De laatste geheimen van de notaris

Voorwoord 6

1. De schat van zuster Clementia 9
2. Zo is het huis onverkoopbaar 11
3. Ze wil niet meer samenleven met de orenbijter 13
4. Jan werkt nu bij de plantsoenendienst 15
5. Er is aan haar een goede actrice verloren gegaan 17
6. Opeens willen ze allemaal de kerstversiering 19
7. Het plan was perfect, aan de uitvoering schortte het 21
8. Altijd een stoel vlakbij de deur 23
9. Het testament was toch verscheurd? 25
10. Alles geregeld, behalve zijn testament 27
11. Afrekening pakt anders uit dan verwacht 29
12. Ze heeft het geld gewonnen in het casino 31
13. De liefde telt zwaarder dan het vermogen 33
14. Ze bivakkeren zo lang wel in mijn kantoor 35
15. Extra spannend voor iemand met een verstandelijke beperking 37
16. Achtung! Da kommen die Kinder! 39
17. Vraag dat maar aan Kees 41
18. Hoe durf ik zomaar zijn vijfde kind te noemen! 43
19. Verdacht van de moord op hun moeder 45
20. Mijnheer De L. gaat door het lint 47
21. Bertus bleek de sleutel tot zijn erfenis 49
22. Een tuinman met peentjesrood haar 51
23. Bij die camera’s trek ik de grens 53
24. Vloekend en tierend vertrekken ze 55
25. Rudolfo, dove sei? 57
26. Niet welkom op de uitvaart 59
27. Ooit komt dat telefoontje 61
28. De naweeën zijn nog altijd voelbaar 63
29. Als hij begint te huilen, vlucht zij naar de keuken 65
30. Er was geen markt meer voor 67
31. De mooiste dag uit mijn loopbaan 69
32. Misschien mijn boekje te buiten, maar mijn geweten is zuiver 71
33. Daar hing het schilderij van oom! 73
34. Opluchting dat alles op het nippertje is geregeld 75
35. Ze heeft geduldig gewacht tot zijn overlijden 77
36. Balanceren op een dun koord 79
37. Onrust om een staand horloge 81
38. Oeps! Het verkeerde huis 83
39. Krijgt de zoon of de oudste dochter de Statenbijbel? 85
40. Zo zwart als de nacht 87
41. De eigenaar is er gewoon ingeluisd 89
42. De pijn zit te diep 91
43. Burgerlijk op hun oude dag 93
44. Misschien toch een laatste boodschap van haar aan hem? 95
45. Nu groet ze me op straat niet meer 97
46. Toeval of een teken van hogerhand? 99
47. Toch maar de sleutel gegeven 101
48. De broederliefde overwint 103
49. Hij was niet zo’n prater 105
50. Niemand wist dat ze getrouwd was 107
51. Belazert de oudste zoon de boel of niet? 109
52. Deze man is duidelijk een katvanger 111
53. De derde keer is voor het echie 113
54. Dat zijn nog eens ingewikkelde familieverhoudingen 115
55. De weduwe heeft haar punt kunnen maken 117
56. Hij was zijn oude testament helemaal vergeten 119
57. Met dank aan het Franse erfrecht 121
58. Vader deed niet wat hij beloofde 123
59. Ze kon niet lezen en schrijven 125
60. Ze heeft er lekker van gewinkeld 127
61. Van je kinderen moet je het hebben 129
62. Mooie jaren in hun eigen huis 131
63. Zij schenken hun erfenis aan hun stiefzussen 133
64. Ze hebben geen geheimen voor elkaar 135
65. Tot zover de warme familiebanden 137
66. Hij had geen zin in toestanden met de kerk 139
67. Hij wil de honden, zij ook 141
68. Het ging hem om ‘het principe’ 143
69. Hij liep er niet mee te koop 145
70. Spoedgeval voor een stervende kennis 147