Luyendijk vat de strekking van zijn reis door de City samen met een intrigerend beeld: je zit in een vliegtuig waarvan de motor opeens vlam vat. Je rent naar de cockpit om de piloot te waarschuwen. Je smijt de deur open, en de cockpit is leeg...
Het is 2011 als antropoloog Luyendijk zich als observerend participant, op uitnodiging van The Guardian, een paar jaar onderdompelt in de City. In dit financiële bolwerk in Londen spreekt hij met ruim tweehonderd mensen uit die wereld. Dat blijkt aanvankelijk nog razend lastig, want de zwijgplicht domineert. Wie praat, vliegt eruit. Pas nadat zijn blog op de website van The Guardian meer bekendheid krijgt, stroomt zijn mailbox vol. Hilarisch beschrijft Luyendijk angstige ontmoetingen in ‘nondescripte koffietentjes’, waar zijn gespreksgenoten al verstijven als hij zijn opnameapparaat op tafel legt, of als een collega binnenkomt.
Al snel leert Luyendijk de mores in de City. Aan de ene kant heb je ondermeer bankiers in fusies & overnames, financieel advocaten, risk en compliance officers, salesmanagers, analisten, corporate finance bankiers en consumentenbankiers. Dit is het peloton, dat nooit in de positie is geweest om de crisis te kunnen veroorzaken, hem niet zag aankomen en achteraf nooit heeft begrepen. In dat peloton verdient niemand uitzonderlijk veel geld. Aan de andere kant is er een kleine kopgroep van de stoere machohandelaren van de zakenbanken, die de miljoenen binnenharken.
Luyendijk laat zien wat voor wereld dit is. Hij analyseert en deelt het peloton opnieuw in: in onder andere tandenknarsers, Masters of the Universe, zeepbelbankiers, koele kikkers en waanbankiers. Zijn leidraad is: hoe kon dit gebeuren? Waar was de piloot? Wie had die piloot moeten zijn? Hoe kon het dat er miljarden zijn verbrand, maar niemand ooit is vervolgd en veroordeeld? Luyendijk vat voor de meeste gespreksgenoten, tot zijn eigen verbijstering, snel sympathie op. Verrek, ze zijn net als hij. Ze lezen dezelfde kranten en bezoeken dezelfde films.
Luyendijk kreeg niet op al zijn vragen antwoord, komt niet met een spectaculair ‘masterplan’ om het financiële systeem te redden. Maar hij schreef wel een schitterend boek. In de pakkende, soms hilarische schrijfstijl die we al kennen uit zijn eerdere boeken, compleet met cliff hangers aan het eind van ieder hoofdstuk. Hij wurmt de motorkap van het financiële Heilige der Heilige open en wuift de rookwalmen van de verbrande motor vakkundig weg. Wat we dan zien, is een wereld die niet zozeer voldoet aan het clichébeeld van hebzuchtige graaiers, maar die volledig wordt gedomineerd door angst, machtspolitiek en conformisme. Het ligt niet aan die mensen, maar aan het systeem. Dat systeem moet om, bepleit Luyendijk. Hoe, dat is nog niet zo makkelijk. Tja, we kunnen dromen van een wereldregering die de perfecte piloot zou zijn. Feit is dat de belangrijkste feiten over de financiële wereld al lang en breed bekend zijn, ontdekt Luyendijk. Het probleem ligt dieper: de sector is immuun voor ontmaskering.
Over Paul Groothengel
Paul Groothengel is freelance journalist.