Het boek geeft een overzicht van psychologische theorieën over ontwikkeling en verandering van mensen. Bij de bespreking staat centraal hoe ze in de organisatie gebruikt kunnen worden om doelen te bereiken, of het nu gaat om gedragsverandering, psycho-analyse, behoeften of motivatie. Zelfs moderne theorieën als het enneagram en de kernkwaliteiten komen aan de orde. De auteur beschrijft de theorieën praktisch, met op sommige plaatsen voorbeelden uit de organisatiepraktijk. Bij de theorieën geeft hij ook aan of de praktische bruikbaarheid is bewezen. Ik mis een beschrijving van de theorie van het ervarend leren en de bijbehorende leerstijlen (Kolb), terwijl dat toch een waardevolle aanvulling zou zijn op de theorie die beschrijft hoe mensen leren. Het aardige van dit boek vind ik dat het nu eens niet gekozen heeft voor een standaardprocedure en dito antwoorden. Op de achterflap staat al dat het geen 'how-to'-boek is. Wie 'Hoe krijg ik ze zover?' in zijn dagelijkse praktijk wil gebruiken, wordt gedwongen keuzes te maken voor een theorie en dit naar de eigen praktijk te vertalen. Dat vergt enige inspanning, maar is tevens de uitdaging die dit boek biedt. Eindelijk geen uitgeschreven methode, maar een boek om mee te werken.
Recensie
Hoe krijg ik ze zover?
De titel van het boek trok me. Immers, dit is een vraag die managers zichzelf meerdere malen per dag stellen. Als adviseur is het een vraag die je vaak voorgelegd krijgt als nieuwe ideeën of werkwijzen in een organisatie ingevoerd worden.
Theo Ruikes
|
3 juni 2003