Deze inleiding van een recensie lijkt misschien een tamelijk stekelige opening voor wat een positief-kritische boekbeoordeling moet worden. Maar troost u: zij past perfect binnen de traditie van de provocatieve analyse, waar ook deze nieuwste Wijnberg over gaat. De provocatieve analyse is een heel specifieke stijl van werken die past binnen de traditie van de humanistische psychologie. De analyse wordt gemaakt door de provocatie zelf. Door de cliënt een spiegel voor te houden, lokt de psycholoog reacties bij hem uit waardoor hij hem uiteindelijk sterker wil maken. Door zijn zelfwaardering bijvoorbeeld te vergroten, of door hem assertiever maken, of door hem een realistischer kijk op de werkelijkheid te bieden. De provocatieve benadering doet een beroep op vermogens of krachten die wel degelijk in een mens aanwezig zijn, maar door diezelfde mens langere tijd zorgvuldig genegeerd zijn. (Voor het behandelen van ziekelijke depressies is Wijnbergs benadering overigens minder geschikt.) Het hardop denken, het zeggen wat bij hem opkomt, het uitspreken van gevoelsmatige associaties is het belangrijkste analysemiddel voor de provocatieve specialist. Hij gebruikt die associaties om dichter bij de waarheid te komen door ze als waarheid te brengen en ervoor open te staan als deze weersproken wordt, of juist bevestigd. En dat levert dialogen op zoals die waarmee ik deze recensie begon. Wijnberg presenteert zijn nieuwste boek als een soort catalogus van provocatieve technieken. Het uitgeven van een dergelijke catalogus lijkt geen overbodige luxe: provocatieve analyses worden namelijk meestal gemaakt zonder bekende hulpmiddelen als persoonlijkheidsvragenlijsten, anamneses of projectietesten. Je kunt ze alleen maken als je beschikt over voldoende kennis. Voldoende kennis van de levensfasen van de mens, de betekenis van het gesproken woord, lichaamstaal, de manier waarop mensen zich in contact met andere mensen gedragen, en de mogelijke verschillen tussen woord en daad, belofte en prestatie en ten slotte tussen visie en toekomst. Je moet, kortom, een tijdje in het leven meegedraaid hebben om provocatief analist te kunnen worden. Over deze kennisgebieden schrijft Wijnberg in 'Ik kijk dwars door je heen'. Op een vlotte want licht-ironische manier - dat zeker - maar na enkele hoofdstukken verslapt de aandacht. Bij mij in ieder geval wel. Want veel nieuws heeft Wijnberg niet te melden. Ik zal een korte bloemlezing van zijn lessen geven: 1. Luister niet alleen naar wat mensen zeggen, let ook op wat ze níet zeggen. 2. Mensen zeggen non-verbaal mestal veel meer dan verbaal. Een goede analist luister dus niet alleen, hij kijkt ook. 3. Prik door clichés heen. 4. Ga uit van het principe 'Geen woorden maar daden' en durf de vraag te stellen: 'Do you practice what you preach?' Wie van u durft nu oprecht te zeggen: dat wist ik allemaal niet! Precies. Daarbij komt dat ook de lezer voor wie 'Ik kijk dwars door je heen' de eerste kennismaking met Wijnbergs repertoire is, al na een hoofdstuk of twee het trucje inmiddels doorheeft. Ergens in het derde hoofdstuk beschrijft de auteur dit als volgt: 'De provocatieve stijl kenmerkt zich, boven alles, door het continu (lach)spiegelen van de cliënt. Dit 'ik zal je wel laten zien hoe je overkomt' werkt niet alleen op de lachspieren maar heeft ook dikwijls als effect dat de cliënt de dwingende vraag stelt: 'U geeft nooit een oplossing, waarom is dat eigenlijk?'' Dat provocatieve technieken werken, geloof ik graag. Provoceren past wel bij mij en mijn faam als procesbegeleider schijnt zelfs (groten)deels gebaseerd te zijn op het gemak waarmee ik mensen met hun eigen gedragingen confronteer. Maar de provocatieve analyse leent zich niet voor het schrijven van een complete bibliotheek. Zelfs een plankje in de boekenkast is al te veel. Want als je één keer hebt beschreven hoe zo'n analyse werkt, heb je verder niks nieuws meer te melden. 'Ik kijk dwars door je heen' is dan ook uitsluitend interessant voor wie nog niet in de beginselen van de provocatieve analyse werd ingewijd.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.