Verruiming van de aangifteplicht voor ernstige seksuele misdrijven?
E-book Pdf met watermerkbeveiliging Nederlands 2020 1e druk 9789460949807Samenvatting
Dit boek geeft antwoord op de vraag of de verruiming van de bestaande aangifteplicht van artikel 160 Strafvordering van betekenis zou kunnen zijn voor het voorkomen en bestraffen van seksueel misbruik van maatschappelijk kwetsbaren. Aanleiding voor het onderzoek waren vragen van het Nederlandse parlement naar de strafrechtelijke mogelijkheden van verbetering van de ontsluiting van relevante informatie aan de strafrechtelijke autoriteiten. In aanvulling daarop is de vraag beantwoord of er grond is voor een strafbaarstelling van het doen van aangifte van seksueel misbruik binnen eigen kring door bestuurders.
Naast een beschrijving van regelgeving geeft het boek een beeld van de wijze waarop informatie over seksueel misbruik anno 2020 wordt ontsloten aan en tussen de betrokken organisaties; in het bijzonder aan de politie en/of het Openbaar Ministerie. Onderscheid wordt gemaakt tussen informatie over seksueel misbruik in institutionele setting, en dat wat zich afspeelt in de particuliere sfeer. Beschreven wordt hoe de samenwerking tussen de hulpverlening, Veilig Thuis, de politie, het Openbaar Ministerie en Inspecties Onderwijs en IGJ op beleidsniveau én praktisch vorm heeft gekregen.
Aan de hand van praktijkonderzoek zijn de problemen, maar ook de oplossingen in kaart gebracht die spelen bij het uitwisselen van informatie over seksueel misbruik, in het bijzonder richting de politie. Geïnventariseerd is hoe binnen het werkveld wordt gedacht over een mogelijke verruiming van de aangifteplicht. Voorts is gekeken naar regelgeving van (Europese) landen, waar een vergelijkbaar politiek debat is (gevoerd). De onderzoeksbevindingen worden gepresenteerd in drie scenario’s, met daarin vermelde kansen en risico’s van zo’n wetswijziging.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Samenvatting 21
Hoofdstuk 1 Achtergrond en opbouw van het onderzoek; begripsomschrijvingen 39
1.1 Aanleiding voor en doelstelling van het onderzoek 39
1.2 Onderzoeksvragen 41
1.3 Opzet en tijdspad van het onderzoek 42
1.4 Beperkingen en focus van het onderzoek 42
1.4.1 Eerste algemene beperking: geen evaluatie van de aangifteplicht 42
1.4.2 Tweede algemene beperking: de onderzochte sectoren 43
1.4.3 Focus van het onderzoek I: overdracht en samenwerking ten behoeve van de bestrijding van seksueel misbruik in het particuliere spoor respectievelijk het institutionele spoor 43
1.4.4 Focus van het onderzoek II: het temporele element 45
1.4.5 Focus van het onderzoek III: focus op maatschappelijk kwetsbaren, in het bijzonder minderjarigen 45
1.5 Terminologie 46
1.5.1 Seksueel misbruik 46
1.5.2 Meldcode 48
1.5.3 Melding: de interne meldplicht en het meldrecht 49
1.5.4 De strafvorderlijke aangifteplicht 51
1.5.5 De niet-strafvorderlijke aangifteplicht 51
1.5.6 Omschrijving van de onderzochte sectoren 52
1.6 Leeswijzer 54
Hoofdstuk 2 Methodologie 55
2.1 Introductie 55
2.2 Methodologie van het toegepast klassiek juridisch onderzoek 56
2.3 Methodologie van de beschrijving van andere rechtsstelsels 58
2.3.1 Redenen voor onderzoek naar andere rechtsstelsels 58
2.3.2 Quick scan 61
7
2.3.3 Uitgebreider onderzoek naar Australië, Ierland en Duitsland 63
2.4 Methodologie van het kwalitatief empirisch onderzoek 65
2.4.1 Aard, beperkingen en borging van het kwalitatief empirisch
onderzoek 65
2.4.2 Interviews, expertmeetings en enquête als instrument 67
2.4.3 Selectie van deelnemers aan interviews, expertmeetings en
enquête 69
2.4.4 Wijze van afnemen van de interviews 72
2.4.5 Werkwijze expertmeetings 73
2.4.6 Wijze van verwerken van de resultaten van interviews en
expertmeetings 74
2.5 Secundair kwantitatief empirisch onderzoek 75
2.6 Triangulatie 77
Hoofdstuk 3 Overzicht nationale wet- en regelgeving 79
3.1 Inleiding 79
3.2 De strafvorderlijke aangifteplicht van artikel 160 Sv 80
3.2.1 Betekenis en reikwijdte artikel 160 Sv 80
3.2.2 Andere overwegingen die aan artikel 160 Sv ten grondslag liggen 83
3.2.3 Verschoningsrecht 86
3.3 De hoorplicht ex artikel 167a Sv 91
3.4 Overzicht seksuele misdrijven Titel XIV Wetboek van Strafrecht 93
3.4.1 Inleiding 93
3.4.2 Classificatie van seksuele misdrijven 95
3.4.3 Taxatie en classificatie van de ernst van elk zedenmisdrijf 97
3.4.4 Voorzet tot taxatie van geselecteerde seksuele misdrijven 98
3.4.5 Een complicatie: de categorie ‘ontuchtig’/‘ontuchtige handelingen’ 101
3.5 Overzicht nationale wet- en regelgeving betreffende de meldcodes, de (interne) meldplicht en het meldrecht 102
3.5.1 Inleiding en leeswijzer 102
3.5.2 Een kleine geschiedenis van het (parlementaire) debat over de meldcode en de meldplicht: van weerstand tot werkafspraken 105
3.5.2.1 De stand van zaken voor 2008 105
3.5.2.2 Het regeringsstandpunt van 2008 106
3.5.2.3 Vanaf 2011: (naar) een integrale meldcode 108
3.5.2.4 Het Besluit 2017: de basis op orde 113
3.5.2.5 Het regime anno 2019 115
3.5.2.6 Met het oog op de samenwerking: de beleidsafspraken van het Landelijk Netwerk zorg/straf Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 120
3.6 Wet- en regelgeving betreffende seksueel misbruik binnen het institutionele spoor 127
3.6.1 Inleiding 127
3.6.2 De sector (geestelijke) gezondheidszorg en jeugdhulpverlening 127
3.6.3 De sector onderwijs 130
3.6.4 De sector sport 133
3.6.4.1 Een eigen bestuursstructuur 133
3.6.4.2 Beleidsontwikkelingen 134
3.7 Strafbaarstelling van het verzwijgen van een voorgenomen verkrachting van artikel 136 Sr 137
3.7.1 Inleiding 137
3.7.2 Betekenis en reikwijdte van artikel 136 Sr 138
3.7.3 Overwegingen die aan artikel 136 Sr ten grondslag liggen 140
3.7.4 Uitleg en toepassing van artikel 136 lid 1 Sr 144
3.7.4.1 Normadressaat 144
3.7.4.2 Gedraging: verzwijgen van voorgenomen verkrachting 144
3.7.4.3 Wanneer geldt de rechtsplicht tot kennisgeving I: bij voorgenomen verkrachting 149
3.7.4.4 Wanneer geldt de rechtsplicht tot kennisgeving II: bij kennis dragen van de voorgenomen verkrachting 151
3.7.4.5 Subjectief bestanddeel: opzettelijk 152
3.7.4.6 Bijkomende voorwaarde voor strafbaarheid: indien het misdrijf is gevolgd 152
3.7.5 Uitzondering van artikel 136 lid 2 Sr 154
3.7.6 Uitzondering: verschoningsgerechtigden van artikel 137
Sr 154
3.7.7 Mogelijkheden en onmogelijkheden van artikel 136 Sr 155
Hoofdstuk 4 Ervaringen binnen de Nederlandse sectoren Gezondheidszorg & Jeugd, Onderwijs en Veilig Thuis 157
4.1 Inleiding 157
4.2 Registraties van meldingen van seksueel misbruik 157
4.2.1 Inleiding 157
4.2.2 Registraties meldingen particuliere spoor (Veilig Thuis) 159
4.2.3 Registraties meldingen institutionele spoor (inspecties) 166
4.2.4 Conclusie 171
4.3 Verslag van de interviews 172
4.3.1 Leeswijzer 172
4.3.2 De sectoren en het betrokken toezicht binnen het institutionele en particuliere spoor 176
4.3.3 Terminologie 176
4.3.4 Verruiming van de aangifteplicht van artikel 160 Sv 177
I Politie, Openbaar Ministerie en advocatuur 177
II Veilig Thuis en Centra voor Seksueel Geweld 180
III Inspectie Onderwijs & Inspectie IGJ 181
IV Wetenschap en Sport 182
4.3.5 Verruiming van de kring van meldplichtigen 183
I Politie, Openbaar Ministerie & advocatuur 183
II Veilig Thuis & Centra voor Seksueel Geweld 184
III Inspectie Onderwijs & Inspectie IGJ 184
IV Wetenschap & Sport 184
4.3.6 Bekendheid met artikel 160 Sv en artikel 136 Sr? 185
I Politie, Openbaar Ministerie en advocatuur 185
II Veilig Thuis & Centra voor Seksueel Geweld 185
III Inspectie Onderwijs & Inspectie IGJ 185
IV Wetenschap & Sport 185
4.3.7 Naleving van de meldcodes? 186
I Politie, Openbaar Ministerie & advocatuur 186
II Veilig Thuis & Centra Seksueel Geweld 187
III Inspectie Onderwijs & Inspectie IGJ 188
IV Wetenschap & Sport 188
4.3.8 Aantal aangiftes en meldingen 189
I Politie, Openbaar Ministerie & advocatuur 189
II Veilig Thuis & Centra Seksueel Geweld 190
III Inspectie Onderwijs & Inspectie IGJ 190
IV Wetenschap & Sport 190
4.3.9 Het beroepsgeheim 191
I Politie, Openbaar Ministerie & advocatuur 191
II Veilig Thuis & Centra voor Seksueel Geweld 192
III Inspectie Onderwijs & Inspectie IGJ 193
IV Wetenschap & Sport 194
4.3.10 Kennisvereiste 194
I Politie, Openbaar Ministerie & advocatuur 194
II Veilig Thuis & Centra Seksueel Geweld 196
III Inspectie Onderwijs & Inspectie IGJ 198
IV Wetenschap & Sport 198
4.3.11 Het informatieve gesprek in relatie tot de aangifte 199
I Politie, Openbaar Ministerie & advocatuur 199
II Veilig Thuis & Centra voor Seksueel Geweld 201
III Inspectie Onderwijs & Inspectie IGJ 201
IV Wetenschap & Sport 201
4.3.12 Hoe verhouden de rechten van de verdachte zich tot een verruiming van de aangifteplicht? 202
I Politie, Openbaar Ministerie & advocatuur 202
II Veilig Thuis & Centra voor Seksueel Geweld 202
III Inspectie Onderwijs & Inspectie IGJ 202
IV Wetenschap & Sport 203
4.3.13 Opwelke soorten seksueel misbruik zou de (verruimde) aangifteplicht moeten zien? 203
I Politie, Openbaar Ministerie & advocatuur 203
II Veilig Thuis & Centra voor Seksueel Geweld 204
III Inspectie Onderwijs & Inspectie IGJ 205
IV Wetenschap & Sport 205
4.3.14 Leidt een verruimde aangifteplicht tot meer aangiftes? 205
I Politie, Openbaar Ministerie & advocatuur 205
II Veilig Thuis & Centra voor Seksueel Geweld 206
III Inspectie Onderwijs & Inspectie IGJ 206
IV Wetenschap & Sport 207
4.3.15 Is er aanleiding tot een strafbaarstelling van organisaties op grond van institutionele verantwoordelijkheid? 207
I Politie, Openbaar Ministerie & advocatuur 207
II Veilig Thuis & Centra voor Seksueel Geweld 208
III Inspectie Onderwijs & Inspectie IGJ 208
IV Wetenschap & Sport 208
4.3.16 Over de noodzaak en mate van samenwerking 209
I Politie, Openbaar Ministerie & advocatuur 209
II Veilig Thuis & Centra voor Seksueel Geweld 212
III Inspectie Onderwijs & Inspectie IGJ 213
IV Wetenschap & Sport 213
4.3.17 De betekenis van het beroepsperspectief enwederzijds vertrouwen 214
I Het particuliere spoor: politie, Openbaar Ministerie & Veilig Thuis 214
II Het institutionele spoor: politie en Openbaar Ministerie & Inspectie Onderwijs en Inspectie IGJ 220
4.3.18 Best practices 222
4.3.19 Op hoofdlijnen samengevat 223
4.4 Verslag van bevindingen op grond van de enquête 226
4.4.1 Leeswijzer & verantwoording 226
4.4.2 Ervaringen 227
4.4.3 Interne organisatie van de ontsluiting van seksueel misbruik 229
4.4.4 Beroepsgeheim 231
4.4.5 Externe samenwerking 232
4.4.6 Ervaringen met de aangifteplicht 233
4.4.7 Aanpassing van de aangifteplicht 234
4.4.8 Aansprakelijkheid van de aangifteplichtige 240
4.4.9 Conclusie 242
4.5 Verslag van de expertmeetings 243
4.5.1 Vooraf: organisatie & werkwijze 243
4.5.2 Verslag van de expertmeeting met Veilig Thuis 244
4.5.2.1 Vooraf 244
4.5.2.2 Casus 1 – Wat te doen met buurtopa Bas? 244
4.5.2.3 Casus 2 – Wat te doen met grootvader Jan? 249
4.5.2.4 Casus 3 – Wat te doen met vader Pieter? 251
4.5.2.5 Casus 4 – Wat te doen met onderwijsassistent Yorrick? 253
4.5.2.6 Casus 5 – Wat te doen met fysiotherapeut Steven? 254
4.5.2.7 De expertmeeting met Veilig Thuis samengevat 256
4.5.3 Verslag van de expertmeeting met Politie, Veilig Thuis, Inspectie Onderwijs en Inspectie IGJ 257
4.5.3.1 Vooraf 257
4.5.3.2 Casus Friso – Wat te doen met Friso? (1) 258
4.5.3.3 Casus Friso – Wat te doen met Friso? (2) 267
4.5.3.4 Casus opa Arie – Wat te doen met opa Arie (2)? 276
4.5.3.5 Casus – Wat te doen met opa Arie? (3) 280
4.5.3.6 De expertmeeting met de politie, Veilig Thuis, de Inspectie Onderwijs & de Inspectie IGJ samengevat 282
4.6 Conclusie 284
Hoofdstuk 5 Landenrapportage 287
5.1 Inleiding, verantwoording en leeswijzer 287
5.2 Ierland 288
5.2.1 Inleiding 288
5.2.2 Mandatory reporting 289
5.2.3 Bij wie en hoe moet de melding worden gedaan? 289
5.2.4 Wie is meldplichtig? 290
5.2.5 Wanneer moet worden gemeld? 290
5.2.6 Uitzonderingen op de meldplicht 291
5.2.7 Het beroepsgeheim 292
5.2.8 Welke (nadere) details moeten er bij de melding worden vermeld? 292
5.2.9 Geldt de meldplicht voor verleden misdrijven of ook voor toekomstige? 293
5.2.10 Strafrechtelijke sanctie op niet melden 293
5.2.11 Afrondende beschouwing over Ierland 294
5.3 Australië: Victoria 295
5.3.1 Verantwoording keuze deelstaten Victoria en New South Wales 295
5.3.2 Algemene en specifieke aangifteplicht 296
5.3.3 Bij wie en hoe moet de aangifte worden gedaan? 297
5.3.4 Wie is aangifteplichtig? 298
5.3.5 Wanneer moet aangifte worden gedaan? 298
5.3.6 Uitzonderingen op de aangifteplicht 299
5.3.7 Bescherming van de aangever 301
5.3.8 Welke (nadere) details moeten bij de aangifte worden vermeld? 301
5.3.9 Sanctie op het niet voldoen aan de aangifteplicht 301
5.3.10 Het nalaten kinderen te beschermen binnen organisaties 302
5.3.11 Mandatory reporting 304
5.4 Australië: New South Wales 308
5.4.1 Algemene en specifieke aangifteplicht 308
5.4.2 Bij wie en hoe moet de aangifte worden gedaan? 311
5.4.3 Wie is aangifteplichtig? 311
5.4.4 Wanneer moet aangifte worden gedaan? 311
5.4.5 Uitzonderingen op de aangifteplicht 312
5.4.6 Bescherming van de aangever 314
5.4.7 Welke (nadere) details moeten bij de aangifte worden vermeld? 314
5.4.8 Sanctie op het niet voldoen aan de aangifteplicht 314
5.4.9 Het nalaten minderjarigen te beschermen binnen organisaties 315
5.4.10 Mandatory reporting 316
5.4.11 Afrondende beschouwingen over de aangifteplicht in Victoria en New South Wales 318
5.5 Duitsland 318
5.5.1 Inleiding 318
5.5.2 Huidige aangifteplicht 318
5.5.3 Wetsvoorstel in 2003 320
5.5.4 Kritische ontvangst 322
5.5.5 Discussie na 2003 324
5.5.6 Meldplichten 325
5.5.7 Afrondende beschouwing over Duitsland 326
5.6 Verkenning van de stand van zaken betreffende de meld- en aangifteplicht in EU-verband 327
5.6.1 Inleiding 327
5.6.2 Zweden 327
5.6.3 Frankrijk 330
5.6.4 België 332
5.6.5 Engeland & Wales 335
Hoofdstuk 6 Scenario’s betrekking hebbende op de vraag naar de verruiming aangifteplicht van artikel 160 Sv 339
6.1 Inleiding & leeswijzer 339
6.2 Scenario I – Beperkte wetswijziging, voortbouwen op implementatie van de meldcodes 342
6.2.1 Uitgangspositie en eventuele actie betreffendewetswijzigingen en/of beleidsmaatregelen 342
6.2.2 De relatieve betekenis van de aangifteplicht van artikel 160 Sv en de strafbaarstelling van artikel 136 Sr 343
6.2.3 Tot wasdom laten komen van lopende ontwikkelingen 348
6.2.4 Oog voor variëteit 350
6.2.5 Oog voor dilemma’s 352
6.2.6 (Geen) normexplicatie 354
6.2.7 Schematische weergave van scenario I 355
6.3 Scenario II – Wetswijziging: verruiming van de aangifteplicht van artikel 160 Sv en van de strafbaarstelling van artikel 136 Sr 356
6.3.1 Uitgangspositie en eventuele actie betreffendewetswijzigingen en/of beleidsmaatregelen 356
6.3.2 Normexplicatie 358
6.3.3 Eenduidige regie & versterking van de informatieoverdracht 362
6.3.4 Schematische weergave van scenario II 365
6.4 Scenario III – Wetswijziging: 1) vervallen van artikel 160 Sv & artikel
136 Sr; 2) behoud van artikel 161 Sv; 3) verruiming van de kring van meldplichtigen & 4) het opzetten van liaisons 366
6.4.1 Uitgangspositie en eventuele actie betreffendewetswijzigingen
en/of beleidsmaatregelen 366
6.4.2 Aansluiten op lopende ontwikkelingen 368
6.4.3 Geen formalisering 368
6.4.4 Verruiming van de kring van meldplichtigen 370
6.4.5 Liaisons? 373
6.4.6 Schematische weergave van scenario III 374
6.5 Strafbaarstelling van het nalaten aangifte te doen door organisaties 375
6.5.1 Inleiding & leeswijzer 375
6.5.2 Scenario I – Beperkte wetswijziging, voortbouwen op de implementatie van de meldcodes, toegepast op organisaties 376
6.5.2.1 Schematische weergave van scenario I 378
6.5.3 Scenario II – Wetswijziging: verruiming van de aangifteplicht van artikel 160 Sv & strafbaarstelling van artikel 136 Sr, toegepast op organisaties 378
6.5.3.1 Schematische weergave van scenario II, toegepast op organisaties 379
6.5.4 Scenario III – Wetswijziging: 1) vervallen van artikel 160 Sv & artikel 136 Sr; 2) verruiming van artikel 161 Sv; 3) verruiming van de kring van meldplichtigen & 4) het opzetten liaisons, toegepast op organisaties 380
6.5.4.1 Schematische weergave scenario III, toegepast op organisaties 381
6.6 Conclusie 381
Summary 387
Literatuurlijst 403
Regelgeving en parlementaire stukken 435
Jurisprudentie 439
Websites 443
Bijlage 1 Samenstelling van de begeleidingscommissie 447
Bijlage 2 Wetgeving betreffende de aangifteplicht 449
Bijlage 3 Overzicht misdrijven vallende onder artikel 160 Sv 453
Bijlage 4 Respondenten ten behoeve van interviews naar organisatie (Totaal 22 respondenten) 459
Bijlage 5A Vragenlijst ten behoeve van interviews Veilig Thuis, Centra voor Seksueel Geweld, Inspectie Onderwijs & Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd 461
Bijlage 5B Vragenlijst ten behoeve van interviews Openbaar Ministerie, advocatuur & wetenschap 467
Bijlage 5C Vragenlijst ten behoeve van interviews Politie 475
Bijlage 6A Registraties betreffende seksueel misbruik 483
Bijlage 6B Aantal geregistreerde adviezen, meldingen en onderzoeken bij alle regionale Veilig Thuis-organisaties over 2017 en 2018. 485
Bijlage 6C Adviezen Veilig Thuis 2017 en 2018, uitgesplitst naar aard van het (vermoede) geweld en/of de mishandeling 489
Bijlage 7 Enquête 495
Bijlage 8 Deelnemers expertmeeting Veilig Thuis naar functie/Besproken casus 513
Bijlage 9 Deelnemers expertmeeting VeiligThuis, Politie, Onderwijsinspectie, Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd naar functie/Besproken casus 517
Bijlage 10 Respondenten ten behoeve van de landenrapportage 523
Bijlage 11 Wetteksten Australië (Victoria & New South Wales) 525
Bijlage 12 Overzicht misdrijven vallende onder s 326 CA 1958 (Vic en s 316A CA 1900 (NSW)) 535
Bijlage 13 Mogelijke informatiestromen binnen het particuliere spoor 545
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan