In juni 2014 ontving de econoom Dani Rodrik (Harvard USA) een eredoctoraat aan de universiteit van Groningen. Ter gelegenheid daarvan verschenen onder meer in de NRC en de Volkskrant pagina grote interviews waarin hij inging op de boodschap in zijn boek. ‘De globaliseringsparadox’. Deze boodschap is kort en bondig samengevat in de ondertitel van dit boek: ‘Waarom mondiale vrijhandel, de natiestaat en democratie niet samengaan’. Als econoom en futuroloog die zich in zijn werk veel bezighoudt met vraagstukken rondom democratie en globalisering was ik erg nieuwsgierig naar zijn boek waarin hij nog dieper op deze boodschap zou kunnen ingaan. De eerste 150 bladzijden lezen als een eerstejaarssyllabus Internationale economische betrekkingen. We lezen de geschiedenis van het mercantilisme, het imperialisme, de gouden standaard en het akkoord van Bretton Woods. Misschien interessant voor niet-economen, maar voor een econoom bevat dit deel weinig nieuws. Daarna volgt een verhandeling over economische ontwikkeling en economische politiek die opnieuw weinig nieuws bevat. Althans voor economen. Maar ik zou het boek tekort doen als ik het alleen op de bekende inhoud zou beoordelen. Allereerst maakt Rodrik in dit deel ook duidelijk hoe ‘de economische waarheid’ keer op keer vooral dient om de belangen van de economische machtshebbers te verdedigen. Bankiers en politici (Colijn, Bos) stellen keer op keer een bittere pil voor die anderen moeten slikken. Zo laat Rodrik overtuigend zien hoe de sociale kosten van vrijhandel steeds worden afgewenteld op de sociaal zwakkeren, de lager opgeleiden etc, terwijl de voordelen vooral terecht komen bij degenen die het toch al goed hebben. Zeker in het kader van de lopende TTIP-onderhandelingen is het helemaal schokkend te constateren, dat er intussen al zo veel is geliberaliseerd dat de welvaartswinst van nog verdere liberalisering verwaarloosbaar is, terwijl de sociale kosten in de sfeer van bijvoorbeeld herverdeling van inkomens heel hoog zijn. Nog meer vrijhandel betekent een race ‘to the bottom’ op punten als lonen, arbeidsomstandigheden, milieueisen, gezondheids- en veiligheidseisen, privacy, vennootschapsbelasting etc. De oplossing die hij voorstelt is slimme globalisering, ofwel kapitalisme 3.0. Vrijhandel, maar niet tegen elke prijs. Eigenlijk dus gewoon een beetje van alle drie: vrijhandel, democratie en de natiestaat. Hoewel niemand het hier mee oneens kan zijn (behalve wellicht marktfundamentalisten die elk overheidsingrijpen afwijzen) zijn de feiten zoals Rodrik hier presenteert kennelijk nog steeds niet aangeland op de bureaus van de beleidsmakers, de bankjes van de Tweede Kamer, of de burelen van onze media. En dan heb ik toch een punt van kritiek. Het blijft mijns inziens allemaal te economisch. Er is meer in de wereld dan alleen de economie. Om een voorbeeld te geven; intussen is de globalisering al zo ver voortgeschreden dat wij ook heel goed in een spiraal terecht zouden kunnen komen van elkaar uitlokkende en elkaar versterkende internationale rampen. Van ineenstortende ecosystemen, , epidemieën met onbeheersbare virussen en bacteriën, wetenschappelijke ontsporingen, terroristische aanslagen, groeiende criminaliteit, religieus fanatisme, falende natiestaten, groeiende vreemdelingenhaat, massale volksverhuizingen, economische crises en oorlogen om schaarser wordende grondstoffen. Deze rampen houden zich niet meer aan landsgrenzen en de globalisering zal deze problemen dan ook naar de nu nog relatief rijke en veilige gebieden op aarde verspreiden. Daarom is politieke samenwerking veel urgenter dan economische samenwerking. Dat mis ik in dit boek. Voor wie is dit boek nu interessant? Voor economen, omdat het laat zien dat veel ‘economische waarheid’ toch vooral ideologie is. Voor beleidsmakers omdat het veel feitenmateriaal bevat dat dit punt ook duidelijk maakt, voor geïnteresseerden in economische politiek (de geïnteresseerde NRC en Volkskrant lezer) idem. En natuurlijk is dit boek verplichte kost voor iedereen die zich met TTIP bezighoudt.
Over Peter van der Wel
Peter van der Wel houdt zich al ruim 30 jaar professioneel met de toekomst bezig. Hij is auteur van verschillende boeken op het gebied van futurologie en toekomstverkennen en mede-oprichter en voormalig vice-president van de Dutch Future Society.