Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Martijn Aslander

‘We leven in een nieuwe Renaissance’

In Nooit af, dat hij net als Easycratie schreef in samenwerking met Erwin Witteveen, houdt Martijn Aslander een pleidooi voor de staat van permanent bèta: alles is altijd in de testfase. ‘De tools die je nodig hebt, zijn voor iedereen toegankelijk. Ook voor rotjochies in Pakistan. Je hebt geen dure kantoren meer nodig om het verschil te maken.’

Hans van der Klis | 25 oktober 2013 | 12-17 minuten leestijd

Laten we eerst de labelkwestie uit de weg helpen. Wat is Martijn Aslander? Schrijver van managementboeken? Professioneel spreker, cultuurfilosoof, initiator, orakel? Zelf hanteert hij op zijn website de term ‘explorer’, ontdekkingsreiziger. ‘De pest is: als je dingen doet die niet standaard zijn, is het altijd zoeken naar taal om tegelijkertijd dicht bij jezelf te blijven en aan een ander te kunnen uitleggen wat je doet’, zegt hij. ‘Omdat de meeste mensen mij kennen van mijn boek Easycratie, durf ik mezelf wel schrijver te noemen. Maar omdat ik met zoveel verschillende dingen bezig ben, heb ik bij het schrijven de hulp nodig van mensen die dat beter kunnen dan ik. Ik kan best goed schrijven hoor, maar vaak ontbreekt mij de tijd. Dus werk ik samen met mensen die in staat zijn mijn gedachten in taal te vangen. En dan voldoet het concept ghostwriter niet. Die mensen zijn gewoon te goed. Dan ben je coauteur, zoals Erwin Witteveen bij Easycratie en ons nieuwe boek, Nooit af. Hij schreef als eerste een artikel over mij dat zo duidelijk was, dat mijn ouders eindelijk begrepen wat ik aan het doen ben.’

We ontmoeten elkaar in Haarlem, waar hij niet lang geleden is gaan wonen. ‘Het Florence van Nederland’, zegt de 41-jarige Aslander niet zonder gevoel voor romantiek. Hij heeft Groningen achter zich gelaten en heeft een appartement boven boekhandel H. de Vries betrokken. Een haast symbolische plek, wanneer je bedenkt hoe gulzig hij zijn hele leven al bezig is kennis op te zuigen en informatie te combineren.

Handiger organiseren

Om zicht te krijgen wát Aslander is, helpt het om te onderzoeken wíe Aslander is. Hij werd bekend als een van de voormannen van de Lifehacking-beweging, een groep mensen die het gebruik van ICT en andere eenvoudige hulpmiddelen propageert om meer te kunnen doen in minder tijd – met minder stress, tegen lagere kosten en met meer impact. Met tientallen coauteurs, onder wie Frank Meeuwsen en Taco Oosterkamp, schreef Aslander een buitengewoon bruikbaar gidsje met – inmiddels – 175 lifehackingtips, dat in korte tijd grote populariteit verwierf.

Die fascinatie voor dingen handiger organiseren zit er al van jongs af in, vertelt Aslander. ‘Vanaf mijn vijftiende of zestiende ben ik ondernemer. Ik had per ongeluk ontdekt dat je door zelf te ondernemen geld kon verdienen. Dat werd Dunedain, waarmee ik buitensportactiviteiten organiseerde. Ik zat bij de scouts, eigenlijk werkte ik van achter uit de klas. Het was een heel andere tijd: we hadden geen internet, geen mobieltjes, ik had nog niet eens mijn rijbewijs. We deden alles op brommertjes. Daardoor heb ik een hele diepe fascinatie ontwikkeld voor logistiek.’

‘Ik herinner mij dat ik op zoek was naar een slim systeem voor het klantbeheer. Destijds had je Davilex-software, een adresbeheerprogramma dat ik zo wist om te bouwen dat het een boekingsinformatiesysteem werd. Ik kon niet eens code schrijven. Verschillende jongens hebben gekeken of het beter kon, maar hun alternatieven zouden tienduizenden guldens kosten en deden het slechter. Dat Davilex-pakket kostte honderdvijftig gulden. Dat vind ik leuk, een beetje prutsen en klooien met wat er al is. De beste oplossing komt altijd uit een ander vakgebied, heb ik toen geleerd. Je hoeft alleen maar je oor te luisteren te leggen en een beetje heen en weer te wandelen tussen de verschillende disciplines. Dat gebeurt op steeds meer plekken in de samenleving. Kijk maar bij de Open State Foundation, bij de onderwijsvernieuwers van GeenSchool of bij Singularity University. Ik raad iedereen aan om eens koffie te gaan drinken met Alette Baartmans van GeenSchool of Yuri van Geest van Singularity University.’

Een Big, Hairy, Audacious Goal

De eerste keer dat hij een echt grote groep om zich heen wist te verzamelen achter een grote missie, was met het project Gathering Stones in Borger, in 2002. Gathering Stones was een groot festival rond het bouwen van een hunebed. ‘Ik had geprobeerd mijn bedrijf te verkopen, maar dat was helemaal misgegaan. Daar had ik geen ervaring mee. En toen zat ik daar en dacht ik: wat nu? Op dat moment leek het een ontzettend logisch idee om een hunebed te gaan bouwen. Een Big, Hairy, Audacious Goal. We hebben er twee jaar over gedaan, er zijn 14.000 mensen bij komen helpen. Het was het grootste hunebed dat ooit is gebouwd. Het was supergaaf om iets te bouwen wat al vijfduizend jaar niet meer gebouwd was. Dat evenement was een lifechanging event, niet alleen voor mij, maar voor het hele team. Zo’n project had je niet kunnen doen met een normaal draaiboek en normaal projectmanagement. We moesten voortdurend out of the box denken, omdenken, alles doen wat maar kan nodig kan zijn in teams om met crises om te gaan. Onze bureaucratie weet helemaal niet hoe je met mensen moet omgaan die een hunebed willen bouwen, om maar iets te noemen. Hoe ga je een steen van vijfduizend kilo over de weg vervoeren? Niemand had er een antwoord op.’

‘Dat was het moment dat ik besefte dat ik goed ben in het bij elkaar brengen van mensen, informatie en ideeën, als een soort puzzelaar. Wie kun je waarvoor bellen, hoe krijg je ze mee, wie kunnen wel of niet samen, wie kun je vertrouwen? Ik heb ontdekt dat informatie de brug is tussen mensen aan de ene kant en ideeën aan de andere kant. Want een idee is niets anders dan gecombineerde informatie. Wil je met ideeën dingen realiseren in de werkelijkheid, dan heb je weer mensen nodig. Mijn drie-eenheid van dynamiek bestaat dus uit mensen, informatie en ideeën.’

Het Nieuwe Werkplekken

Op zeker moment liep Aslander tegen het concept van lifehacking aan. ‘Dat bleek het woord te zijn voor mensen die op metaniveau nadachten over productiviteit. Mensen doen daar nog steeds lacherig over, maar laatst hebben zelfs Fokke & Sukke daar een cartoon aan gewijd. Dan heb je het toch gemaakt? Ik heb er een paar honderd presentaties over gegeven. We zijn met nu.nl destijds een samenwerking gestart en lifehacking.nl heeft nu iets van 100.000 bezoekers per maand. Er zijn twintig of dertig boeken over gepubliceerd en die doen het allemaal uitstekend. Wij zijn ook als een van de eersten begonnen met boeken gratis weggeven. Je primaire belang als auteur is toch dat je gelezen wordt?’

Het enorme succes van lifehacking heeft Aslander gesterkt in zijn overtuiging dat onze samenleving helemaal niet ingericht is op het slim organiseren van kennis en informatie. ‘We hebben vijf miljoen kenniswerkers in dit land. Maar de gemiddelde 17-jarige heeft op zijn zolderkamer krachtiger apparatuur tot zijn beschikking dan negentig procent van die vijf miljoen kenniswerkers. En dan werken we onder het mom van beveiliging ook nog met superdure spullen. Om de vijf procent gevoelige data op slot te gooien, halen we bij honderd procent de flexibiliteit eruit. Dat zijn grote weeffouten in onze manier van werken. Ik zie maar weinig beslissingen die daar iets aan veranderen. Het Nieuwe Werken? Dat is gewoon Het Nieuwe Werkplekken, een manier om met minder kantoorruimte toe te kunnen. De traditionele organisaties willen er niet aan dat het ook op een slimmere manier kan.’

Small is the new big

Om aan te tonen wat er is veranderd in het netwerk- en informatiesamenleving, haalt Aslander het voorbeeld van Jack Andraka aan, de 15-jarige die slechts met behulp van Google en Wikipedia een betere manier heeft gevonden om alvleesklierkanker op te sporen. ‘Moet je nagaan: iemand zonder kennis, zonder ervaring, zonder tools en zonder geld, weet een methode te verzinnen om alvleesklierkanker op te sporen die 196 keer sneller is, vierhonderd keer nauwkeuriger en 26.000 keer goedkoper.’

‘Wij zijn bang voor lone wolfves en weapons of mass destruction, maar waar lezers van dit blad bang voor moeten zijn, is lone wolfves met weapons of mass disruption. Dit zijn geen incidenten. Mensen lachen crowdsourcing weg, maar ik was onlangs op een bijeenkomst voor Basel III, met de top van het Nederlandse banken en het bedrijfsleven, en wat ik daar heb gezien was echt droevig. Basel III is bedoeld om de banken te redden, maar is naar mijn idee het einde van de banken in Europa. Ze mogen niets meer. Als niets meer mag, gaan mensen er omheen werken. Op de een of andere manier snappen organisaties en overheden niet dat zelforganisatie gemakkelijker en goedkoper is dan ooit, mede dankzij social media. Iemand schreef vier jaar geleden al: The costs of stepping in the game of your passion are lower than ever. Iedereen mag meedoen. Ondertussen zitten wij te vergaderen en papier te produceren en bedrijfsplannen op te stellen, en houden we het gebruik van social media onder strikte controle van de communicatieafdeling. Niemand durft nog verantwoordelijkheid te nemen. Come on guys, we leven in een andere wereld. De tools die je nodig hebt, zijn voor iedereen toegankelijk. Als je de personeelsaantallen van de bedrijven uit de Forbes 500 bekijkt, zie je dat er steeds meer bedrijven zijn waar maar tien of twintig man werken. Zoals Seth Godin zegt: Small is the new big. Je hebt geen grote club of dure kantoren nodig om het verschil te maken, en zeker geen leaseauto’s. Het mooie is dat niet alleen wij die tools tot onze beschikking hebben, maar ook rotjochies in Pakistan en de sloppenwijken in Brazilië. Denk eens aan de impact die de MOOC’s, de massive open online courses, gaan hebben. Harvard heeft aangekondigd dat ze 1 miljard studenten willen, MIT heeft ook zo’n doelstelling. Dat gaat ze lukken. We leven in krankzinnige tijden.’

Permanent bèta

Die open netwerk- en informatiesamenleving is ook het onderwerp van het nieuwe boek van Aslander en Witteveen, Nooit af. Waar zij in hun vorige boek Easycratie de beperkingen van de bureaucratie probeerden af te breken, gaan zij nu een stap verder: Nooit af is een pleidooi voor de staat van permanent bèta, de term die gebruikt wordt om de open ontwikkelingsfase van programma’s te beschrijven. Alles is altijd in de testfase. ‘Ik begin te geloven dat we te hard streven naar dingen die af zijn. Pas wanneer het af is, mogen we ermee spelen. Maar veel online diensten zijn heel lang in bèta. Waarom? Met de ervaringen van gebruikers kun je onderzoeken wat je in handen hebt, wat de voordelen zijn en wat beter kan. We zijn zonder geld en zonder papieren een soort innovatieplatform op dit terrein begonnen in Amersfoort, waar we een ruimte van de Kamer van Koophandel in Ondernemersplaza hebben gekregen. Daar organiseren we bijeenkomsten die vrij toegankelijk zijn en waar niemand iets aan verdient.’

‘Dat label permanent bèta is ons dierbaar geworden. Het is bridging brains, tech & culture. Ergens in dat domein liggen de oplossingen voor de vraagstukken waar we nu last van hebben. Nooit af gaat over de makers-scene, de DIY-beweging, het belang van 3D-printen. De meeste mensen kunnen de implicaties daarvan niet overzien, of hebben er nog nooit over hebben nagedacht. Pas als ik voor hun neus sta, met een zelf geprint legoblokje, en ik vertel dat de eerste MRI-scanners die je zelf kunt maken al bestaan, begint het door te dringen. Ik begrijp Philips wel: het management daar heeft vastgesteld dat het meeste geld in Nederland naar de zorg gaat, dus zijn zij dingen gaan maken waar zij dat geld mee binnenkrijgen. Maar straks kunnen we MRI-scanners maken die beter, sneller en goedkoper zijn. Dan moeten we het alleen wel aandurven om de boel open te gooien. Het is niet onze verantwoordelijkheid om Philips in de lucht te houden.’

Met de opkomst van Quantified Self, een andere beweging waarbij Aslander betrokken is, zal de gezondheidszorg nog veel grotere veranderingen meemaken, zegt hij. ‘De opkomst van krachtige, goedkope sensoren, die in smartphones verwerkt zitten, zorgt de komende jaren voor een extreme data-explosie, waardoor we een ongekend inzicht gaan krijgen in het menselijk lijf en alle omgevingsfactoren: voeding, lifestyle, smog, decibellen. We konden wel eens 10.000 keer meer te weten komen over het menselijk lijf dan ooit tevoren. En die informatie komt niet alleen in handen van een paar farmaceuten: onderzoek wordt ook steeds goedkoper. Straks kun je als amateur grootschalig onderzoek opzetten tegen lage kosten, waardoor we baanbrekende dingen gaan ontdekken. Dat is verschrikkelijk goed nieuws.’

De nieuwe Renaissance

Als ik hem naar zijn inspiratiebronnen vraag, komt Aslander met een verrassend antwoord: Leonardo da Vinci. ‘Die was ook met alles tegelijkertijd bezig. Toen ik op mijn vijftiende een boek over Da Vinci las, dacht ik: dat wil ik ook. Ik wil mij niet focussen op één onderwerp, ik wil juist kijken wat er gebeurt als je én met kunst, én met technologie, én met uitvindingen, én met ons lijf aan de slag gaat. Laten we eerlijk zijn, we leven al een jaar of tien in een nieuwe Renaissance. Er is sprake van een ongelooflijke convergentie van kennis en informatie. In de Middeleeuwen had de Kerk het monopolie op kennis. Als je het niet eens was met de Paus, ging je kop eraf. Dat veranderde in de Renaissance, toen de Medici’s zoveel macht hadden verzameld dat ze de Paus konden weerstaan. Met die vrijheid en hun geld konden ze in Florence kunstenaars als Da Vinci en Michelangelo bij elkaar brengen. Dat was het begin van een ongelooflijke bloei.’

De parallellen met de huidige tijd liggen voor het oprapen, stelt Aslander. Maar mensen moeten wel bereid zijn over hun eigen schaduw heen te springen om het tempo bij te houden. ‘Zoals Seth Godin – een held van mij – het zegt: Vroeger ging het erom spullen te hebben die anderen niet hadden. Daar kon je nieuwe spullen mee maken. Maar tegenwoordig draait het om iets anders. It might be your network and your connections that trust you, it might be your expertise, but most of all, I’m betting it’s your attitude. Ik zie op dit moment allemaal jonge mensen dingen doen die wij niet kunnen, zonder ervaring of opleiding, maar wel met de juiste houding. Iedereen kan bij de tools, maar het verschil maak je met je houding.’

‘De voormalig topman Tim Sanders van Yahoo! schrijft in zijn boek Love is the Killer App: Learn as much as you can, as quickly as you can, and share your knowledge agressively. Dit is wat bijna niemand in kennisorganisaties doet. Veel leren, snel leren en dat fanatiek delen. Connect with the ones who share your values and connect as many of them with each other. Gebeurt ook niet. And find the courage to express genuine emotion in the harried, pressure-filled world of work. Laat je emoties zien, zeg het als je iets stom vindt. Geef wat je moeiteloos weg kunt geven weg, want dan krijg je meer. Als je meer kennis weggeeft, krijg je meer terug. Daarom vind ik dat je boeken gratis moet weggeven. Normaal gesproken moet je eerst betalen en krijg je daarna pas te lezen wat ze weten. Maar je wilt toch door zoveel mogelijk mensen gelezen worden? Help gewoon iemand met een probleem. De goeien doen wel wat terug en de verkeerden – ach, die help je de volgende keer niet meer.’

Over Hans van der Klis

Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boeken bij dit artikel

Martijn Aslander, Erwin Witteveen
Easycratie

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden