Schrijf je levensverhaal van Mieke Bouma is een praktisch boek met veel schrijftips. Het doel van het boek is mensen te helpen hun verhaal zoals ze dat geleefd hebben, goed op papier te krijgen. Het boek is prettig opgezet en heeft drie overzichtelijke delen: voorbereiden, bouwen en uitwerken. Dat gecombineerd met de aangename schrijfstijl van de auteur maakt het boek een goede bron voor die mensen die een aanzet willen maken om hun eigen levensverhaal vast te leggen.
Wanneer we ons levensverhaal aan het papier toevertrouwen, zijn we zowel schepper als auteur en proberen we inhoud en proces goed bij elkaar te brengen. Voorwaar geen gemakkelijke opdracht. Zeker, en dan nog een paar stemmen in je hoofd erbij die je vertellen dat jij er niet toe doet of dat niemand zit te wachten op jouw verhaal, en de kans is groot dat er geen letter op papier komt. Maar ook dit soort twijfels en gedachtenspinsels worden uitgebreid aan de orde gesteld in dit boek.
Natuurlijk start dit alles met het optuigen van je levensverhaal. Want waar te beginnen? Mieke Bouma geeft veel tips. Een daarvan is simpel maar treffend: leer van andere schrijvers. Zij citeert op dit punt Renate Dorrestein, die stelde dat je als schrijver moet weten waarom mensen lezen. Het schijnt dat de meeste mensen lezen omdat het een vorm van lezen over jezelf is. Door te lezen, het nieuws bij te houden maar ook je motieven te onderzoeken kun je daarom een eerste goede stap zetten.
In het eerste deel ‘voorbereidend werk' krijg je als lezer de nodige handvatten en tips aangereikt om tot schrijven te komen. Dat lijkt misschien een overbodig hoofdstuk (iedereen weet toch waar hij of zij het over wil hebben, wat valt er nog voor te bereiden?) maar wie ooit de documentaire heeft gezien over de schrijver John Edward Williams (o.a. bekend van de prachtige roman ‘Stoner') weet dat voorbereiding de essentie van schrijven is. Williams vertelt in die documentaire dat hij de dag voordat hij gaat schrijven, alles voorbereidde. Hij wist waarover hij ging schrijven, ordende alles en legde alles klaar. Een dag later schreef hij, twee uur maximaal per dag, en zo herhaalde hij dit proces totdat zijn boek af was. Saillant detail: Williams herlas daarna niet meer zijn werk, de zinnen die op papier werden gezet, waren definitief. Het is daarom meer dan begrijpelijk dat Mieke Bouma de tijd neemt om de lezer inzicht te geven hoe je je goed kunt voorbereiden.
In het tweede deel (‘Bouwen') staat het schrijfproces centraal. Wat hierin opvalt is dat de auteur met veel verschillende voorbeelden komt van schrijvers over bijvoorbeeld hoe zij hun flaptekst schreven. We zien zowel Virginia Wolf, Bart Chabot maar ook Michelle Obama voorbij komen. Zo veel schrijvers, zo veel verschillende schrijfstijlen.
Kun je mensen leren schrijven? Vroeg ik me af. Misschien niet, maar je kunt ze wel een heleboel tips geven en zelfvertrouwen dat ze aan de gang gaan. In dat geval is Mieke Bouma geen expert maar een facilitator die de schrijver in spé allerlei mooie uitstapjes laat zien en wijst op de vele interessante mogelijkheden die er zijn. Een daarvan is de m.i. zeer praktische tip: benoem zes keerpunten in je leven en schrijf vervolgens een zes-woorden-verhaal. Als schrijven de kunst is van het weglaten, dan is dit de ultieme lakmoestest. Wat te denken van het fraaie zeswoordenverhaal: 'Te vroeg getrouwd, op tijd gescheiden'?
Een ander advies dat me opviel was: schrijf niet chronologisch. Hoe simpel, maar hoeveel mensen zouden niet hun levensverhaal op deze manier ordenen. Bouma legt uit dat dit wel eens heel saai kan worden, in termen van ‘en toen.... , en toen...'
Ook in het derde deel (het uitwerken) heeft Bouma genoeg te melden. Het verhaal staat op papier maar nu de ‘finishing touch', het schaven aan een bijna gereed product. Voor sommigen roept dit misschien dramatische beelden zoals bijvoorbeeld schoolse scripties, maar hier ligt dat anders: er is geen druk en je wilt het gewoon goed hebben: het is je eigen levensverhaal. Je kunt de puntjes op de ‘i' zetten door je bewust te worden welk perspectief je inneemt (een ik perspectief of dat van een alwetende verteller), of de tijd van je verhaal (schrijf je in de verleden tijd of de tegenwoordige tijd?) goed te overdenken of door kritisch te kijken naar je hoofdstukindeling. Zit daar een goede opbouw in?
Al met al is Schrijf je levensverhaal een zeer lezenswaardig en praktisch boek waarin schrijfster Mieke Bouma de lezer voldoende en goede handvatten geeft om zelf de pen ter hand te nemen.
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat. Hij is auteur van de boeken Meegaan of dwarsliggen, Werkvormen voor managers en Leidinggeven kun je zelf. Samen met meerdere auteurs schreef hij onder red. van Rob van Es het boek Praktijkboek Veranderdiagnose en samen met Peter van den Boomschreef hij Theatervoorstellingen in organisaties. Naast zijn schrijfactiviteiten is hij spreker en organiseert hij trainingen en seminars over actuele managementthema's.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.