Het anderhalfverdienersmodel geniet grote populariteit in Nederland. Echtpaar krijgt kinderen, man blijft full time werken en vrouw neemt een part time baan voor maximaal drie dagen per week. Van de vrouwen met kinderen in Nederland schijnt zo’n 80 procent een werkweek te hebben van 27 uur, waarmee aangetoond mag zijn dat het anderhalfverdienersmodel voor het overgrote deel van de echtparen-met-kinderen een ideale oplossing is. Volgens Volkskrant-redactrice Marjon Bolwijn is dat een prima zaak. Die schreef in haar eerder dit jaar verschenen boek De ideale werknemer is een moeder dat de Nederlandse vrouw het eigenlijk goed voor elkaar heeft met haar part time bestaan, wat boze post-feministen als Heleen Mees haar ook wijs proberen te maken.
Wilma van Hoeflaken, die als freelance journalist onder anderen werkt voor NRC Handelsblad en Opzij, ziet dat in haar nieuwe boek Tussen luiers en lease-auto toch anders. Volgens haar nemen veel moeders genoegen met banen onder hun niveau, omdat ze bijvoorbeeld op de fiets naar hun werk willen kunnen. Dat is nodig, want als je op tijd bij de crèche of de kleuterschool klaar wilt staan, moet je op de weg erheen niet in de file komen te staan. Bijgevolg komen ze vaak in administratieve of uitvoerende banen terecht; het soort banen waarvan maar weinig mensen oprecht kunnen volhouden dat ze ze leuk vinden. En dat levert vervolgens op termijn weer problemen op. Een baan onder je niveau gaat uiteindelijk meer energie kosten, omdat hij niet vervullend is. En dat kan uiteindelijk weer ten koste gaan van de energie die je hebt om in het huishouden te storten.
Van Hoeflaken raadt vrouwen dan ook aan om bij het zoeken van een part time baan zorgvuldig te kiezen, en eventueel wat meer reistijd toch voor lief te nemen als daar een interessantere baan tegenover staat.
En zo heeft Van Hoeflaken nog wel meer praktische tips en overwegingen in dit prettig geschreven boek. Hier en daar is ze wat zuur van toon, als ze klaagt over het feit dat mannen nog altijd veel minder verantwoordelijkheid op zich nemen in het huishouden, of dat er op school bijna per definitie meer van mama gevraagd word dan van papa. Maar de hoofdmoot van het boek is toch het aandragen van oplossingen voor de dilemma’s waar een moderne moeder mee te maken heeft. En daarin lijkt het aardig geslaagd.