Heel veel, vond Roobeek, vooral verheugende dingen. Voor haar is de Nieuwe Economie een door ICT gevoede kennisexplosie. Er ontstaat een wereld waar individuen in internet-communities naar hartelust kennis vergaren en verspreiden: iedereen vaart daar wel bij. Tegen de ontwikkeling is niets bestand, in de wereldwijde smeltkroes van het web verdwijnen alle instituties die de gangbare economische orde in stand hielden. En daarmee ook de grote ondernemingen zoals we die de laatste honderd jaar kennen. Roobeek: 'Ik vraag me af of groot zijn nog wel zo slim is in de nieuwe economie. Ik denk dat het er niet per se om gaat via fusies groter en groter te worden, maar om slimmer samenwerkingsverbanden op te zetten.
Deels buiten de eigen onderneming, deels met andere organisaties, om daarmee veel alerter te blijven op de vernieuwingen en het mogelijk te maken in korte tijd, in plaats van dat je moeite en energie steekt in het samenklonteren van allerlei branche-gelijke onderdelen.' Arjen van Witteloostuijn denkt daar geheel anders over. Economie betekent voor hem: staathuishoudkunde. De winst-en-verliesrekening van de samenleving. Wat komt binnen, wat gaat eruit, en wat blijft er voor de samenleving over? Steeds minder, zo concludeert hij. We moeten onze welvaartsberekening stevig herzien omdat de grote ondernemingen zich meer en meer aan de samenleving onttrekken. Door de samenklonteringsgolf (fusies en overnames) hebben ze zich ontwikkeld tot machtsmonolieten waartegen nationaal gezag nauwelijks meer is opgewassen. Wat ze met die macht doen is kostenreducties opvoeren door te saneren in personeel en R&D-investeringen achterwege te laten om de eigen kas (bedrijfspot en aandeelhouders) verder en verder te spekken. In de ogen van Van Witteloostuijn plegen AEX-coryfeeën als Philips, ABN-Amro, Unilever, Shell en KPN regelrecht roofbouw op onze samenleving.
Als Roobeek in het Buitenhof-debat 'de nieuwe spelregels van de Nieuwe Economie' aanroept knippert hij alleen met de ogen om het idelogische zand van de vrije markt-prediking kwijt te raken. De plotseling ontstane nieuwe beursgiganten AOL(Time Warner-EMI), Freeserve, Terra Networks en zo meer zijn zwammen die opkomen in het door de supranationals gecreëerde broeierige samenzwering van roofzucht. Door de media krijgen we een vertekening van de welvaart te zien (wie rijk wordt komt op tv: Nina Brink; en wie op tv komt wordt rijk: Bart van Big Brother), een smal reepje van ons land dat bevolkt wordt door ongrijpbare (want mobiele) snelle lui (managers, adviseurs en speculanten met hun opzichtige coterie). Een minderheid die zich genesteld heeft in de sleutelplaatsen van de economie, redenaties bedenkt om benefieten aan zichzelf toe te rekenen - en, op elkaar wijzend, beweert dat het iedereen toch voor de wind gaat.
Witteloostuijn: 'Mijn probleem is dat er een hele hoop mensen met dit proces [de Internet bestorming van de economie, AW] niet meekomen. Het is toch merkwaardig dat in het polderwonder Nederland, met een zogenaamde werkloosheid van 3 tot 4 procent, toch een miljoen mensen in de WAO zitten. Dus de verborgen werkloosheid in Nederland is enorm, dat zijn allemaal mensen die blijkbaar niet mee kunnen komen. Wat ook gebeurt is dat de mensen die wel werk hebben, ineens worden geconfronteerd met die employability, de flexibiliteit, en daar zitten veel mensen ook niet op te wachten. Nedcar is daar een goed voorbeeld van: als het even tegenzit worden de werknemers op straat gezet.'
Voor de goede orde, toen verleden jaar 'De anorexiastrategie', dat ik hier aan het bespreken ben, verscheen, bestond 'de Nieuwe Economie' nog niet. Dat woord, waarbij ik me steeds het apostolisch blije gezicht van Tony Blair voorstel, komt dan ook niet in Van Witteloostuijn's boek voor. Het is de auteur te doen om tempering van euforie over onze economische prestaties. In zijn, door onderzoek gestaafde, opvatting is de breuk met de consensuseconomie (het harmoniemodel), waarin bedrijven meenden een bijdrage aan de maatschappij te moeten leveren tien jaar geleden ingezet. 'Paars' en 'poldermodel' drukken een ontwikkeling uit in de richting van het rauwe aandeelhouderskapitalisme. Waar topmanagers zich tien jaar terug nog lieten voorstaan op het scheppen van werkgelegenheid (Dreesmann), getuigen ze tegenwoordig van hun kwaliteiten als harde saneerders (FitzGerald - Unilever).
Met de jacht op rendement heeft het Angelsaksische conflictmodel zijn intree gedaan. De gevolgen hiervan zijn verstrekkend: kwetsbare werkgelegenheid en verregaande denivellering, die uiteindelijk kan leiden tot sociale ontwrichting in grote delen van de samenleving. Van Witteloostuijn hoort het wapengekletter van de aandeelhouders, managers en adviseurs in het Trojaanse paard - en waarschuwt ons.