Handhaving
Het spel tussen inspecteur en inspectee
Paperback Nederlands 2019 2e druk 9789462366664Samenvatting
Dit boek gaat over de praktijk van de handhaving. Het richt zich met name op de positie van de professional: de inspecteur die zich inspant om de inspectee te bewegen tot normconform gedrag. In dit boek leest u welke strategieën de inspectee hanteert om zich hieraan te onttrekken - en met welke contrastrategieënde inspecteur reageert. Behalve dit kat-en-muisspel bestaat ook een relatie tussen de inspecteur en bestuurders en managers. Welke invloed oefenen zij uit en welke patronen zien we in deze relatie ontstaan? Verder staan de volgende thema's rondom handhaving centraal: zero tolerance, het delen van informatie tussen inspecteurs, toezicht in netwerkgebonden sectoren en de betekenis van verschillende typen risico's bij risicoanalyse.
Handhaving kijkt in de haarvaten van het professionele toezicht. In een vlotte stijl beschrijft het de actuele handhavingspraktijk met voorbeelden uit de meest uiteenlopende sectoren. Dit domeinoverstijgende karakter maakt het boek zeer geschikt voor een breed publiek: beleidsontwikkelaars, inspecteurs, toezichthouders, handhavingsorganisaties en het onderwijs, maar ook voor ieder die wordt geconfronteerd met de handhavende overheid.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1.1 Handhaving op de politieke agenda 15
1.2 Het netwerk van inspectie en handhaving 16
1.3 Opbouw van dit boek 22
DEEL I 25
2 Het spel tussen inspecteur en inspectee (1): handhavingsstijlen inspecteur 27
2.1 Inleiding 27
2.2 De inspecteur: handhavingsstijlen 27
2.3 Sanctiestrategie 28
2.4 De pedagogische of educatieve stijl 29
2.5 Dilemma handhavingsstijl 31
2.6 Het dilemma ontstegen: de handhavingspiramide 32
2.7 Tot slot 36
3 Het spel tussen inspecteur en inspectee (2): het spel van deinspectee 39
3.1 Inleiding 39
3.2 Wat is strategisch gedrag? 40
3.3 Strategieën 1: het spel spelen, veel nemen en weinig geven 43
3.3.1 De mea culpa-strategie: geef reeds gemaakte fouten toe en kondig nog te realiseren
verbeteringen aan 43
3.3.2 De strategie van cascadering: ontwerp een cascade van concessies 43
3.3.3 De strategie van showing hard feelings, very hard feelings 44
3.3.4 De strategie van dilemma sharing 45
3.3.5 De strategie van client intimacy: betrek de inspecteur bij de interne besluitvorming 45
3.3.6 De stretching-strategie: externaliseer en verbreed het speelveld 45
3.3.7 De strategie van de vermoorde onschuld: wijs op de afwezigheid van opzet 47
3.4 Strategieën 2: het spel discontinueren 47
3.4.1 De strategie van de last minute-verbeteringen 47
3.4.2 De alea iacta est-strategie: de teerling is geworpen, nu nog slechts aanloopproblemen en kinderziekten 48
3.4.3 De strategie van de aflaat: de sanctie legitimeert slecht gedrag 48
3.4.4 De strategie van de grote sprong voorwaarts: beloof een systeemverbetering, kleine
verbeteringen getuigen van een gebrek aan visie 49
3.4.5 De strategie van de schone lei: wis het geheugen van de inspecteur 49
3.4.6 De ‘keep moving’-strategie en forumshopping 49
3.4.7 Virtueel verdwijnen 50
3.4.8 Trek de beoordeling of meetmethode in twijfel 50
3.5 Strategieën 3: het spel frustreren 50
3.5.1 The strategy of playing the managerial game 50
3.5.2 De Florence Nightingale/Robin Hood-strategie: wees overzorgzaam op bepaalde onderdelen en gebruik dit als legitimatie voor onderprestatie op andere onderdelen 51
3.5.3 De flipflop-strategie: verander voortdurend van houding 52
3.5.4 De strategie van de redelijke inspectee die ongehoord brutaal gedrag vertoont 52
3.5.5 De strategie van de coverstory 53
3.5.6 De fantoom-strategie: maak overtredingen onzichtbaar; vernietig bewijs 53
3.5.7 Strategische bekentenissen: vertel de inspecteur wat hij al weet 54
3.5.8 De inverse bingo-strategie 54
3.5.9 De strategie van mirror-imaging 55
3.5.10 Acting-to-the-test 55
3.5.11 Sjoemelsoftware 56
3.5.12 Verwisseling testmonsters 57
3.5.13 Window dressing 58
3.5.14 ‘Lichtjes’ bemoeilijken, ontduiken en saboteren van inspecties 58
3.5.15 De strategie van verdeel en heers 59
3.5.16 De strategie van capturing 59
3.5.17 De strategie van techno-deviantie 60
3.6 Tot slot 60
4 Strategieën van inspecteurs versus inspectees 65
4.1 Inleiding 65
4.2 Strategieën van inspecteurs: generiek 67
4.3 Strategieën 1: portfoliomanagement 69
4.3.1 Creëer een portfolio 69
4.3.2 Bouw geheugen op 70
4.3.3 Beschouw portfoliovorming als een ‘ongoing process’ 71
4.3.4 Identificeer de gevoeligheden van de inspectee 72
4.4 Strategieën 2: redundantie van informatie 72
4.4.1 Gebruik human intelligence (humint): benader de key players 73
4.4.2 Gebruik technische intelligentie (techint, signint en imint): e-enforcement 74
4.4.3 Gebruik financiële intelligence (finint) 75
4.4.4 Gebruik netwerken (netint) 75
4.4.5 Voorkom afhankelijkheid van een of enkele informatiebronnen 75
4.4.6 Koppel verschillende typen informatie 76
4.4.7 Don’t show your hand 76
4.4.8 Inspecteer verrassend en adaptief; gebruik wisselende vormen van intelligence 77
4.5 Strategieën 3: contextualisatie 78
4.5.1 Ga allianties met andere handhavingsorganisaties aan 78
4.5.2 Ga allianties met andere inspectees aan 80
4.6 Strategieën 4: variëteit, hybride strategieën 81
4.6.1 Beide stijlen tegelijk gebruiken 82
4.6.2 Speel de Hydra 84
4.6.3 De overgang van pedagogiek naar sanctionering 85
4.7 Ten slotte 86
5 Het spel tussen inspecteurs, managers en politiek 87
5.1 Inleiding 87
5.2 Het managerial echelon 87
5.2.1 Controle en beheersing 87
5.2.2 Productoriëntatie 89
5.2.3 Uniformiteit en gelijkheid 90
5.2.4 Verantwoording en beheer 90
5.3 Het bestuurlijke echelon 91
5.3.1 Sensitief voor maatschappelijke opvattingen; het doorbreken van operationele routines 91
5.3.2 Politieke risicomijding: under- of overenforcement 92
5.3.3 Credit claiming, risk game en blame avoidance 94
5.3.4 Handhaving ingebed in het politiek-bestuurlijke spel van onderhandeling 98
5.4 Strategieën van inspecteurs 99
5.4.1 Strategieën 1: bestuur en management benutten 100
5.4.2 Strategieën 2: onzekerheid reduceren 101
5.4.3 Strategieën 3: de sturende werking van bestuur en management beperken 104
5.5 De interactiepatronen tussen inspecteur, manager en bestuurder 106
DEEL II 109
6 Bekende oplossingen en hun tekortkomingen 111
6.1 Inleiding 111
6.2 Oplossing 1: eenduidige wet- en regelgeving 111
6.2.1 Eerste bezwaar: de werkelijkheid is meerduidig 112
6.2.2 Tweede bezwaar: een afweging van waarden binnen de regels is suboptimaal 113
6.3 Oplossing 2: krachtige handhaving 113
6.3.1 Eerste bezwaar: morele ambivalentie 114
6.3.2 Tweede bezwaar: coöpetitieve relaties 114
6.4 Oplossing 3: integrale handhaving 115
6.4.1 Eerste bezwaar: de definitie van integraliteit verschilt per organisatie 116
6.4.2 Tweede bezwaar: de definitie van integraliteitverschilt per issue 117
6.5 Oplossing 4: big data 118
6.5.1 Eerste bezwaar: verzamelen van data vergt veel inspanning en er zijn grenzen aan 119
6.5.2 Tweede bezwaar: kunstmatige intelligentie wordt niet altijd begrepen en levert niet altijd de intelligentie die vereist is 119
6.6 Oplossing 5: minder bureaucratie 121
6.6.1 Eerste bezwaar: publieke verantwoording 121
6.6.2 Tweede bezwaar: variëteit van de handhaving 122
6.7 Oplossing 6: risico-gebaseerd toezicht 123
6.7.1 Eerste bezwaar: informatiebehoefte is erg groot. Er zijn veel onzekerheden 123
6.7.2 Tweede bezwaar: strategisch gedrag rondom risico-gebaseerd toezicht 124
6.8 De complexiteit van de handhaving 124
7 Zero tolerance 127
7.1 Inleiding 127
7.2 Zero tolerance afgezet tegen andere strategieën 128
7.2.1 Zero tolerance versus gedogen 128
7.2.2 Zero tolerance versus community policing 129
7.2.3 Zero tolerance versus een netwerk- of ketenaanpak 130
7.2.4 Essentie van de tegenstellingen 131
7.3 De effectiviteit van zero tolerance 131
7.3.1 Beeld 1: zero tolerance werkt 132
7.3.2 Beeld 2: de hoge kosten van zero tolerance 132
7.3.3 Beeld 3: alternatieve strategieën werken ook 133
7.3.4 Beeld 4: tijdelijk en spatiaal effectief 133
7.3.5 Beeld 5: zero tolerance als ‘credit claiming’; slechts in de beeldvorming effectief 133
7.3.6 Conclusies uit de vijf beelden 134
7.4 Zero tolerance als strategie voor legitimiteitbevordering 134
7.4.1 Zero tolerance past bij het ‘social as simple’- paradigma 135
7.4.2 Handhaving omwille van percepties en gevoelens 135
7.4.3 Handhaving van quality of life-issues verwerft legitimiteit in de postmoderne stad 136
7.5 De power of context 137
7.5.1 Zichtbaarheid van de handhaving: broken windows-theorie 137
7.5.2 Reflected glory 137
7.5.3 Het ballon- of waterbedeffect is ook positief te waarderen 138
7.6 Zero tolerance als selectieve activiteit en vorm van community policing 139
7.6.1 Zero tolerance en gedogen 139
7.6.2 Zero tolerance en community policing 139
7.6.3 Zero tolerance en de netwerk- of ketenaanpak 140
7.6.4 Vervlechting van strategieën 140
7.7 De interne functie van zero tolerance 141
7.7.1 Trigger voor professionele interactie 141
7.7.2 Stimulans voor leren en innovatie 142
7.8 Twee soorten zero tolerance 142
7.8.1 Zero tolerance als embedded strategie 143
7.9 Conclusie 144
8 Organisatorische fragmentatie en de noodzaak van informatie delen 145
8.1 Inleiding 145
8.1.1 Onderzoek naar falende handhaving: onvoldoende informatie gedeeld 145
8.1.2 Remedie: meer informatie delen, organisaties samenvoegen 146
8.2 Drie valkuilen van evaluaties van handhaving 147
8.2.1 Valkuil 1: de inspecteur beschikte over de relevante informatie, dus heeft de handhaving gefaald 148
8.2.2 Valkuil 2: de noodzaak om een causale verklaring te vinden 149
8.2.3 Valkuil 3: oplossingen zijn het resultaat van een argumentatio a contrario 150
8.3 De risico’s van het delen van informatie 151
8.3.1 Het risico van informatie-overload, de noodzaak van selectie 152
8.3.2 Het risico dat de bruikbaarheid van informatie verloren gaat 153
8.3.3 Het risico van een te vroege fixatie op een interpretatie 153
8.3.4 Het risico van de temporele misfit: wanneer moet informatie worden gedeeld? 154
8.3.5 Het risico dat er minder intelligence beschikbaar komt 155
8.3.6 Het risico dat intelligence wordt gelekt 155
8.3.7 En dan: big data – kansen en risico’s 156
8.4 Fragmentatie: het risico van centrale controle in informatieintensieve organisaties 158
8.4.1 Centrale controle en informatie: ‘you can always get what you want’ 159
8.4.2 Hiërarchie lost problemen van verkokering niet op 161
8.5 Twee alternatieven 163
8.5.1 Van structuur naar proces 163
8.5.2 Van controle naar coördinatie: multi-agency governance 167
9 Zelfsturing 169
9.1 Inleiding 169
9.2 Informatie-asymmetrie 170
9.3 Adverse selection en moral hazard 171
9.4 Informatie-asymmetrie bij risico’s 172
9.5 Zelfsturing 173
9.6 Risico’s in de bankensector en corporatiesector 173
9.7 Moral hazard bij banken en woningcorporaties 174
9.8 Zelfsturing bij banken en corporaties 175
9.9 Snelle en grote veranderingen resulteerden in complexe organisaties; risico’s manifesteerden zich 177
9.10 Informatie-asymmetrie in de banken- en corporatiesector? 179
9.11 Alternatieve verklaringen voor het falen van het zelfsturing arrangement 181
9.12 Vormgeving effectieve zelfsturing van risico’s 183
9.12.1 Prikkels nodig om een minimaal informatieniveau te garanderen 184
9.12.2 Proces waarin zelfsturing en risico-gebaseerd toezicht worden gecombineerd 185
9.12.3 Waarom zouden deelnemers participeren in een proces? 185
9.12.4 Doel proces en activiteiten in proces 186
9.12.5 Strategisch gedrag deelnemers proces 186
9.12.6 Intrinsieke motivatie 188
9.13 Conclusies 188
10 Epiloog 191
10.1 Strategisch gedrag 191
10.2 Oplossingsrichtingen 191
10.3 Zero tolerance 192
10.4 Informatie delen 192
10.5 Zelfsturing 193
10.6 Slot 194
Literatuur 197
Over de auteurs 211
Trefwoordenregister 213
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan