Pandbelening
E-book Pdf met watermerkbeveiliging Nederlands 2023 1e druk 9789400112889Samenvatting
Pandbelening is de transactie, waarbij de pandbelener een roerende zaak, zoals bijvoorbeeld goud, sieraden, mobiele telefoons, audioapparatuur of muziek instrumenten, in de macht van het pandhuis brengt. Als tegenprestatie hiervoor wordt door het pandhuis aan de pandbelener een geldsom verstrekt. Pandbelening bestaat al sinds de dertiende eeuw en voorziet in een behoefte van mensen die acuut geld nodig hebben, maar geen geld kunnen of willen lenen bij een bank of andere kredietverstrekker en ook geen bezittingen willen verkopen.
In 2014 is in Titel 7.2D van het Burgerlijk Wetboek een regeling voor pandbelening ingevoerd, waarbij de verouderde Pandhuiswet uit 1910 werd vervangen. In de regeling staat de bescherming van de consument voorop. In dit boek wordt de regeling van pandbelening in Titel 7.2D BW onderzocht binnen het systeem van het vermogensrecht. Tevens wordt onderzocht of de regeling voorziet in een evenwichtige bescherming van de belangen van de bij de overeenkomst van pandbelening betrokken partijen. Aanvullend geeft een rechtsvergelijkend perspectief meer diepgang. Daarbij is gekozen voor vergelijking met het Duitse recht.
Aan de juridische aspecten van pandbelening is in de literatuur niet veel aandacht besteed. Een grondige analyse van de regeling in Titel 7.2D BW ontbreekt. Dit boek beoogt hierin te voorzien.
Dit is een boek in de Meijers-reeks. De reeks valt onder verantwoordelijkheid van het E.M. Meijers Instituut voor Rechtswetenschappelijk onderzoek van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden.
Het onderzoek werd verricht in het kader van het facultaire onderzoeksprogramma ‘Coherent Privaatrecht’.
Trefwoorden
pandbelening burgerlijk wetboek pandrecht consumentenbescherming goederenrecht vermogensrecht contractenrecht wetteksten rechtswetenschappelijk onderzoek pandhuiswet rechtsvergelijking overeenkomstenrecht eigendomsrecht kredietverschaffing fiduciaverbod toezicht en handhaving financieel recht pandhuis voorwaardelijke rechten wetsgeschiedenis duits recht rechtspositie
Trefwoorden
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1 Inleiding 1
1.1 Introductie van het onderwerp 1
1.2 Aanleiding voor het onderzoek 2
1.3 Plan van behandeling 5
1.4 Methode en rechtsvergelijking 7
1.5 Gebruik van begrippen 8
2 Pandbelening in Nederland voorafgaand aan de Pandhuiswet 1910 11
2.1 Pandbelening in de landsheerlijke tijd 11
2.1.1 Middeleeuwen 11
2.1.2 De Habsburgse vorsten: Karel V en Philips II 16
2.2 Pandbelening tijdens de Republiek 18
2.3 Pandbelening in de Bataafs-Franse tijd: 1795-1813 27
2.3.1 De Bataafse Republiek: 1795-1805 27
2.3.2 De regering van raadspensionaris Schimmelpenninck en het Koninkrijk Holland:1805-1810 29
2.3.3 Het Franse bewind: 1810-1813 30
2.4 Pandbelening in de 19e en 20e eeuw tot de invoering van de Pandhuiswet 1910: 1813-1910 31
2.4.1 Voortzetting van het Franse beleid tot 1826 31
2.4.2 Het Koninklijk Besluit van 31 oktober 1826 32
2.4.3 Wet van 16 Pluviôse an XII en artikel 411 Strafregt 34
2.4.4 Drie wetsontwerpen voor een regeling der Banken van Leening 36
2.4.5 Artikel 545 van het ontwerp van de Staatscommissie voor de zamenstelling van een wetboek van strafregt (Commissie-De Wal) 40
2.4.6 Huizen van verkoop met het recht van wederinkoop 42
3 Pandhuiswet 1910 45
3.1 Parlementaire geschiedenis 45
3.2 Wettelijke regeling 47
3.2.1 Reikwijdte 47
3.2.2 Gemeentelijke en particuliere banken van lening 48
3.2.3 Gehanteerde begrippen 49
3.2.4 Wettelijk kader 49
3.2.5 Bepalingen met betrekking tot het pandbeleningsbedrijf 51
3.2.6 Bepalingen ter bescherming pandbelener 52
3.2.7 Gestolen en verloren zaken 54
3.2.8 Handhaving 57
3.3 Werking van de Pandhuiswet 1910 58
3.3.1 Gemeentelijke banken van lening 58
3.3.2 Particuliere banken van lening 60
3.3.3 Effectiviteit Pandhuiswet 1910 61
3.3.4 SER-advies over de Pandhuiswet 1910 62
4 Titel 7.2D BW 65
4.1 Inleiding 65
4.2 Onderzoek naar de markt voor pandbelening 65
4.3 Pandbelening in Titel 2D van Boek 7 BW 69
4.4 Reikwijdte 71
4.4.1 Omschrijving van de overeenkomst van pandbelening 71
4.4.2 Twee types pandbelening 72
4.4.3 Verdere elementen van de omschrijving van de overeenkomst van pandbelening 73
4.4.4 Overeenkomst van pandbelening naar Duits recht: Pfandleihvertrag 75
4.4.5 Uitleg en kwalificatie van de overeenkomst van pandbelening 77
4.5 Gehanteerde begrippen 82
4.6 Wettelijk kader 85
4.7 Consumentenbescherming 89
4.7.1 Tweeledige doelstelling van Titel 7.2D BW 89
4.7.2 Precontractuele informatieverplichtingen 91
4.7.3 Vormvereisten 92
4.7.4 Inhoud van de overeenkomst van pandbelening 93
4.7.5 Beleentermijn 96
4.7.6 Pandbeleningsvergoeding 99
4.7.7 Bevindingen met betrekking tot de consumentenbescherming in Titel 7.2D BW 103
4.8 Geen verplichting om de meeropbrengst af te dragen 105
4.9 Geen aansprakelijkheid voor verlies bij verkoop 112
4.10 Beëindiging van de overeenkomst van pandbelening 113
4.11 Gestolen zaken 114
4.11.1 Strafrechtelijk regime 114
4.11.2 Gevolgen van beschikkingsonbevoegdheid van de pandbelener 116
4.12 Toezicht en handhaving 117
4.12.1 Toezicht door de ACM 117
4.12.2 Handhaving via het bestuursrecht 118
4.12.3 Besluiten van de ACM 120
4.12.4 Privaatrechtelijke handhaving 122
5 Aard van de Overeenkomst van Pandbelening 125
5.1 Hoofdregel: verhaal op alle goederen van de schuldenaar 125
5.1.1 Pandbelening uitzondering op de hoofdregel 125
5.1.2 De rechtsverhouding tussen schuldenaar en schuldeiser 125
5.1.3 Beperkte verhaalsaansprakelijkheid in Duitsland 128
5.1.4 Wettelijke uitzonderingen op de hoofdregel 128
5.1.5 Contractuele uitzonderingen op de hoofdregel 131
5.2 Is er een (krediet)schuld van de pandbelener? 133
5.2.1 Vraagstelling 133
5.2.2 Wetsgeschiedenis van Titel 7.2D BW 134
5.2.3 Wettelijke uitzonderingen voor pandbelening in de Wet op het financieel toezicht en Titel 7.2A BW 135
5.2.4 Ontstaat er een schuld bij pandbelening op basis van de Pandhuiswet 1910? 137
5.2.5 Grondrente: heeft de eigenaar een schuld? 139
5.2.6 Pandbelening door vestiging van een pandrecht 141
5.2.6.1 Pandrecht is een afhankelijk recht 141
5.2.6.2 Is het pandrecht bij pandbelening een afhankelijk recht? 142
5.2.6.3 Conclusie 143
5.2.7 Pandbelening door overdracht 144
5.2.7.1 Inleiding 144
5.2.7.2 Pandbelening impliceert kredietverschaffing 147
5.2.7.3 Pandbelening door koop met het recht van terugkoop 148
6 Pandbelening door vestiging van een pandrecht 151
6.1 Inleiding 151
6.2 Het pandrecht dat wordt gevestigd bij pandbelening door vestiging van een pandrecht 152
6.2.1 Essentialia van het pandrecht 152
6.2.1.1 Toepasselijke bepalingen van Titel 3.9 Afd. 1 en 2 BW 152
6.2.1.2 Uitsluiting van toepasselijkheid van bepalingen in Titel 3.9 BW 153
6.2.1.3 De door het pandrecht verzekerde vordering 154
6.2.1.4 Totstandkoming en einde van het pandrecht 155
6.2.2 Pandrecht zonder verhaalsrecht 155
6.2.2.1 Waarom voorziet titel 7.2D BW in een pandrecht zonder verhaalsrecht? 155
6.2.2.2 Is sprake van een pandrecht in de zin van titel 3.9 BW? 157
6.2.2.3 Afwijkende regelingen voor pandrecht. Fzo tot vestiging van een pandrecht 159
6.2.2.4 Is de inbreuk op het systeem van het goederen recht gerechtvaardigd? 162
6.3 Uitsluiting van het toe-eigeningsverbod 163
6.3.1 Inleiding 163
6.3.2 Achtergrond van het toe-eigeningsverbod 163
6.3.3 Toe-eigening bij de financiëlezekerheidsovereenkomst tot vestiging van een pandrecht 165
6.3.4 Ontwikkelingen in Frankrijk en België 166
6.3.5 Toe-eigening bij pandbelening 168
6.3.6 Waarborgen voor bescherming van de pandgever bij toe-eigening 169
6.3.7 Conclusie 171
6.4 Rechtspositie van de pandbelener als pandgever 171
6.4.1 Inleiding 171
6.4.2 De aard van het recht van de pandbelener als pandgever 172
6.4.3 Beschikken over het verpande voorwaardelijke recht door de pandbelener 173
6.5 Rechtspositie van het pandhuis als pandhouder 174
6.5.1 Inleiding 174
6.5.2 Het pandhuis als pandhouder 175
6.5.2.1 Zorgplicht van het pandhuis voor de zaak 175
6.5.2.2 Bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid van de pandbelener 176
6.5.2.3 Bescherming tegen faillissement van de pandbelener 177
6.5.2.4 Bescherming tegen beslag 178
6.5.3 Beschikken over de zaak door het pandhuis 179
6.5.4 Beschikken over de vordering door het pandhuis 180
6.5.5 Conclusie 181
6.6 Overdracht bij pandbelening door vestiging van een pandrecht 182
6.6.1 Inleiding 182
6.6.2 Overdracht onder opschortende voorwaarde 183
6.6.2.1 Kwalificatie van de overdracht 183
6.6.2.2 Verbintenis onder opschortende voorwaarde 184
6.6.2.3 Vereisten voor overdracht 186
6.6.3 Gevolgen van de overdracht onder opschortende voorwaarde 188
6.6.3.1 Vervulling van de opschortende voorwaarde heeft geen terugwerkende kracht 188
6.6.3.2 Vervulling van de opschortende voorwaarde heeft goederenrechtelijke werking 189
6.6.4 Verklaring van de werking van overdracht onder opschortende voorwaarde 190
6.6.4.1 Inleiding 190
6.6.4.2 Voorwaardelijke verbintenis tot overdracht 190
6.6.4.3 Voorwaardelijke levering 192
6.6.4.4 Voorwaardelijke overdracht 195
6.6.5 Opschortende (zuiver) potestatieve voorwaarde 196
6.7 Rechtspositie van de pandbelener als eigenaar onder ontbindende voorwaarde 198
6.7.1 Inleiding 198
6.7.2 De aard van het recht van de pandbelener 199
6.7.3 Beschikken over het voorwaardelijk eigendomsrecht door de pandbelener 202
6.7.3.1 Inleiding 202
6.7.3.2 Pandbewijs 202
6.7.3.3 Beschikken over het voorwaardelijk recht door de pandbelener 204
6.7.3.4 Rechtsgevolgen van beschikken door de pandbelener 205
6.7.4 Derdenbescherming bij onbevoegd beschikken door de pandbelener 206
6.7.5 Conclusie 207
6.8 Rechtspositie van het pandhuis als verkrijger onder opschortende voorwaarde 209
6.8.1 Inleiding 209
6.8.2 Het pandhuis als eigenaar onder opschortende voorwaarde 210
6.8.2.1 Rechtspositie van de koper onder eigendomsvoorbehoud 210
6.8.2.2 Een voorwaardelijk eigendomsrecht voor het pandhuis? 215
6.8.2.3 Aard van het recht van het pandhuis 216
6.8.2.4 Zorgplicht van het pandhuis voor de zaak 218
6.8.2.5 Bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid van de pandbelener 219
6.8.2.6 Bescherming tegen faillissement van de pandbelener 223
6.8.2.7 Bescherming tegen beslag 224
6.8.2.8 Heeft het pandhuis een retentierecht? 224
6.8.3 Beschikken over de rechtspositie door het pandhuis 227
6.8.3.1 Overdraagbaarheid 227
6.8.3.2 Levering en verpanding van het voorwaardelijk recht door het pandhuis 229
6.8.3.3 Rechtsgevolgen van beschikken over het voorwaardelijk recht door het pandhuis 230
6.8.3.4 Bevoegd beschikken over de zaak 233
6.8.3.5 Derdenbescherming bij onbevoegd beschikken door het pandhuis 236
6.8.4 Conclusie 239
6.9 Samenloop van de rechtspositie van partijen bij het pandrecht en bij de voorwaardelijke overdracht 241
7 Pandbelening door overdracht 243
7.1 Inleiding 243
7.2 Het recht van wederinkoop in het oude BW 244
7.2.1 Constructie 244
7.2.2 Modaliteiten van het recht van wederinkoop 245
7.2.3 Rechtspositie van de verkoper 246
7.2.4 Rechtspositie van de koper 248
7.2.5 Verkoop met het recht van wederinkoop bij pandbelening 248
7.3 Verkoop met het recht van terugkoop bij pandbelening 250
7.3.1 Het recht van wederinkoop is niet teruggekeerd in het BW 250
7.3.2 Verkoop met het recht van wederinkoop herleeft voor pandbelening 251
7.3.3 Constructie van het recht van terugkoop 255
7.4 Overdracht bij pandbelening bedoeld in artikel 7:130 lid 1 onder b BW 256
7.4.1 Inleiding 256
7.4.2 Overdracht onder ontbindende voorwaarde 257
7.4.2.1 Kwalificatie van de overdracht 257
7.4.2.2 Verbintenis tot overdracht onder ontbindende voorwaarde 258
7.4.2.3 Vereisten voor overdracht 260
7.4.3 Gevolgen van de overdracht onder ontbindende voorwaarde 260
7.4.3.1 Vervulling van de ontbindende voorwaarde heeft geen terugwerkende kracht 260
7.4.3.2 Vervulling van de ontbindende voorwaarde heeft goederenrechtelijke werking 261
7.4.4 Verklaring van de werking van de overdracht onder ontbindende voorwaarde 263
7.4.5 Ontbindende (zuiver) potestatieve voorwaarde 267
7.4.6 Algemene bepalingen in het BW voor voorwaardelijke verbintenissen 272
7.4.7 Fiduciaverbod 274
7.4.7.1 Inleiding 274
7.4.7.2 Financiëlezekerheidsovereenkomst tot overdracht 275
7.4.7.3 Standpunt van de wetgever 277
7.4.7.4 Aard van de overeenkomst van pandbelening 278
7.5 Rechtspositie van de pandbelener als eigenaar onder opschortende voorwaarde 280
7.5.1 Inleiding 280
7.5.2 De aard van het recht van de pandbelener 281
7.5.2.1 Goederenrechtelijk recht 281
7.5.2.2 Werking van het recht 282
7.5.2.3 Wilsrecht 283
7.5.3 Beschikken over de rechtspositie van de pandbelener 285
7.5.3.1 Inleiding 285
7.5.3.2 Overdraagbaarheid 286
7.5.3.3 Beschikken over het voorwaardelijk recht door de pandbelener 291
7.5.3.4 Rechtsgevolgen van overdracht 291
7.5.3.5 Derdenbescherming bij onbevoegd beschikken 292
7.5.3.6 Contractueel vervreemdingsverbod 293
7.5.4 Conclusie 294
7.6 Rechtspositie van het pandhuis als verkrijger onder ontbindende voorwaarde 295
7.6.1 Inleiding 295
7.6.2 Het pandhuis als eigenaar onder ontbindende voorwaarde 296
7.6.2.1 Zorgplicht van het pandhuis 296
7.6.2.2 Bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid van de pandbelener 297
7.6.2.3 Bescherming tegen faillissement van de pandbelener 298
7.6.2.4 Bescherming tegen beslag op de zaak 298
7.6.3 Beschikken over het voorwaardelijk eigendomsrecht door het pandhuis 299
7.6.3.1 Inleiding 299
7.6.3.2 Overdraagbaarheid 300
7.6.3.3 Beschikken over het voorwaardelijk recht door het pandhuis 301
7.6.3.4 Rechtsgevolgen van beschikken door het pandhuis 302
7.6.3.5 Derdenbescherming bij onbevoegd beschikken door het pandhuis 303
7.6.3.6 Conclusie 305
8 Slotbeschouwing 307
Verkort aangehaalde literatuur 325
Jurisprudentieregister 341
Wetsartikelenregister 343
Trefwoordenregister 349
Staatsblad 2013, 350, wettekst van Titel 7.2D BW 351
Beleenovereenkomst van de Amsterdamse Stadsbank van Lening 355
Anderen die dit e-book kochten, kochten ook
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan