Dat goede boeken niet dik hoeven zijn bewijst Waarom werken wij?. In amper honderd pagina’s slaagt de auteur erin een historische schets te geven rond het belang van werken, analyseert hij gedaan onderzoek en vertelt Van Luijk hoe werken ervaren wordt in een wereld die net een financiële en economische crisis achter de rug heeft. Zo laat hij in de openingshoofdstukken zien dat werken in het stenen tijdperk onderdeel was van het dagelijks leven, de Grieken werk eigenlijk maar minderwaardig vonden, en dat in het tijd van het Christendom werk als een morele plicht werd beschouwd: een straf voor de zondeval. Adam Smith liet ons zien dat werk vooral de motor is achter vooruitgang. En nu…. Lees en huiver.
Basis van het boek is het onderzoek ‘Meaning of Working’ dat zowel in 1983 als 2008 is uitgevoerd. Inclusief een update om de jaren na de meest recente crisis te duiden. Voor managers die denken dat het personeel met ziel en zaligheid aan het werk is, dat medewerkers in werk een vorm van zingeving vinden, is het boek een kleine (of misschien wel grote) ontluistering. Steeds meer mensen stellen werk niet centraal in hun leven omdat ze dat graag willen, nee ze doen het vooral om er geld mee te verdienen. De beroemde loterijvraag (‘wat zou je doen met een miljoen’) is veelzeggend in deze.
Mensen willen wel blijven werken, maar minder of anders. Een grote minderheid stopt dus acuut met het voortzetten van het oude arbeidspatroon. Zoals elk goed onderzoek betaamt, kent ook dit onderzoek de nodige nuances. Natuurlijk vinden mensen het fijn om op hun werk andere mensen tegen te komen. En ja, werk laat je (vaak) stijgen op de carrièreladder. Rijke mensen vinden hun werk ook zinvoller dan de populatie aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
De goed oplettende lezer prikt die nuances echter snel door en zal concluderen dat menig onderzoek naar medewerkerbetrokkenheid met een flinke korrel zout genomen moet worden. Zeker als die redelijk tot goed scoren. Grote kans namelijk dat het sociaal wenselijke antwoorden geweest zijn. Geld is namelijk meer en meer de primaire drijfveer. De crisis maakt die correlatie alleen maar sterker. Zingeving gaat even naar een tweede plan en het overlevingsmechanisme manifesteert zich door geld. Dat leidt tot ‘verschraling en verarming’, zo concludeert Van Luijk.
Frank van Luijk doet aan het einde nog een kleine poging om ook positieve kanten in deze trend te zien. Minder focus op werk en meer vrije tijd is natuurlijk ook prima. Toch krijgt de HR-populatie die het vooral over boeien en binden heeft en zogenaamde ‘engagementprogramma’s’ koestert, een flinke draai om de oren. Eerst geld, dan pas zingeving. De organisatie belangrijk vinden staat zelfs nog lager op de ranglijst. Au!
We zijn dus minder en minder ‘geboeid en gebonden’, en meer en meer ‘money driven’. Het boek gaat niet direct over die achterliggende vraag. Het is namelijk onderzoek en trekt conclusies. Die conclusies zijn echter dermate interessant dat iedereen die met mens en arbeid bezig is, er kennis van zou moeten nemen. Charlie Chaplin siert de cover van ‘Waarom werken wij’. Zijn ‘modern times’ worden in dit boek in een ander daglicht geplaatst. We denken wel dat we wat arbeid betreft in onze eigen ‘modern times’ leven (nieuw werken, boeien/binden/ engagement), maar dit onderzoek leert dat geld uiteindelijk de drijvende kracht is, de kurk waarop zingeving drijft. Ontluisterend.
Over Ronald Buitenhuis
Ronald Buitenhuis is freelance journalist.