Het boek is volgens van Uffelen een zoektocht naar het antwoord op de vraag 'Hoe komt het toch komt dat de salarisconflicten blijven etteren'. De auteur is niet geheel onpartijdig in z'n benadering van het vraagstuk. Het boek bevat veel cijfers over topinkomens die eerder in de Volkskrant verschenen maar de andere gepresenteerde 'feiten' missen vrijwel altijd een bronvermelding. Wat is er volgens van Uffelen aan de hand?
De inkomens van topbestuurders in ons land zijn in 25 jaar ongeveer verviervoudigd. Hij rekent voor dat dat neerkomt op een jaarlijkse stijging van 7 procent. In vergelijking is het inkomen van Jan Modaal slecht gegroeid met 2 procent. Een opmerkelijk verschil. Een verklaring hiervoor moet volgens de auteur gezocht worden in het graaigedrag van topbestuurders. Veel aandacht gaat uit naar de bekende mediarellen rond de beloningspakketten van topbestuurders als Jan Bennink (Numico), Anders Moberg (Ahold), Cor Boonstra(Philips), Kees Storm (Aegon)en Ad Scheepbouwer (KPN) etc. En dat leest lekker weg, want het boek is zeer toegankelijk geschreven.
Zijn aanklacht beargumenteert van Uffelen met bijvoorbeeld een hoofdstuk over de 'Graaismoesjes' van topmannen. Hierin treft u verklaringen voor deze salarisstijging die gepresenteerd worden als 'de opvattingen van managers'. Een bronvermelding van het representatieve onderzoek naar deze opvattingen ontbreekt. Je vraagt je – door het ontbreken van bronnen en door de tendentieuze toon van het boek – af hoe valide en hoe betrouwbaar de uitspraken van van Uffelen over de topmannen zijn. In het hoofdstuk over ' de moderne bestuurder' worden zes karaktereigenschappen van de topman beschreven. Ook daar neemt Xander van Uffelen stevig stelling: topmannen hebben kenmerken als alleenheerser, gokker, huurling, onderhandelaar en gepikeerde. De vraag rijst wat moet je met zo'n set van kenmerken? Waarom juist deze kenmerken? Hierin stelt het boek mij 'als zoektocht naar verklaringen' teleur. Het is niet duidelijk wat de herkomst en het doel van de kenmerken in de argumentatie van van Uffelen is. Mijn conclusie is daarom dat we hier met een eenzijdig topmannenbeeld van de auteur te maken hebben en tevens dat meneer van Uffelen boos is. Kennelijk zo boos dat hij vergeet – of in elk geval achterwege laat – een logisch, degelijk onderbouwd betoog te houden. Maar is er wel reden om zo boos te zijn?
In het boek staat ook te lezen dat de loonafstand van de best betaalde 10 procent van de Nederlanders (waar de topbestuurders uiteraard deel van uit maken) en Jan Modaal de afgelopen 25 jaar nauwelijks is toegenomen. Het gaat dus alleen om een kleine groep van topmannen die steeds meer gaan verdienen, zonder dat dit een statistisch effect heeft op het gemiddeld inkomen van de 10 procent best verdienende Nederlanders. De mediaophef die daarover ontstaan is blijkt niet in alle gevallen zuiver op de graat. Xander van Uffelen beschrijft in het hoofdstuk 'De krant als schandpaal' zeer openhartig hoe hij ' in 2005 weloverwogen mede de rel aanwakkerde' inzake het salaris van de topman van Nuon. Een citaat: 'En jawel hoor, in Gelderland trof ik (na een dag stad en land afgebeld te hebben) statenlid Wim Spinhoven van de PvdA die desgevraagd de salarisstijging exorbitant wilde noemen'. 'Operatie geslaagd; ik had mijn snippertje extra nieuws binnen waardoor ik onder de kop 'onrust over salaris bij Nuon' alsnog de salarisgegevens kon opschrijven.' Zo wakkert men bij de Volkskrant dus zeer bewust rellen over dit onderwerp aan. Salarisrellen verkopen kranten en boeken. Enfin, geen reden om direct mijn abonnement op te zeggen, integendeel. Zoals gezegd leest het boek lekker weg en door het te kopen steunt u het inkomen van Xander van Uffelen, dat met 47.000 euro bruto in 2007 (zie pagina 196 van zijn boek) het ondersteunen wel een beetje waard is. Kortom, het boek is leuk en lekker voor de aanstaande zomervakantie, maar moet als zoektocht naar verklaringen voor stijgende topinkomens niet al te serieus genomen worden.
Over Nico Beenker
Drs. Nico Beenker mmc heeft vijfentwintig jaar ervaring met IT-projectmanagement in het bedrijfsleven en bij de (semi) overheid, hij managet projecten, geeft nprojectmanagementtrainingen en coacht projectmanagers en opdrachtgevers. Eerder publiceerde hij Handboek CRM (2002), Lead IT or Lose IT (2010, 2015).