eens in en verbaas je. Een van mijn stellingen is dat mensen die tachtig uur per week werken, waarschijnlijk een bruut van een baas hebben, of niet kunnen plannen of delegeren. En nog iets, kijk op kantoor eens om je heen: hoeveel mensen werken er nou nog écht na drieën? De meeste collega’s zitten dan te internetten, te dutten, maken een afspraak om de auto naar de APK te brengen of doen andere dingen die niets met werk te maken hebben. Ja, jullie die dit lezen natuurlijk niet, jullie werken allemaal netjes 40 uur! En meer! Maar tegen al die andere mensen zou ik willen zeggen: ga gewoon lekker naar huis als je klaar bent voor de dag. Kom je meteen automatisch op die dertig uur van het CNV uit. Wel zo eerlijk ook voor parttimers, die evenveel werk verzetten als veel fulltimers, voor minder geld.
Over Paul Groothengel
Paul Groothengel is freelance journalist.