

Rick Robroek is bijzonder hoogleraar Openbaar Ministerie in de strafrechtspleging en directeur van het Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie.
Meer over Rick RobroekDe macht over het strafproces
(PDF-Download)
E-book Pdf met watermerkbeveiliging Nederlands 2016 1e druk 9789462746534Samenvatting
In dit boek staat de machtsstrijd tussen de strafrechter en de bestuurder over het strafproces centraal. Zowel het Wetboek van Strafvordering als de Wet op de rechterlijke organisatie suggereren twee gescheiden werelden, maar rechtspreken en het organiseren daarvan blijken niet los van elkaar te kunnen worden gezien.
Bij de bespreking van deze machtsstrijd komen de volgende vragen aan bod: Hoe verloopt de machtsstrijd tussen strafrechter en bestuurder over het strafproces? Wordt er gestreden volgens de regels? Als dat niet het geval is, hoe moet die strijd dan juridisch worden gekwalificeerd? Brengt bestuurlijk handelen de strafrechter tot rechterlijk handelen dat strafvorderlijk onaanvaardbaar is? Kan de bestuurder wel anders handelen dan hij handelt? Zijn de regels niet te streng en zijn ze wel nodig als borging van de rechterlijke onafhankelijkheid?
Het boek is bestemd voor iedereen die geïnteresseerd is in de bestuurlijke invloed op het strafproces. Hoewel de rechterlijke organisatie centraal staat, is het boek ook interessant voor diegenen die meer willen weten zijn in de verhouding tussen professionals en managers in het publieke domein.
Trefwoorden
strafrecht rechterlijke organisatie machtsstrijd rechterlijke onafhankelijkheid strafvordering bestuurlijke invloed wetgeving organisatie rechtspraak overheid management juridische kwaliteit professionele autonomie uniforme rechtstoepassing financieringsstelsel zaaksverdeling productiedruk evrm straftoemeting protocollering organisatiekunde rechtssociologie hoger beroep
Trefwoorden
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
1. Twee fictieve strafzaken 1
1.1 Een grote drugszaak 1
1.2 Een gewone winkeldiefstal 3
2. Aanleiding, onderzoeksvragen en indeling 6
3. Onderzoeksmethode, beperkingen en terminologie 11
3.1 Onderzoeksmethode en de beperkingen van organisatiesociologisch
onderzoek 11
3.2 De beperkingen van dit onderzoek 16
3.3 Terminologie 18
DEEL I
DE SPELREGELS EN DE PRAKTIJK VAN DE MACHTSSTRIJD OVER HET
STRAFPROCES
2. De spelregels 23
4. De strafrechter in de Wet op de rechterlijke organisatie 23
4.1 Strafkamers en strafzaken 23
4.2 Bedrijfsvoering en financiën 24
4.3 De ondersteuning van de strafrechter 26
4.4 Bevordering van juridische kwaliteit en uniforme rechtstoepassing 27
5. De bestuurder in het Wetboek van Strafvordering 28
6. De strafrechter en strafvorderlijke organisatiebelangen 29
7. Sv en RO: twee gescheiden werelden 35
3. De praktijk 37
8. Het financieringsstelsel als aanjager van voortvarendheid en voorzienbaarheid 37
9. Samenwerking door bestuurders en leidinggevenden: PRO en LOVS 40
10. Strafkamers en strafzaken 43
10.1 Toedeling aan het gerecht en de locatie 43
10.2 Toedeling aan strafkamer en strafrechter 46
10.2.1 Enkelvoudige of meervoudige afdoening van strafzaken 47
10.2.2 Toedeling aan de strafrechter 50
11. Bedrijfsvoering en financiën 56
11.1 Bestuurlijke invloed op de appointering 58
11.2 Centralisering beoordeling verzoeken 62
11.3 Protocollering van onderzoekswensen en aanhoudingsverzoeken 65
11.4 Productiedruk 66
11.5 Uniformering en automatisering 69
11.6 De vijf productiestrategieën samengevat 72
12. De ondersteuning van de strafrechter 72
13. Bevordering van juridische kwaliteit en uniforme rechtstoepassing 78
13.1 Het bestuurlijke karakter van de LOVS-regelingen 79
13.2 Oriëntatiepunten 80
13.3 Professionele standaarden 84
13.4 De invloed van de LOVS-regelingen samengevat 87
14. Sv en RO in de praktijk: geen gescheiden werelden 87
DEEL II
DE JURIDISCHE WAARDERING VAN DE PRAKTIJK
4. Wel of geen overtredingen? 93
15. ‘Treden in’ de rechterlijke werkzaamheden 93
16. LOVS-regelingen: normatief of descriptief? 99
16.1 Oriëntatiepunten: een selectieve interpretatie 100
16.2 Aanhoudingenprotocol: afwijkende en omstreden normering 104
17. De overtredingen van de Wet op de rechterlijke organisatie 112
5. In de geest van het Wetboek van Strafvordering 115
18. Strafvordering als een weinig dwingend verdelingsmechanisme 116
19. Capaciteitsverdeling bij de behandeling in hoger beroep 118
19.1 Het wetenschappelijk debat over het voortbouwend appel 121
19.2 Argumenten tegen het voortbouwend appel 124
19.3 Argumenten voor het voortbouwend appel 126
19.4 Twee strafvorderlijke benaderingen 127
19.5 Wetgever en Hoge Raad: voorkeur voor één benadering 129
19.6 De wet: ruimte voor twee benaderingen 131
20. Capaciteitsverdeling bij de beslissing in hoger beroep 133
20.1 De Hoge Raad: vaker bevestigen! 134
20.2 Huiver of strafvorderlijke tweespalt? 136
20.3 Het betrekkelijke nadeel van een niet in alle opzichten correcte uitspraak 139
20.4 Ambtshalve cassatie (of het achterwege blijven daarvan) 141
20.5 Toepassing van artikel 80a RO 146
20.6 De cassatietoets vertaald naar de appelrechtspraak 155
21. Bestuurlijk optreden als voorbeeldige strafvordering 161
6. Voor het blok gezet door de Wet op de rechterlijke organisatie 165
22. De rechterlijke organisatie in ontwikkeling 166
22.1 Het beheer en het bestuur van een gerecht 166
22.2 De rechterlijke organisatie tot 1 januari 2002 168
22.3 De rechterlijke organisatie tussen 1 januari 2002 en 1 januari 2013 172
22.3.1 De achtergrond van de herziening van 1 januari 2002 173
22.3.2 Tussen herziening van de rechterlijke organisatie en herziening van de gerechtelijke kaart 176
22.4 De rechterlijke organisatie vanaf 1 januari 2013 178
22.5 Analyse: de rechterlijke organisatie in de tijd 181
7. Geen gevaar voor de rechterlijke onafhankelijkheid in de zin van artikel 6 EVRM 187
23. Het EVRM en de rechterlijke onafhankelijkheid 188
23.1 De uitgangspunten in de jurisprudentie van het EHRM 191
23.2 De levenslange benoeming als sterk contragewicht 192
23.3 De waardering van invloed op de rechtspraak 195
23.4 Het EHRM en de zaaksverdeling 203
23.5 De rechterlijke onafhankelijkheid in de zin van artikel 6 EVRM 208
23.6 Bespreking van andere opvattingen en slotsom 209
DEEL III
NIEUWE SPELREGELS VOOR DE PRAKTIJK
8. Naar nieuwe spelregels 215
24. De noodzaak van nieuwe spelregels 217
24.1 De keuze voor de strafrechtspleging: individueel of collectief gericht 219
24.1.1 Het strafvorderlijke evenwicht als vrijblijvende lippendienst 220
24.1.2 Het beperkte effect van bestuurlijke inspanningen 221
24.1.3 Synthese van Sv en RO op het niveau van de rechter is niet geslaagd 222
24.1.4 Collectieve kwaliteit in plaats van alleen individuele kwaliteit 224
24.2 Nieuwe spelregels en het legaliteitsbeginsel 226
25. Het richten van de strafrechter via het Wetboek van Strafvordering 231
26. De voorwaarden voor nieuwe spelregels 234
27. Het resetten van het bestuurlijk optreden 238
28. De bestuurlijke aanbeveling 241
28.1 De voordelen 246
28.2 Mogelijke bezwaren 249
28.3 Alternatief: een functioneringsgesprek over de inhoud 257
29. Conclusie 260
Literatuurlijst 267
Samenvatting 281
Abstract 285
CV 289
Anderen die dit e-book kochten, kochten ook
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan