Om de vraag te beantwoorden of 'Nooit meer strategiepijn' inderdaad het Nederlandse antwoord is op Hamel en Prahalad moeten we naar de inhoud van het boek van Leo van de Voort. Hoewel hij van origine Neerlandicus is, is hij door jarenlange ervaring en studie een door de wol geverfd financieel-economisch expert geworden. Hij heeft in die jaren een diepe bewondering gekregen voor het Amerikaanse aandeelhouderswaardemodel. Een flink deel van het boek is dan ook besteed aan de uitleg van dit gedachtegoed, denk aan termen als Discounted Cash Flow (DCF) methodiek en aan Option Pricing Model. De auteur legt dat in mijn ogen prima uit en gebruikt sprekende voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. De eerlijkheid gebiedt me ook te melden dat dit soort rekenvoorbeelden in veel standaard tekstboeken uit het vakgebied te vinden zijn. So far so good. Leo van de Voort constateert met velen dat er inmiddels iets flink mis is in de wereld van bedrijven en financiële markten. We gaan voor langere tijd moeilijke jaren tegemoet en de uitkomst zal een andere economische wereldorde zijn. Het probleem van de moderne organisatie is dat we het vertrouwen hebben weggeorganiseerd, er is een focus op privaat kortetermijnbelang ontstaan en belangrijke (vaak publieke) waarden zijn veronachtzaamd. De huidige crisis is veroorzaakt door bestuurders die te ver van de praktijk staan waardoor ze hun eigen product niet meer snappen, en door waardeloze aandeelhouders (vaak institutionele beleggers) die deze bestuurders en toezichthouders hebben toegelaten. De markt is een agressieve infecterende 'meme' gebleken die mildere memen als gemeenschapszin en betrokkenheid heeft weggedrukt. Maar deze crisis mag je niet op het conto schrijven van het financieel-economische gedachtegoed dat de waardemaximalisatie van de aandelen als uitgangspunt neemt, aldus de auteur. De auteur komt als oplossing met 'arrow dynamics'. Deze aanpak wordt nergens in het boek strak neergezet maar wordt over het hele boek heen verspreid behandeld. In de kern gaat het hier om een synthesemodel waarin de harde financiële wereld wordt gekoppeld aan de zachtere ethische of morele wereld (extern aan intern, individu aan collectief etc.). Uiteindelijk draait alles om waardecreatie en dat betekent vooral het optimaal benutten van beschikbare schaarse hulpbronnen en talenten (in relatie tot het bevredigen van behoeften). Saneringen, reorganisaties, overnames, het zijn vaak operationele foefjes om de cijfers wat op te poetsen. Het antwoord van Van de Voort is dat strategie weer echt op de agenda moet. En dat betekent het vaststellen van je 'company capital base' (dus bepalen wat je écht aan waarden in huis hebt), om vervolgens de focus te leggen op de benutting van die assets en talenten zodat de dromen en ambities worden waargemaakt. De output is waardecreatie in de meest brede zin: dromen worden omgezet in behoeftebevredigende producten en diensten en onderweg wordt ethisch, duurzaam, betrokken en betekenisvol gehandeld. Ik ga natuurlijk wat kort door de bocht, maar ik denk dat ik de kern van het boek daarmee geen onrecht aandoe. Ik ben het in wezen met de uitgangspunten van de auteur eens. Eén: er is te veel focus op financieel gewin op de korte termijn ontstaan, de echte binding met bedrijf en product is vaak ver te zoeken. Daarmee ben ik het helemaal eens. Twee: de focus zou meer moeten liggen op wat (in mijn ogen) het onderzoeksgebied van de economische wetenschap is, namelijk het optimaal benutten van schaarse hulpbronnen in relatie tot het bevredigen van behoeften. Een goede strategie die hard en zacht integreert beschrijft hoe je stappen in die richting kunt zetten. Ook weer helemaal eens. Maar wat heeft dit in hemelsnaam te maken met het aandeelhouderswaardemodel? In mijn ogen niet zo heel veel. Het gaat niet om shareholder-value maar om stakeholder-value. En het gaat ook niet alleen om financiële waarden maar om een veel bredere set waarden. Het is in de kern de klassieke discussie dat de prijs niet altijd alle relevante informatie van huidige en toekomstige markten weerspiegelt. Over de niet perfecte werking van markten zijn bibliotheken vol geschreven (zo er ook steeds meer te vinden is over de rol van de economische wetenschap die al enkele decennia het spoor bijster is). Formeel mag Van de Voort wellicht gelijk hebben: het aandeelhoudersmodel kán wel zo worden gebruikt dat het dienstig is aan een bredere, meer duurzame en ethische, benutting van talenten. Dat kán als je rendementen en waarden maar breed definieert (niet alleen financieel dus) en als bestuurders, werknemers, toezichthouders, beleggers en consumenten ook allemaal al die afwegingen ethisch netjes met lange termijn doorzicht maken. Maar we hadden nu juist geconstateerd dat bestuurders en beleggers blijkbaar anders in elkaar steken. Dus mijn vraag is en blijft: natuurlijk kan alles mooier en beter als we allemaal uit het goede hout zijn gesneden (en het 'capital asset pricing model' mag daar ook nog bij helpen wat mij betreft) maar welke drives en mechanismen zitten er nu in onze systemen ingebouwd die voorkomen dat we verder wegglijden, ook als we nog even te maken blijven houden met 'waardeloze aandeelhouders' en andere imperfecties?
Over Rudy van Stratum
Dr. Rudy van Stratum is directeur van Stratum Strategie, www.stratumstrategie.nl. Hij is auteur van 'Nix is wat het lijkt' (Eburon 2001) en 'Alles mag als het maar kwaliteit heeft' (Etin Adviseurs 2000).