Omzetbelastingaspecten van ondernemingsfinanciering
Paperback Nederlands 2017 1e druk 9789013140118Samenvatting
Deze uitgave behandelt de omzetbelastinggevolgen die samenhangen met de financiering van ondernemingen. Onderzocht is wat deze gevolgen precies zijn en hoe zij zich verhouden tot de strekking van de omzetbelasting. Voor de geconstateerde knelpunten worden mogelijke oplossingen aangedragen.
Voor zover deze oplossingen opportuun zijn geacht, zijn zij uitgewerkt in concrete voorstellen tot wijziging van de tekst van de Wet OB 1968 en de Europese Btw-richtlijn.
In Omzetbelastingaspecten van ondernemingsfinanciering is een onderverdeling gemaakt tussen financieringen met eigen vermogen (hoofdzakelijk aandelen), verhandelbare schuldinstrumenten (met name obligaties), krediet (onder meer leningen) en overnames van schuldvorderingen (hoofdzakelijk factoring en securitisaties). De huidige stand van het recht wordt aan de hand van de jurisprudentie van de Hoge Raad en het Hof van Justitie, alsmede de literatuur, per type financiering en de daarbij voorkomende transacties besproken en geëvalueerd, mede aan de hand van concrete voorbeelden. Daarbij wordt tevens ingegaan op de gevolgen van het beëindigen van de financieringsrelatie, bijvoorbeeld door het overdragen van aandelen, en op de behandeling van diverse soorten diensten die vaak in samenhang met financieringen worden verleend. Verder worden op diverse plaatsen verbanden gelegd en analogieën gezocht met andere rechtsgebieden. De afbakening van de diverse typen financieringsinstrumenten voor de heffing van omzetbelasting blijft evenmin onbesproken.
In een algemeen deel is ten slotte een verfrissend perspectief te vinden op de strekking van de omzetbelasting (ook wel het rechtskarakter genoemd) en het begrip verbruik. Ook wordt in dat deel in algemene zin stilgestaan bij het begrip economische activiteit, de aftrek van voorbelasting en het zogeheten verlengstukcriterium. Deze thema’s zijn samengebracht in een model dat een zekere gelaagdheid in een economische activiteit aanbrengt. Dit model kan dienen als hulpmiddel, bijvoorbeeld om te bepalen of een overdracht van aandelen het recht op aftrek van voorbelasting van een ondernemer beïnvloedt.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van gebruikte afkortingen XV
Lijst van verkort aangehaalde werken XIX
DEEL I – ALGEMEEN 1
HOOFDSTUK 1 Inleiding en verantwoording 3
1.1 Omzetbelasting en ondernemingsfinanciering 3
1.2 Achtergrond van het onderzoek 4
1.3 Onderzoeksvragen 5
1.4 Methode 6
1.5 Plan van aanpak 7
1.6 Unierechtelijke context 8
1.6.1 Algemeen 8
1.6.2 Karakter Btw-richtlijn 8
1.6.3 Richtlijnconforme uitleg 9
1.6.4 Rechtstreekse werking 10
1.6.5 Wijziging van de Wet OB 1968 en de Btw-richtlijn 12
1.6.6 Interpretatie van het Unierecht 12
1.7 Verwijzingen en terminologie 14
1.7.1 Verwijzingen naar de Btw-richtlijn 14
1.7.2 Omzetbelasting of btw 15
1.7.3 Prestaties, handelingen en werkzaamheden 15
1.7.4 Economisch karakter en economisch belang 16
1.8 Afsluiting van het onderzoek 16
HOOFDSTUK 2 Strekking van de omzetbelasting 17
2.1 Inleiding 17
2.2 Rechtvaardiging van een omzetbelasting in het algemeen 17
2.3 Strekking van de omzetbelasting volgens het btw-stelsel 19
2.3.1 Overzicht 19
2.3.2 Afleiding uit de EU-verdragen en de Btw-richtlijn 20
2.3.3 Uitwerking onderscheiden elementen 22
2.3.4 Mogelijke kritiek 27
2.3.5 Vertaling naar concrete uitwerking van de omzetbelasting 28
2.4 Definitie van verbruik 28
2.4.1 Contouren 28
2.4.2 Verbruik is consumptie 29
2.4.3 Verbruik vloeit voort uit productie 30
2.4.4 Vergelijking met het systeem van nationale rekeningen 31
2.4.5 Implicaties en nuances 32
2.4.6 Verbruik in relatie tot geld en aandelen 33
2.4.7 Praktische betekenis van het begrip verbruik 35
2.4.8 Slotsom 36
2.5 Tussenconclusie 37
HOOFDSTUK 3 Drie algemene thema’s en een model 39
3.1 Inleiding 39
3.2 Het begrip economische activiteit 39
3.2.1 Belang voor het onderzoek 39
3.2.2 Definitie ‘economische activiteit’ 40
3.2.3 Afbakening van het begrip 41
3.2.4 Economische exploitaties van vermogensbestanddelen 44
3.2.5 Verhouding exploitaties tot andere economische activiteiten 47
3.3 Aftrek van voorbelasting 49
3.3.1 Belang voor het onderzoek 49
3.3.2 Uitleg ‘gebruik voor belaste handelingen’ 50
3.3.3 Invloed van ‘onbelastbare handelingen’ 53
3.3.4 Praktische vaststelling van gebruik voor belaste handelingen 56
3.3.5 Aftrek bij gedeeltelijk gebruik voor een economische activiteit 58
3.3.6 Directe en algemene kosten 60
3.3.7 Splitsen van voorbelasting bij belaste en vrijgestelde prestaties 62
3.4 Verlengstukcriterium 66
3.4.1 Plaatsbepaling 66
3.4.2 Ontwikkeling van het verlengstukcriterium in de jurisprudentie 67
3.4.3 Kritiek 70
3.5 Schillenmodel economische activiteit 70
3.5.1 Introductie 70
3.5.2 Schillenmodel 70
3.5.3 Totaalbeeld ondernemer 72
DEEL II – HUIDIGE STAND VAN HET RECHT 75
HOOFDSTUK 4 Aandelen en andere deelnemingen in entiteiten 77
4.1 Inleiding 77
4.2 Beschrijving van het fenomeen aandelen; enige verschijningsvormen 78
4.2.1 Historie 78
4.2.2 Verband tussen aandelen en rechtspersoonlijkheid 78
4.2.3 Typering van vennootschappen 79
4.2.4 Diverse typen aandelen, afgeleiden van aandelen en andere deelnemingen 80
4.3 Enige algemene (fiscaal-)juridische aspecten 81
4.3.1 Nederlands privaatrecht 81
4.3.2 Toezichtrecht 82
4.3.3 Jaarrekeningenrecht 83
4.3.4 Directe belastingen 84
4.4 Begrip deelneming voor de Wet OB 1968 86
4.4.1 Eigen begrip 86
4.4.2 Interpretatie artikel 135, lid 1, onderdeel f, Btw-richtlijn 86
4.4.3 Deelnemingen versus leningen 88
4.5 Verkrijgen en houden van aandelen (aandeelhouders) 91
4.5.1 Prestatiebegrip 91
4.5.2 Economisch karakter 93
4.5.3 Aftrek van voorbelasting 108
4.5.4 Bijzondere situaties 110
4.6 Overdragen van aandelen (aandeelhouders) 114
4.6.1 Prestatiebegrip 114
4.6.2 Economisch karakter 117
4.6.3 Vrijstelling 123
4.6.4 Aftrek van voorbelasting 124
4.6.5 Bijzondere situaties 134
4.7 Uitgeven van aandelen (emittenten) 138
4.7.1 Inleiding 138
4.7.2 Prestatiebegrip 138
4.7.3 Economisch karakter en aftrek van voorbelasting 140
4.8 Bijzonderheden bij andere typen deelnemingen 141
4.8.1 Inleiding 141
4.8.2 Deelnemingen in entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid 141
4.8.3 Lidmaatschapsrechten in coöperaties 142
4.9 Enige bijzonderheden bij de inkoop van diensten 143
4.9.1 Inleiding 143
4.9.2 Plaats van dienst ingekochte diensten en verleggingsregeling 144
4.9.3 Vrijstelling voor handelingen inzake effecten 147
4.10 Reflectie op het huidige recht 149
4.10.1 Opbrengsten die voortvloeien uit eigendom of kapitaalsfeer? 149
4.10.2 Onzekerheid bij afbakening van de kapitaalsfeer 150
4.10.3 Rechtvaardiging onderscheid deelnemingen en leningen 150
4.10.4 Zuivere aandeelhouders – vergelijking met het mededingingsrecht 151
4.10.5 Afbakening economische deelnemingen 153
4.10.6 Onzekerheid gevolgen aandelenoverdrachten 155
4.10.7 Mogelijkheden tot planning via de kapitaalsfeer 156
4.10.8 Inbreuken op het Unierecht 158
HOOFDSTUK 5 Obligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten 159
5.1 Inleiding 159
5.2 Beschrijving van het fenomeen; enkele verschijningsvormen 160
5.2.1 Obligaties 160
5.2.2 Commercial paper, depositocertificaten en schatkistpapier 160
5.2.3 Cheques, wissels en promessen 161
5.3 Enige algemene (fiscaal-)juridische aspecten 161
5.3.1 Nederlands privaatrecht 161
5.3.2 Toezichtrecht 162
5.3.3 Jaarrekeningenrecht 162
5.3.4 Directe belastingen 163
5.4 Begrip verhandelbare schuldinstrumenten voor de Wet OB 1968 163
5.4.1 Interpretatie artikel 11, lid 1, onderdeel i, ten tweede, Wet OB 1968 163
5.4.2 Verhandelbare schuldinstrumenten versus andere leningen 164
5.5 Verkrijgen en houden van obligaties (obligatiehouders) 164
5.5.1 Prestatiebegrip 164
5.5.2 Economisch karakter 167
5.5.3 Aftrek van voorbelasting 168
5.6 Overdragen van obligaties (obligatiehouders) 169
5.6.1 Prestatiebegrip en vrijstelling 169
5.6.2 Economisch karakter 169
5.6.3 Aftrek van voorbelasting 170
5.7 Uitgeven van obligaties (emittenten) 171
5.7.1 Prestatiebegrip 171
5.7.2 Economisch karakter en aftrek van voorbelasting 171
5.8 Commercial paper, depositocertificaten en schatkistpapier 172
5.9 Enige bijzonderheden bij de inkoop van diensten 174
5.10 Reflectie op het huidige recht 175
5.10.1 Onzekerheid of obligatierente de vergoeding voor krediet kan zijn 175
5.10.2 Verklaring gelijkschakeling obligaties met aandelen 175
5.10.3 Overeenkomsten en verschillen tussen obligaties en andere leningen 176
HOOFDSTUK 6 Verlening van krediet 179
6.1 Inleiding 179
6.2 Beschrijving van het fenomeen; enkele verschijningsvormen 179
6.2.1 Algemene omschrijving van krediet 179
6.2.2 Traditionele vormen van krediet 180
6.2.3 Huurkoop en financiële lease 180
6.2.4 Sale-and-lease-back 181
6.2.5 Derivaten en commodity trades 181
6.2.6 Terugbetalingsverplichtingen, achterstellingen en zekerheden 182
6.2.7 Diverse vergoedingen 182
6.3 Enige algemene (fiscaal-)juridische aspecten 183
6.3.1 Nederlands privaatrecht 183
6.3.2 Toezichtrecht 185
6.3.3 Jaarrekeningenrecht 185
6.3.4 Directe belastingen 186
6.4 Begrip verlening van krediet voor de Wet OB 1968 188
6.4.1 Artikel 11, lid 1, onderdeel j, ten eerste, Wet OB 1968 188
6.4.2 Uitlenen van geld of het toezeggen daarvan 189
6.4.3 Uitstel voor de aflossing van een schuld 191
6.4.4 Diverse situaties 194
6.5 Verlening van krediet (kredietverschaffers) 198
6.5.1 Prestatiebegrip 198
6.5.2 Economisch karakter 204
6.5.3 Vrijstelling 209
6.5.4 Invloed op het recht op aftrek van voorbelasting 209
6.5.5 Bijzondere situaties 216
6.6 Aantrekken van krediet (kredietnemers) 219
6.6.1 Prestatiebegrip en vrijstelling voor verschaffen zekerheidsrechten 219
6.6.2 Hoedanigheid en aftrek van voorbelasting 219
6.7 Enige bijzonderheden bij de inkoop van diensten 219
6.8 Reflectie op het huidige recht 220
6.8.1 Verlening van krediet is wel een dienst onder bezwarende titel 220
6.8.2 Werking artikel 15, lid 2, onderdeel c, Wet OB 1968 221
6.8.3 Bijkomstige financiële handelingen 224
HOOFDSTUK 7 Factoring en andere overnames van schuldvorderingen 227
7.1 Inleiding 227
7.2 Beschrijving van het fenomeen; enige verschijningsvormen 228
7.2.1 Algemene omschrijving van factoring 228
7.2.2 Typen van factoring 229
7.2.3 Securitisatie 230
7.2.4 Non-performing loans 231
7.3 Enige algemene (fiscaal-)juridische aspecten 232
7.3.1 Nederlands privaatrecht 232
7.3.2 Toezichtrecht 233
7.3.3 Jaarrekeningenrecht 233
7.3.4 Directe belastingen 233
7.4 Begrippen schuldvordering en factoring voor de Wet OB 1968 233
7.4.1 Inleiding 233
7.4.2 Begrip ‘schuldvordering’ 233
7.4.3 Begrip ‘factoring’ 234
7.4.4 Beleid staatssecretaris van Financiën 236
7.4.5 Invloed van rente 237
7.5 Overnemen van schuldvorderingen (financiers) 238
7.5.1 Prestatiebegrip 238
7.5.2 Economisch karakter 244
7.5.3 Vrijstelling 245
7.5.4 Invloed op het recht op aftrek van voorbelasting 246
7.5.5 Artikel 37d Wet OB 1968 247
7.6 Houden van overgenomen kredieten (financiers) 247
7.7 Verkoop van schuldvorderingen (ontvanger financiering) 248
7.7.1 Prestatiebegrip en vrijstelling 248
7.7.2 Economisch karakter 250
7.7.3 Aftrek van voorbelasting 251
7.7.4 Artikel 37d Wet OB 1968 253
7.8 Enige bijzondere overnames van schuldvorderingen 253
7.8.1 Factoring met pandrechten 253
7.8.2 Overname positie financiële lessor of huurverkoper 254
7.8.3 Stille cessie 255
7.8.4 Overname en houden non-performing loans 256
7.9 Reflectie op het huidige recht 258
7.9.1 Spanning tussen privaatrecht en economische en commerciële realiteit 258
7.9.2 Onzekerheid over het onderscheid tussen ‘MKG’ en ‘GFKL’ 259
7.9.3 Onzekerheid over de gevolgen van overdrachten van schuldvorderingen 260
DEEL III – EVALUATIE HUIDIG RECHT EN OPLOSSINGEN VOOR KNELPUNTEN 261
HOOFDSTUK 8 Toetsing van het huidige recht aan de strekking van de omzetbelasting 263
8.1 Inleiding 263
8.2 Beoordeling positie verstrekkers van financiering 263
8.2.1 Ondernemerschap 263
8.2.2 (Niet-)heffing bij financieringen met economisch karakter 269
8.2.3 Aftrek van voorbelasting bij financieringen met economisch karakter 273
8.2.4 Mogelijkheden tot onzakelijk handelen via de kapitaalsfeer 275
8.3 Toetsing positie ontvangers van financiering (ondernemingen) 275
8.3.1 Niet-heffing bij aantrekken en terugbetalen financiering 275
8.3.2 Aftrek van voorbelasting bij aantrekken en terugbetalen financiering 276
8.3.3 Mogelijkheden tot onzakelijk handelen via de kapitaalsfeer 277
8.4 Tussenconclusie 277
HOOFDSTUK 9 Oplossingen voor knelpunten 279
9.1 Inleiding 279
9.2 Kader voor oplossingen 279
9.3 Unilaterale oplossingen 281
9.3.1 Toelaten van niet-ondernemers in de fiscale eenheid 281
9.3.2 Algemene optie voor belastingheffing financiële diensten 282
9.3.3 Tot concerns beperkte optie voor belastingheffing financiële diensten 284
9.3.4 Verleggingsregeling bij optie voor belastingheffing 292
9.3.5 Invoering normale waarde in gelieerde verhoudingen 292
9.4 Oplossingen met wijziging van de Btw-richtlijn 293
9.4.1 Nauwkeuriger omschrijven van economische exploitaties 293
9.4.2 Alle actieve deelnemers ondernemer maken 294
9.4.3 Aanpassing van het aftrekrecht van alle actieve deelnemers 294
9.4.4 Ondernemerschap bedrijfsmatige overnemers van schuldvorderingen 296
9.4.5 Schrappen artikel 12, lid 1, Btw-richtlijn 297
9.4.6 Grensoverschrijdende fiscale eenheid 298
9.4.7 Bepaalde financiële transacties van het begrip dienst uitzonderen 298
9.4.8 Nultarief voor financiële diensten 299
9.4.9 Aanpassing artikel 169, onderdeel c, Btw-richtlijn 299
9.4.10 Aanpassing artikel 174, lid 2, onderdeel b/c, Btw-richtlijn 300
DEEL IV – SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 303
HOOFDSTUK 10 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 305
10.1 Samenvatting en conclusies 305
10.1.1 Doel en onderzoeksvragen 305
10.1.2 Eerste onderzoeksvraag 306
10.1.3 Tweede onderzoeksvraag 316
10.2 Aanbevelingen 318
10.2.1 Wegnemen van inbreuken op het Unierecht 318
10.2.2 Mogelijke oplossingen voor geconstateerde knelpunten 318
10.2.3 Uitwerking aanbevelingen 320
Appendix – Wijzigingsvoorstellen 321
English Summary 331
Lijst Van Aangehaalde Literatuur 347
Lijst van aangehaalde jurisprudentie 365
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan