Iris Posthouwer weet goed waar ze het over heeft en kan dat ook aansprekend vertellen. Zo start ze Iets met grenzen stellen met een voorbeeld uit haar eigen leven. Jaren geleden liet ze - om haar man een plezier te doen - een tatoeage zetten, hoewel ze daar eerder nee op had gezegd. De tatoeëerder overrompelt haar en ze krijgt precies het hartje dat ze níet wilde op haar pols. Nu zou ze dat anders aanpakken. Het is een mooie illustratie van hoe we allemaal regelmatig te werk gaan: pleasen en dingen slikken omdat we de goede vrede willen bewaren... En dan in situaties belanden waar je niet blij van wordt. Als je dat te vaak doet kom je met jezelf in de knel. Het inzicht dringt zich op: zo kan het niet langer; ik heb nu hulp nodig.
Concreet
Die hulp biedt Posthouwer, heel concreet, compleet met stappenplannen en een uitgebreid arsenaal aan bruikbare voorbeeldzinnen. Leuk zijn de muzieknootjes die daar soms bij staan: op die momenten maakt ook de toon waarop je de zin uitspreekt een groot verschil. Goed om je daarvan bewust te zijn. Op de kaft wordt het boek aangeprezen als ‘praktische gids’ – praktisch is ie zeker!
Bruikbare tips
Er zitten meerdere hele bruikbare tips tussen, zoals het voorbeeld van het ophangen van een spiegel achter de receptie, waarin agressieve klanten zichzelf tekeer kunnen zien gaan en daardoor (aantoonbaar) tot bezinning komen. Ook het hardop praten in ‘denkwolkjes’ en de ‘if-then strategieën’ lijken ons heel bruikbare manieren om op een subtiele manier je grenzen te markeren. De vaak klakkeloos herhaalde mythe dat 93% van onze communicatie non-verbaal zou zijn, wordt door Posthouwer terecht onderuitgehaald: de woorden die je kiest doen er wel dégelijk toe! Toch kun je je ook afvragen hoe nou precies de balans is tussen taal en gedrag: hoeveel invloed heeft die laatste dimensie?
Cultuur
Het boek is sterk geschreven vanuit het individu en hoe dat interacteert met anderen. Voor aspecten van cultuur en bijvoorbeeld patroonmatige toxische uitwisseling is minder aandacht. In onze ogen had daar meer aandacht aan kunnen worden besteed: zeker binnen én tussen organisaties is de (eco)systemische dimensie ook heel relevant. Wie daar meer over wil weten kan bijvoorbeeld terecht bij De voorbeeldige organisatie van Naomi Ellemers en Dick de Gilder, waarin uitgebreid wordt ingegaan op de sociale identiteitstheorie.
Bronnen
Opvallend is verder dat de auteur in haar voetnoten een enorm aantal artikelen citeert, maar nauwelijks boeken. De bronnen dienen vooral ter verificatie; door zo weinig boeken op te nemen, krijg je weinig zicht op de samenhang tussen de geciteerde publicaties, terwijl ook dat aspect interessant kan zijn en een wat bredere blik zou kunnen opleveren.
Dat gezegd hebbend kunnen we Iets met grenzen stellen van Iris Posthouwer van harte aanbevelen, vooral aan diegenen die op zoek zijn naar hoe ze soepeler en overtuigender hun eigen grenzen kunnen aangeven.