6 Juni 2008. Paniek. En niet alleen op Wall Street. De olieprijs stijgt naar $138, de Dow daalt een aantal procenten. De gemiddelde prijs aan de pomp voor een gallon (= 4.55 liter) benzine ging door de magische vier dollar grens. De verwachting van analisten is dat deze maand een volgende magische grens wordt doorbroken: vijf dollar per gallon. (Met onze €1.67 aan de pomp voor een liter euro, bij de huidige dollarkoers zo’n $2,60 betalen we nog zo’n drie keer zoveel, maar dat terzijde.) Met als gevolg flinke onrust in de huiskamer van de doorsnee Amerikaan. De kosten om op het werk te komen lonen niet meer. Voor sommigen is stoppen met de huidige baan het enige alternatief.
De gebeten hond (die moet er altijd zijn) is Henry Paulson, de Treasury Secretary, de minister van Financiën van Amerika. De vraag is natuurlijk of en hoe een overheid kan ingrijpen. In Amerika is het aanspreken van de nationale reserve geopperd. Die kan gebruikt worden om de prijs te drukken. Waarbij critici natuurlijk meteen weer melden dat dit voor de belasting betalende burger een sigaar uit eigen doos is. De olie moet ook weer teruggekocht worden op de internationale markt. Zestig procent van de olie in de USA wordt al geïmporteerd. Zowel Barack als McCain houden wijselijk hun mond: elke 'valse' belofte of kritische noot kan ze in november duur komen te staan. Politiek en olie zijn allebei volatiel en in combinatie uiterst brandbaar.
In Nederland kan minister Bos zijn borst ook nat maken. Een opstand, in welke vorm dan ook, lijkt onafwendbaar. De actie van de vrachtwagenchauffeurs zou nog wel eens een mild voorproefje kunnen blijken te zijn. Eén van de weinige instrumenten die de overheid tot zijn beschikking heeft, is het 'spelen' met accijnzen. Maar de snelle prijsverhogingen van olie op de wereldmarkt pareren bij voorbaat de inzet van zulke trage beleidsinstrumenten.
Het scenario dat zich nu ontvouwd wordt uitvoerig beschreven in het boek De permanente oliecrisis van Willem Middelkoop en Rembrandt Koppelaar. Middelkoop lijkt een goede neus voor 'actualiteit' te hebben. Terwijl de hypotheekcrisis zich ontvouwde, kwam hij met het boek Als de dollar valt. Of was het andersom? Middelkoop beschrijft een fenomeen dat al een tijdje sluimerend speelt, en meet zich de rol aan van het kind in het sprookje van de kleren van de keizer: hij zegt hardop wat iedereen eigenlijk wel ziet maar niet durft te benoemen.
Het boek leest bijzonder gemakkelijk. De boodschap is veel minder comfortabel. We zullen allemaal de komende allemaal lastige keuzen moeten maken. De hoge olieprijs is namelijk de startsteen van het dominospel: als die steen omvalt, volgt de rest gedwee en onvermijdelijk. Met andere woorden: de grondstof van vrijwel alle producten worden duurder, en producenten zullen die hogere kosten gaan doorberekenen. En dat gaan we merken. Niet alleen aan de pomp maar ook uit het stopcontact! Om te beginnen. Voor onze energiebehoefte zijn er weliswaar alternatieven, maar die zijn niet meteen te exploiteren, dus voor de korte termijn oninteressant. Een ander alternatief is het 'matchen' van de stijgende vraag met een groter aanbod. Maar door de combinatie van enorme oliedorst van landen als India en China en een maximale productie, is dit ook al geen serieus alternatief.
Middelkoop verwacht op de wat langere termijn spanningen op wereldschaal. In Amerika klinken steeds luidere politieke stemmen om te onderzoeken wat China allemaal in Afrika uitspookt. Geruchten willen dat China inmiddels vijftig procent van de Afrikaanse energievoorraden onder controle heeft, dat wil zeggen: onder economische en/of militaire controle. De vraag is overigens wat de Amerikanen tegen deze expansie willen of kunnen ondernemen als blijkt dat de geruchten gewoon waar zijn? En Gazprom, de Russische oliereus, meldde onlangs officieel dat ze de Amerikaanse gasmarkt zien als een strategisch terrein waar zij de sterkste positie willen innemen. Ook al geen boodschap met een 'vredelievend' randje.
Kortom: de huidige oliecrisis vertoont alle tekenen van een permanente crisis zoals Middelkoop stelt. Dat maakt De permanente oliecris een boek dat iedereen eerst moet lezen voordat het huishoudboekje tevoorschijn wordt getoverd.
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.