Het begrip organisatieveranderkunde werd in de jaren vijftig in Nederland geïntroduceerd. Sinds die tijd er veel veranderd, stellen Willem Vrakking en Anton Cozijnsen in het voorwoord bij hun Basisboek veranderkunde. ‘Organisatiekundigen hebben zich in toenemende mate geprofileerd als professionele veranderaars. De inzichten omtrent veranderkunde zijn toegenomen en leveren een steeds grotere bijdrage aan de oplossing van organisatievraagstukken.’
Vrakking en Cozijnsen zijn er niet alleen maar bij geweest, bij al die veranderingen in de veranderkunde. Zij hebben er ook mee vorm aan gegeven. Vrakking als medeoprichter van de Holland Consulting Group en als hoogleraar aan de Erasmus Universiteit. Cozijnsen als zelfstandig consultant, hoogleraar aan de Vrije Universiteit en directeur onderzoek van het NCOI. En samen als auteur van gezaghebbende publicaties als het Handboek voor strategisch innoveren (1986), Ontwerp en invoering (1995) en het Handboek verandermanagement (2003).
Aan dat lijstje standsaardwerken kunnen we het nagelnieuwe Basisboek veranderkunde met een gerust hart toevoegen. Eerder dan een herziene versie van het inmiddels tien jaar oude Handboek verandermanagement is hete en actuele, systematische en integrale presentatie van het beste wat het vakgebied de afgelopen decennia aan inzichten heeft opgeleverd.
Bij het schrijven van het Basisboek veranderkunde hebben Vrakking en Cozijnsen zich door een aantal uitgangspunten laten leiden. Het eerste is dat veranderingen integraal moet worden aangepakt, dat wil zeggen met gebruikmaking van alle disciplines die daar verstandige dingen over te zeggen hebben. Het tweede uitgangspunt is dat veranderen echt met bijdragen aan de beoogde resultaten van de organisatie. Met andere woorden: dat de veranderingen zinvol moeten zijn voor de mensen die ermee te maken krijgen, zowel intern als extern. Het derde is dat in ieder veranderingsproces het verkrijgen en behouden van vertrouwen cruciaal is, zowel bij de medewerkers binnen de eigen organisatie als bij de stakeholders die wat meer op afstand staan. Dus niet: werken vanuit één stroming, niet pretenderen dat er maar één oplossing is, en wel: luisteren, alternatieven doordenken, en die open bespreken.
Een begrip dat steeds terugkomt als Vrakking en Cozijnsen praten over hun vak is evidence based. Veranderen op basis van ideologie of intuïtie is vragen om moeilijkheden, vinden zij. Veranderingen moeten worden gestuurd op onderbouwde inzichten, waarvan wetenschappelijk is vastgesteld dat ze hout snijden. De uitdaging is om in de praktijk steeds mee gebruik te maken van alle onderzoeken die internationaal naar organisatieverandering wordt gedaan. Die vormen leveren namelijk de kennis op waarmee change agents een solide basis kunnen geven aan hun interventies.
Nieuw in het Basisboek veranderkunde, vergeleken met het oude Handboek verandermanagement, is de aandacht voor de digitale technologie. Vrakking en Cozijnsen zijn tot het inzicht gekomen dat die van groot belang is voor het functioneren van organisaties. De mogelijkheden van ICT en internet bij veranderingsprocessen komen daarom nu expliciet aan bod, met name daar waar het gaat om het vaststellen van de ontwerpcriteria voor de nieuwe organisatie en om de ondersteuning van het kennismanagement. Wat hier helaas niet aan bod komt, is de rol die sociale media kunnen spelen bij het ontwikkelen van draagvlak voor de verandering.
Bij het schrijven hebben Vrakking en Cozijnsen twee belangrijke doelgroepen voor ogen gehad. Het Basisboek veranderkunde is in de eerste plaats een leerboek voor studenten. Daarvan getuigen de vele didactische hulpmiddelen die erin zijn opgenomen - zoals leervragen, opdrachten en cases. In de tweede plaats biedt het een referentiekader voor change agents - dat wil zeggen: voor iedereen die in welke functie dan ook verantwoordelijk is voor een grote of kleine verandering in een organisatie. Beide doelgroepen komen met dit boek volop aan hun trekken.
Over Pierre Spaninks
Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.