Leidinggeven met en zonder EGO

Voorwoord 9
Inleiding 11

1 Medewerkers kunnen niet altijd succesvol zijn 17
1.1 De leidinggevende maakt het verschil 23
1.2 In een flow werken 28
1.3 Welke leiderschapsstijl is effectief? 31
1.4 De basis van het leiderschapsmodel 32
1.5 Boven- en onderstroomleiding­gevenden 33
1.6 Op zoek naar bevlogenheid 35
1.7 Focus en energie 36
1.8 Hoe krijg je medewerkers en teams in flow? 38
1.9 Als de angst overheerst 43
1.10 Open en eerlijk zijn 46
1.11 Sturen op kwantiteit of kwaliteit 47

2 In acht stappen een betere leidinggevende worden 49
2.1 Deel I – Leidinggeven aan jezelf 55
2.2 Deel II – Leidinggeven in het hier en nu 60
2.3 Deel III – Anderen in staat stellen om succes vol te zijn 62

3 Deel I – Leiding­geven aan jezelf 67

Stap 1: Ik weet wie ik ben (en hoe anderen over mij denken) 71
3.1 Wie ben je en wie ben je geworden? 71
3.2 De valkuil van misplaatst zelf­vertrouwen 74
3.3 Leiderschap als emotioneel proces 76
3.4 Reptielenbrein, zoogdierenbrein en mensenbrein 77
3.5 Overtuigingen bepalen ons ego 81
3.6 Hoe zien anderen jou? 84

Stap 2: Ik weet wat ik wil (en wat de organisatie van mij verwacht) 91
3.7 Afstemming tussen persoonlijke doelstellingen en organisatie­doelstellingen 92
3.8 Wat verwacht de organisatie van je? 97
3.9 Wat wil jij? 99

Stap 3: Ik zeg wat ik wil (en consulteer anderen) 107
3.10 Waar komt weerstand vandaan? 108
3.11 Gebruik een Fair Process voor eigenaarschap 115
3.12 De realistische dromers winnen het van de onrealistische denkers 118
3.13 Het bobo-effect 120
3.14 Richt je op de voorhoede 121
3.15 Stel een team samen met de benodigde competenties 123

Stap 4: Ik doe wat ik zeg (en dat herkent mijn omgeving) 125
3.16 Wat vraag het van jou om te doen wat je zegt? 126
3.17 Extreem eigenaarschap 127
3.18 Medewerkers ontwikkelen op taak­volwassenheid en eigenaarschap 127
3.19 Afscheid nemen van medewerkers die niet meer kunnen bijdragen 128

4 Deel II – Leiding­geven in het hier en nu 137

Stap 5: Ik ontwikkel volwassen relaties (en blijf zelf volwassen) 141
4.1 Je gelijkwaardig verbinden met de ander 148
4.2 Je kwetsbaar durven opstellen 151
4.3 Geweldloze communicatie 159

5 Deel III – Anderen in staat stellen om succesvol te zijn 163

Stap 6: Ik bied individuen een veilige en uitdagende context 167
5.1  Aandacht voor andere levensgebieden 167
5.2Veiligheid en uitdaging bieden aan individuen met behulp SCARF 170

Stap 7: Ik bied teams een veilige en uitdagende context 177
5.3 Het TGI-model 177

Stap 8: Ik bevorder een werkstructuur waarin mensen kunnen leren en presteren 187
5.4 Waarom een werkstructuur? 188
5.5 Hoe draagt een werkstructuur bij aan het primaire proces? 190
5.6 Uit welke onderdelen bestaat een werkstructuur? 194
5.8 Casestudy Scania 198
5.9 Casestudy Buurtzorg 204
5.10 Wat kun jij doen om een goede werkstructuur te bieden? 210

6 Aan de slag 217
6.1 Tips voor het leren 220
6.2 Maak de balans op 222
6.3 Zelf doen of organiseren? 229
6.4 Gebruik de zes bronnen van invloed 230
6.5 Ontwikkel je persoonlijke motivatie 231
6.6 Train en oefen je nieuwe gedrag 234
6.7 Organiseer uitdagers in je omgeving 238
6.8 Organiseer supporters in je omgeving 239
6.9 Zoek beloning voor je nieuwe gedrag 240
6.10 Zorg ervoor dat je omgeving je ondersteunt 242
6.11 Deel je ervaringen 244

Literatuurlijst inclusief aantal interessante bronnen 245
Over de auteurs 249
Dankwoord 255