De effectuering van fiscale persoonlijke tegemoetkomingen van buitenlandse belastingplichtigen
Paperback Nederlands 2017 1e druk 9789013145892Samenvatting
Fiscale tegemoetkomingen die verband houden met de persoonlijke en gezinssituatie vormen een onderdeel van de belastingheffing naar draagkracht van personen. De (buitenlandse) belastingplichtige die vanwege het verrichten van grensoverschrijdende arbeid arbeidsinkomen geniet dat niet uitsluitend in de woonstaat aan belastingheffing onderworpen is, wordt in de regel geconfronteerd met een afwijkende fiscale behandeling ten opzichte van belastingplichtigen die uitsluitend in de woonstaat arbeid verrichten, onder andere vanwege een beperktere effectuering van deze fiscale tegemoetkomingen.
De auteur heeft de systematiek van het huidige internationale OESO-belastingrecht behandeld ter duiding van het ontstaan van dit onderscheid in behandeling. Vervolgens is er in kaart gebracht op welke wijze het (prevalerende) Europees recht, dat is uitgelegd en toegepast door het Hof van Justitie van de Europese Unie (ook wel geduid als de Schumacker-doctrine), van invloed is op dit al dan niet toegestane onderscheid in behandeling. Ook is de wijze waarop de Nederlandse wetgever, door middel van de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen, tegemoet tracht te komen aan het in kaart gebrachte Europees recht behandeld en heeft de auteur getoetst in welke mate deze Nederlandse regeling in lijn is het met het Europees recht.
Ten slotte is de fundamentele werking van de Schumacker-doctrine zelf en het fractioneel in de belastingheffing betrekken van de persoonlijke en gezinssituatie als alternatief in het licht van de doelstellingen van het Europees recht aan een nadere analyse onderworpen en komt de auteur tot een reeks vaststellingen en aanbevelingen met betrekking tot de Nederlandse regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen alsmede de fundamentele werking van de Schumacker-doctrine.
Trefwoorden
fiscaal recht belastingrecht europees recht internationale belastingheffing persoonlijke tegemoetkomingen grensoverschrijdende arbeid schumacker-doctrine buitenlandse belastingplichtigen arbeidsinkomen oeso-belastingrecht nederlandse belastingwetgeving belastingheffing naar draagkracht hof van justitie europese unie progressieve belastingheffing expatriates discriminatie bronstaat woonstaat kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen belastingverdragen
Trefwoorden
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
Inhoudsopgave VII
HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1
1.1 Aanleiding 1
1.2 Probleemstelling 2
1.3 Methodologie/plan van aanpak 3
HOOFDSTUK 2: HOE WORDEN ARBEIDSINKOMSTEN EN PERSOONLIJKE TEGEMOETKOMINGEN BIJ GRENSOVERSCHRIJDENDE ARBEID CONFORM HET INTERNATIONALE OESOBELASTINGRECHT IN DE BELASTINGHEFFING BETROKKEN? 5
2.1 De juridische heffingsbeginselen in het geval van arbeidsinkomen bij grensoverschrijdende arbeid 5
2.2 De progressieve belastingheffing in de woon- en bronstaat bij grensoverschrijdende arbeid 7
2.3 De effectuering van persoonlijke tegemoetkomingen bij grensoverschrijdende arbeid 9
2.4 Conclusie 11
HOOFDSTUK 3: HOE VOORZIET HET EUROPEES RECHT IN DE TOEKENNING VAN PERSOONLIJKE TEGEMOETKOMINGEN IN DE DIRECTE BELASTINGHEFFING VAN DE WERKSTAAT AAN BUITENLANDSE BELASTINGPLICHTIGE ARBEIDERS? 13
3.1 Wat zijn de bronnen en de toepasselijkheid van het Europees recht? 13
3.2 Het Europees recht met betrekking tot de heffing van (directe) belastingen op arbeidsinkomen 14
3.3 Het Schumacker-arrest 17
3.3.1 De feiten en omstandigheden 17
3.3.2 Inwoner versus niet-inwoner 18
3.3.3 Niet-inwoner toch vergelijkbaar met inwoner: het tweeledige inkomenscriterium 19
3.4 Het gezinsinkomen geheel of nagenoeg geheel in een andere staat dan de woonstaat verwerven 21
3.5 Onvoldoende inkomen om in de woonstaat aan een belastingheffing te worden onderworpen, waarbij rekening kan worden gehouden met de persoonlijke en gezinssituatie 26
3.6 Persoonlijke tegemoetkomingen vs. verminderingen verband houdend met verwerven van inkomen 32
3.6.1 Verminderingen verband houdend met het verwerven van inkomen 32
3.6.2 Persoonlijke tegemoetkomingen 34
3.7 Conclusie 35
HOOFDSTUK 4: HOE VOORZIET DE REGELING VOOR KWALIFICERENDE BUITENLANDSE BELASTINGPLICHTIGEN VAN ARTIKEL 7.8 WET IB 2001 JO. ARTIKEL 21BIS UITV.BESL. IB 2001 IN DE TOEKENNING VAN PERSOONLIJKE TEGEMOETKOMINGEN IN DE DIRECTE BELASTINGHEFFING AAN BUITENLANDSE BELASTINGPLICHTIGE ARBEIDERS? 37
4.1 De aanleiding voor introductie van de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen 37
4.2 De strekking van de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen 39
4.3 De personele reikwijdte van de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen 40
4.4 Het inkomenscriterium 41
4.4.1 Inkomen buitenlandse belastingplichtigen (nagenoeg) geheel onderworpen aan belastingheffing 42
4.4.2 Niet geheel of nagenoeg geheel onderworpen aan belastingheffing in Nederland: toch voldoen 43
4.5 De persoonlijke tegemoetkomingen 45
4.6 Conclusie 46
HOOFDSTUK 5: HOE VERHOUDT DE REGELING VOOR KWALIFICERENDE BUITENLANDSE BELASTINGPLICHTIGEN VAN ARTIKEL 7.8 WET IB 2001 JO. ARTIKEL 21BIS UITV.BESL. IB 2001 ZICH TOT HET EUROPESE RECHT OMTRENT DE TOEKENNING VAN PERSOONLIJKE TEGEMOETKOMINGEN AAN BUITENLANDSE BELASTINGPLICHTIGE ARBEIDERS? 49
5.1 De personele reikwijdte 49
5.2 Het inkomenscriterium 51
5.2.1 De 90%-onderworpenheidsgrens 51
5.2.2 De uitzondering op de 90%-onderworpenheidsgrens 55
5.2.3 De beoordeling naar Nederlandse maatstaven 56
5.3 De vangnetbepaling van artikel 7.8 lid 4 Wet IB 2001 57
5.3.1 Definitie van “belastingvoordelen” in de woonstaat 57
5.3.2 De voor zover-benadering 59
5.4 Conclusie 60
HOOFDSTUK 6: IS HET FRACTIONEEL IN DE BELASTINGHEFFING BETREKKEN VAN HET INKOMEN EN DE PERSOONLIJKE TEGEMOETKOMINGEN VAN EEN GRENSOVERSCHRIJDEND ACTIEVE ARBEIDER EEN GESCHIKT ALTERNATIEF OP DE SCHUMACKER-DOCTRINE IN HET LICHT VAN DE DOELSTELLINGEN VAN HET EUROPEES RECHT? 63
6.1 Kritiek op de fundamentele werking van de Schumacker-doctrine 63
6.2 Een alternatief: het fractioneel in de belastingheffing betrekken van de persoonlijke en gezinssituatie 67
6.3 Is het fractioneel in de belastingheffing betrekken van de persoonlijke en gezinssituatie een geschikt alternatief in het licht van de doelstellingen van het Europees recht? 70
6.4 Conclusie 74
HOOFDSTUK 7: CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 77
7.1 Internationaal en Europees belastingrecht omtrent de directe belastingheffing van arbeidsinkomen bij grensoverschrijdende arbeid 77
7.2 De Schumacker-doctrine 78
7.3 Regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen niet in lijn met Schumacker-doctrine 78
7.3.1 Aanbeveling tot wijziging van het inkomenscriterium 79
7.3.2 Overige aanbevelingen tot wijziging/verduidelijking van artikel 7.8 lid 4 Wet IB 2001 80
7.4 Schumacker-doctrine niet optimaal in lijn met doelstellingen van het Europees recht: aanbeveling tot fractionele belastingheffing van inkomen en persoonlijke tegemoetkomingen 80
Literatuurlijst 83
Jurisprudentielijst 87
Overige stukken van de Europese Unie 88
Kamerstukken 88
Anderen die dit boek kochten, kochten ook
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan