De gebruiksaanwijzing van uw medewerker

Het boek kent ook een aanbeveling van Nina Storms. Normaal gesproken zou ik mensen waarschuwen wanneer Nina haar beide duimen omhoog doet. Voor dit boek niet. Het boek is om de basis van 'jouwgebruiksaanwijzing' heen gebouwd. Dit principe gaat uit van vier verschillende typen mensen, DISC, uit het werk (1928) van Dr. William Moulton Marston. Namelijk: Dominant, de doener Influencing, de prater Steady, sociaal en stabiel Compliant, de denker De typen van DISC zijn verdeeld in introvert , extravert, mensgericht en taakgericht. Hier zet ik mijn vraagtekens bij. De psycholoog Mehrabian stelt dat stijlen zoals hierboven beschreven, ook wel de sociale stijlen genaamd, zijn gebaseerd op gedrag dat mensen laten zien in interacties met anderen. Het model op basis van sociale stijlen richt zich dus niet op de medewerker als groot geheel, maar op het patroon van acties die een medewerker doet in de aanwezigheid van anderen. Oftewel, het geeft in principe alleen een voorspelling hoe een medewerker zich zal gedragen in specifieke situaties met anderen en eigenlijk niet direct wat hun kwaliteiten zijn of wat er 'onder de ijsberg' aan drijfveren ligt waardoor de medewerker gemotiveerd wordt en blijft. Een sociaal stijlmodel , zoals DISC, helpt wel mee in de zoektocht naar deze drijfveren. Laat ik het anders uitleggen. Het boek is geschreven alsof dit dé vier typen mensen zijn in een bedrijf. Maar er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Quinn en Belbin maken bijvoorbeeld een verdeling in (acht) typen medewerkers waarbij wordt ingezoomd op bijzondere kenmerken. Hierdoor ontstaat een verdeling in specifiekere typen en kun je managementmethoden effectiever inzetten. Een voorbeeld, volgens de DISC-theorie in 'Jouwgebruiksaanwijzing' valt een wetenschappelijk figuur zoals een verstrooide uitvinder in de C gebruiksaanwijzing. Volgens de beschrijving is een C type een medewerker die geen risico's wil nemen, structureel werkt, gedetailleerd werkt, zich vasthoudt aan regels en zich zwakker voelt dan de omgeving. Uitvinders hebben over het algemeen een eigen wil en durven risico's te nemen, anders zouden ze niet iets bedenken wat anders is. Uitvinders zijn creatief en denken 'out of the box'. Daarnaast zijn uitvinders meestal wel introvert maar toch ook dominant en voelen zij zich niet zwakker. Volgens Belbin valt de uitvinder onder het 'plant'-type en past dit dus eigenlijk niet in dit DISC-verhaal. Zo zijn er meerdere rollen die niet zijn te plaatsen in het DISC-verhaal. Hierdoor blijven bepaalde kwaliteiten en drijfveren van een aantal typen mensen onderbelicht. Ondanks het feit dat ik de typen niet compleet vind zijn de tips zeer bruikbaar en handig. De vier kerntypes, DISC, zijn helder beschreven en er wordt duidelijk gemaakt hoe je op de medewerkers kunt anticiperen. Het boek zit goed in elkaar. Alles is logisch en duidelijk omschreven en de verbanden zijn ook helder. In dit boek straalt de managementervaring van Hans Faas van het papier. Hierdoor heb ik de 148 bladzijden in twee uur achter elkaar gelezen. Het hoofdstuk vergaderingen bijwonen in combinatie met de verschillende typen vond ik zeer interessant om te lezen. Een dergelijke kwaliteit van vergadertips heb ik tot nu toe alleen in het boek 'De kunst van het overtuigen' van John Kotter gelezen.