op de dag van vandaag heerst er in de academische literatuur een hevig debat over de vraag of strategisch management nut heeft. De Vlaamse auteur Aimé Heene ontwijkt deze vraag door te stellen dat strategisch management noodzakelijk is omdat het de manager zeer expliciet wijst op het waarborgen van de toekomst van de onderneming. Strategieën, zo betoogt hij, vormen de bruggen naar de toekomst. Heeft u al een toekomst? Heene ziet strategisch management als een beslissingsproces waarbij de spanning tussen drie eisenbundels moet worden opgelost: de doelstelling van de organisatie, de omgevingsvereisten en de mogelijkheden van de organisatie. Volgens Heene vallen het wenselijke, het noodzakelijke en het haalbare echter nooit volledig met elkaar samen, waardoor managers keuzen moeten maken. Om die reden bestempelt Heene kiezen als 'het hart' van ieder strategisch proces. Ongeacht de aard van de drie eisenbundels, zal een strategie gericht moeten zijn op het behalen van concurrentievoordeel. Zonder dit voordeel heeft een organisatie immers geen onderscheidend vermogen en is zij ten dode opgeschreven. Met hetgeen hiervoor kort geschetst is, zet Heene de zaken helder op een rijtje waarmee hij zichzelf de mogelijkheid verschaft om een samenhangend verhaal neer te zetten over strategievorming. Helaas laat hij deze kans onbenut en vervalt hij al snel in een onstuitbare reeks opmerkingen en voorbeelden, die mede omdat de alinea's in het boek een gemiddelde lengte van ongeveer twee zinnen hebben, de lezer het spoor enigszins bijster doet raken. Daarmee wil niet gezegd zijn dat Heene pure onzin uitkraamt. Zijn uitwijdingen over het behalen van concurrentievoordeel, kernmiddelen (=kerncompetenties), de nog immer populaire SWOT-analyse en het 'diamantmodel' voor omgevingsanalyse alsmede de generieke strategieën van Porter, zijn alle degelijk te noemen. Ook komt Heene nog wel eens met een aardige uitspraak uit de hoek. Zo is zijn opmerking dat doelstellingen te vaak en vaak veel te snel aan de zogenaamde 'haalbaarheidszeef' worden onderworpen, vaak nog voordat ze echt goed en duidelijk zijn geformuleerd, een aardige manier om duidelijk te maken dat doelstellingen niet aan een ondermaatse ambitie mogen lijden. Wanneer Heene hier echter een stuk verderop aan toevoegt dat doelstellingen niet te ambitieus moeten zijn, bekruipt de lezer waarschijnlijk toch het gevoel dat hier een flinke open deur wordt ingetrapt. Want laten we eerlijk zijn: wie zal ontkennen dat een doelstelling niet te weinig, maar ook niet te veel ambitie moet bevatten? En hiermee raken we enigszins de kern van 'Bruggen naar de toekomst': Hoewel het allemaal wel klopt wat erin staat en de lezer het doorgaans wel met Heene eens zal zijn, is het toch vooral een buitengewoon genuanceerd en braaf boek dat identiteitsloos door het leven zal gaan. Of om te besluiten met een term uit de literatuur over strategisch management: Heenes boek heeft geen aanwijsbaar concurrentievoordeel.
Over Kees Visser
Kees Visser studeerde van 1988-1994 Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en startte in 1995 met zijn studiegenoot Philip van Coevorden Managementboek.nl.