Boekenlijst
Een managementboekenreis van 31 jaar
Al zo lang ik mij kan herinneren ben ik een liefhebber van ranglijstjes. Een lijst van Rolling Stone met de beste 500 albums aller tijden bracht mij op het idee de klanten van Managementboek.nl de mogelijkheid te bieden hun lijstjes met favoriete boeken te delen met andere lezers. Doe mee en deel je eigen lijstjes!
Sinds september 1988, toen ik begon aan mijn studie bedrijfskunde in Groningen, heb ik veel managementboeken gelezen. Sinds de start van Managementboek.nl kwamen daar nog talloze boeken bij. Op chronologische volgorde presenteer ik de 17 boeken die mij het meest zijn bijgebleven. Deze 'biografie met boeken' is niet gerangschikt naar gewicht, maar op chronologische volgorde, langs de lijnen van mijn leven.
Management
In 1986 besloot ik dat ik Bedrijfskunde wilde gaan studeren. Die studie had iets te maken met het leiden van bedrijven, dat leek me wel leuk, Ik besloot me in te schrijven voor deze studie en werd ingeloot. Maar wat Bedrijfskunde precies behelsde? Geen idee. De studie startte met het vak Organisatiekunde 1. Daarbij werd het boek Management gebruikt, een inleidend studieboek van de gerenommeerde uitgeverij Prentice Hall, herkenbaar aan het donkerblauwe omslag zoals veel studieboeken van die uitgeverij hadden. Het boek beschreef in grote lijnen maar ook in volle omvang wat bedrijfskunde is. Waarom bestaan organisaties? Wat doen managers? Hoe heeft de managementtheorie zich ontwikkeld? Strategische planning (zo werd dat toen nog genoemd). Besluitvorming. Operations management. Het verdelen en coördineren van taken. Organisatiestructuren. Human Resource Management. Leiderschap. Financieel management. Informatiesystemen en Control. Internationaal management. Het werd in dit helder geschreven boek allemaal in vogelvlucht behandeld en in die zin bood dit boek een blik in mijn toekomst, althans voor de rest van mijn studie die ik, enthousiast geworden door dit boek, met plezier vervolgde.
Organisatiestructuren - met XTRA toegangscode
We hadden geluk! Want voor het vak organisatiekunde 2 dat wij in hetzelfde jaar volgden, werd The Structuring of Organizations van Henry Mintzberg voorgeschreven. (Hoewel deze lijst geen rangorde weergeeft, wil ik wel verklappen dat dit boek in mijn persoonlijke top-3 staat.) Mintzbergs boek is min of meer het sluitstuk van de contingentietheorie, een theorie die ervan uit gaat dat er niet één beste manier van organiseren is, maar dat de beste organisatievorm afhankelijk is van de omgeving waarin de organisatie opereert. Mintzberg onderscheidt vijf coördinatiemechanismen om werk te coördineren, vijf onderdelen van de organisatie, en vijf configuraties: de simpele structuur, de machinebureaucratie, de professionele bureaucratie, de divisiestructuur, en de adhocratie. Een magistrale synthese waarbij Mintzberg op de schouders van reuzen staat, zoals Burns & Stalker, Lawrence & Lorsch. Door uitvoerige literatuurverwijzingen verklaart hij zichzelf ook ruimhartig schatplichtig aan hen.
Beelden van organisatie
En toen kwam Beelden van organisatie van Gareth Morgan, mijn persoonlijke favoriet aller tijden. De hoogleraren in Groningen hebben een buitengewoon goede keuze gemaakt door dit boek min of meer als het centrale boek van de studie bedrijfskunde te kiezen en al in het eerste jaar in het curriculum op te nemen. De kerngedachte van dit boek is dat onze theorieën over het functioneren van organisaties uitgaan van metaforen die ons organisaties leren zien en begrijpen op een manier die slechts een gedeelte belicht. Door verschillende metaforen te gebruiken voor een beter begrip van het complexe en paradoxale leven in organisaties, kunnen we organisaties ontwerpen en leiden op een manier die we niet voor mogelijk hadden gehouden. Beelden van organisaties heeft niet mijn kijk op organisaties veranderd, maar mijn manier van kijken. Daarmee ontstijgt het alle andere boeken die ik heb gelezen en is dit het allerbelangrijkste managementboek dat ik ooit heb gelezen.
Excellente ondernemingen
Ik las tijdens mijn studie ook wel eens boeken die ik niet rechtstreeks voor mijn opleiding nodig had. Als redacteur van ons faculteitsblad Bedrijfskundige Berichten interviewde ik regelmatig met auteurs van managementboeken. Uiteraard las ik hun boek ter voorbereiding op dat interview. Maar soms las ik een managementboek zonder dat daar een directe aanleiding voor was. Ook hier had ik het geluk aan mijn zijde, want het eerste boek waar ik op deze manier mee kennismaakte, was Excellente ondernemingen van Peters en Waterman. Zij gingen – in een tijd dat veel Amerikaanse bedrijven het onderspit delfden tegen hun Japanse concurrenten – op zoek naar bedrijven die de tand des tijds wel konden doorstaan en destilleerden daaruit acht kenmerken van excellente ondernemingen. Het resulteerde in een zeer lezenswaardig en erg inspirerend boek.
Concurrentiestrategie
Naarmate mijn studie vorderde, vernauwde mijn voornaamste interesse zich tot twee hoofdvakken: organisatiekunde en strategisch management. Zij vormen voor mij de kern van het vak, waarbij de organisatiekunde zich er vooral op richt de organisatie zodanig in te richten dat de werkzaamheden zo goed mogelijk worden uitgevoerd en gecoördineerd. Strategisch management, zo zou je wellicht kunnen zeggen, legt er vooral de nadruk op dat je als organisatie een (niche)markt vindt waarin je je kunt onderscheiden van de concurrentie. Dat is noodzakelijk om te kunnen overleven. Michael Porter maakte de bedrijfstakanalyse de hoeksteen van zijn boek en beschreef drie generieke concurrentiestrategieën: kostenleiderschap, differentiatie, en concentratie. Een dik boek, uiteindelijk teruggebracht tot deze drie strategieën, inclusief de waarschuwing om bij de keuze ervan niet tussen wal en schip te raken. Ik heb buitengewoon veel gehad aan deze les.
Concurrentievoordeel
Met Concurrentiestrategie richtte Porter zich vooral op de vraag van het ‘wat’ en ‘waarom’ van concurrentiestrategieën. In Concurrentievoordeel vervolgde hij zijn zoektocht door zich te richten op het ‘hoe’. Hoe kunnen bedrijven de beste bedrijfsresultaten verkrijgen én behouden. Concurrentievoordeel werd bekend door Porters analyse van de ‘waardeketen’. Waar zit nu echt de toegevoegde waarde van een onderneming? En op welke activiteiten binnen die waardeketen moet de onderneming zich richten? Moet je activiteiten in die keten aantrekken, behouden of afstoten in een poging zo veel mogelijk waarde (dus winst) toe te voegen? De waardeketen is een belangrijk concept, maar Concurrentievoordeel bood meer, veel meer. Begrippen als ‘substituten’, ‘complementaire’ producten, toetredingsbarrières, en aanvalsstrategieën om marktleiders aan te vallen, zijn maar een paar van de bekendste voorbeelden. Ik besefte destijds nog niet hoe waardevol die concepten jaren later zouden blijken.
De strijd om de toekomst
Mijn volgende verdieping op gebied van strategisch management was De strijd om de toekomst. Hamel en Prahalad verleggen de focus van de strijd om het heden naar de strijd om de toekomst, een hele sterke zet. Fijntjes merken Hamel en Prahaland op dat de analysemethoden van segmentatie, de bedrijfstakstructuur en de waardeketen uitstekend geschikt zijn voor gebruik bij een duidelijke afgebakende markt. Maar, zo vragen zij zich retorisch af, wat heb je eraan voor een markt die nog niet bestaat? Op kansrijke markten moeten de ‘regels’ van de concurrentiestrijd nog ontgonnen worden. Het maken van strategische keuzes wordt dan gecompliceerd. En dan komen hele andere zaken om de hoek, zoals (het ontwikkelen van) kerncompetenties, de strijd om de vooruitziende blik en het intellectuele leiderschap in een bedrijfstak, en een ambitieuze strategische intentie om succesvol als eerste die toekomst te bereiken. Het zijn krachtige concepten waarmee De Strijd om de toekomst zich wat mij betreft niet afzet tegen zijn voorgangers (zoals Michael Porter) maar daar juist op voortbouwt.
Strategie safari
Na de boeken van de reuzen Michael Porter en Hamel & Prahalad vond ik dat ik wel genoeg wist van strategisch management. Maar het was de – wederom magistrale – synthese van Henry Mintzberg en zijn coauteurs die me ervan doordrong dat ik daarmee slechts een deel van het ‘strategische beest’ had afgetast. Ik was nog steeds halfblind. Met enige goede wil kan Op strategie-safari de strategische equivalent van Beelden van organisatie worden genoemd. Het boek is, net als dat van Gareth Morgan, een uitgebreide, kleurrijke en verhelderende rondleiding door het rijke vakgebied van strategisch management. De auteurs hebben tien verschillende benaderingen uitgewerkt tot coherente ‘scholen’ van strategisch strategievorming. Met dezelfde nuance en humor als de boeken van Gareth Morgan. Wat de vraag opwerpt of het wel toeval is dat zowel Mintzberg en Morgan in Canada wonen?
Synergetisch produceren
De meeste boeken uit deze lijst zijn van de hand van buitenlandse auteurs. Maar er is een belangrijke uitzondering. Prof. Dr. L.U. De Sitter was een managementdenker van wereldformaat. Synergetisch produceren is het laatste boek dat hij schreef. Hierin beschrijft De Sitter hoe je op basis van concepten uit de sociotechniek organisaties effectief kunt inrichten. Maar je mag dit boek ook wel beschouwen als een van de kernboeken over de sociotechniek. De sociotechniek is wel eens beschreven als een toegepaste wetenschap die zich beijvert voor het verbeteren van het functioneren van zowel mens als organisatie door aanpassing of fundamenteel herontwerp van werkprocessen en organisatie van de techniek of diensten én van de menselijke arbeidstaken. Een hele mond vol, dus laat even op je inwerken wat dat precies betekent. En probeer daarbij goed de essentie van het betoog van De Sitter te begrijpen: de kern van de sociotechniek is ‘complexe taken in een eenvoudige organisatie in plaats van eenvoudige taken in een complexe organisatie’. Dat is nog eens een wijze les die ik tot de dag van vandaag probeer te volgen bij het inrichten van onze eigen organisatie.
Intensieve menshouderij
De oogst van zes jaren studie Bedrijfskunde bestond dus uit negen boeken die mijn bedrijfskundige denken hebben gevormd. Met mijn studiegenoot Philip van Coevorden begon ik aan een nieuw avontuur dat zou uitmonden in Managementboek.nl. Een van de bondgenoten van het eerste uur was Jaap Peters. We hebben geluk gehad dat hij daar interesse in had, een langdurige samenwerking ontstond. Jaap zou enkele jaren later een enorme steen in de vijver gooien met zijn boek Intensieve menshouderij. Ik was na het lezen van de boeken over sociotechniek al ontvankelijk voor de ideeën van Jaap omtrent vakmanschap. En dit boek onderstreept dat nog maar eens. De titel van zijn boek roept een dermate sterk horrorbeeld op dat ik zo veel mogelijk probeer te blijven vertrouwen op het vakmanschap van onze medewerkers. Dus in plaats van alle kennis ‘embedded’ in systemen te stoppen en de processen op robotachtige wijze te laten uitvoeren de vakman aan het roer laten. Soms is er geen andere keuze, maar vertrekpunt is en blijft vakmanschap.
De Zwarte Zwaan
Is het toeval dat Intensieve menshouderij ongeveer op hetzelfde moment verscheen (rond juni 2008) als De Zwarte Zwaan van Nassim Taleb? Wat in ieder geval geen toeval was, is dat ik reikhalzend naar dit boek had uitgekeken, want ik had enorm genoten van zijn boek Fooled by Randomness, dat deel uitmaakt van Talebs Incerto reeks. En met een knipoog naar de titel: dit boek is met zijn behoorlijke omvang weer een uitzondering op mijn neiging steeds dunnere managementboeken te gaan lezen. Het boek gaat over hoe zeer ingrijpende, zeldzame gebeurtenissen de geschiedenis bepalen en wij ons achteraf met verhalen wijsmaken dat we ze begrijpen. Talebs boek Antifragiliteit sluit daar weer op aan door zich te richten op hoe we moeten handelen en leven in een chaotische en onzekere wereld die we niet altijd begrijpen. In plaats van onzekerheid proberen te pleit Taleb ervoor onzekerheid te omarmen. Dus niet met draaiboeken en vaste procedures onzekere gebeurtenissen proberen ‘op te lossen’, maar vertrouwen op improvisatie in combinatie met vakmanschap. De Zwarte Zwaan is een prachtig deel in de Incerto serie van Taleb, net als alle andere delen trouwens.
Beslis(t) beter!
Bij Intensieve menshouderij was de titel min of meer ook tegelijk het kernidee. Dat geldt zeker voor het boek Beslis(t) beter. Het uitgangspunt hier is heel eenvoudig: voor leidinggevenden is het nemen van besluiten een van de allerbelangrijkste vaardigheden. Maar helaas zijn er maar weinig mensen die over de benodigde training en instrumenten beschikken om goede besluiten te kunnen nemen. Er zijn diverse valkuilen die op het pad van elke leidinggevende liggen. De auteurs beschrijven deze valkuilen, in de hoop dat de lezer deze daarna kan vermijden. De belangrijkste valkuil die mij is bijgebleven, is dat mensen hun eigen kennis en vermogen om goede besluiten te nemen nogal eens schromelijk overschatten. Dat is een lesje bescheidenheid dat ook ik goed kan gebruiken, al vrees ik dat ik niet altijd de beste leerling ben geweest.
Het 80/20- principe
Alweer een boek met een hele korte titel en tevens een buitengewoon krachtig concept. Ik denk zelfs het beste concept dat ik de afgelopen 25 jaar heb geleerd. Bijna iedereen kent het onderliggende principe: tachtig procent van het resultaat komt voort uit slechts twintig procent van de oorzaken. Maar vrijwel niemand trekt daaruit de logische conclusie dat dit ook betekent dat we tachtig procent van onze tijd bezig zijn met twintig procent van het resultaat. We verspillen dus vrijwel voortdurend onze tijd. Er zijn bijgevolg dus maar enkele dagen per jaar dat je iets wezenlijks bereikt. En tijdens een dag bereik je maar enkele minuten echt iets van betekenis. Een gesprek van twee uur kan soms in twee minuten van blijvende betekenis blijken. Maar dan moet je wel die twee minuten vinden. Koch legt uit hoe je meer kunt bereiken met veel minder inspanning, tijd en middelen, door je te richten op de allerbelangrijkste twintig procent. Ook hier geldt, vrees ik, dat de praktijk voor mij op dit punt weerbarstig is gebleven. Maar ik blijf mijn best doen.
Hoe word ik een rat?
Dit boek veroorzaakte een schok in managementland die tot heden niet is overtroffen. In een tijdperk dat blijkbaar nogal braaf was, leidde dit boek tot zoveel verontwaardiging dat je alleen maar groot respect kunt hebben voor de schrijver van dit ironische boek. Het boek stond een jaar op nummer 1! Joep Schrijvers geeft inzicht in het politieke gedoe in bedrijven en beschrijft de meest voorkomende gore streken. Hij spoort de lezer aan om 'politieker' te worden. Helpt de lezer zijn eigen niveau van 'rattigheid' te bepalen. Ja echt waar. Schrijvers opponeert hij tegen de 'verbraving' in organisaties. Veel medewerkers worden met managementtheorieën om de oren geslagen en aangespoord tot ontwikkeling, synergie, bezieling en meesterschap, terwijl hun ervaring daar haaks op staat: de ervaring van graaien, naaien en piepelen. 'Hoe word ik een rat?' is een memorabel boek, laverend op het snijvlak van ironie en bittere ernst. De lezer moet zelf kiezen welke plek hij wenst in te nemen tussen braafheid en rattigheid. Wie wil kiezen voor braafheid raad ik aan de epiloog lezen.
Invloed - De geheimen van het overtuigen
Ergens in dit boek meen ik te hebben gelezen dat Cialdini de vraag stelt: waarom zeggen mensen ‘ja’ op een verzoek. Dat is alweer zo’n kernidee waarvan ik in staat ben het te onthouden. Het is een buitengewoon belangrijke vraag, zeker als je ‘verzoek’ enigszins oprekt. Een verzoek kan een simpele vraag zijn. Maar het kan ook een nieuw product zijn waarvan je hoopt dat klanten dat van je willen kopen. Of een nieuwsbrief die de respons oplevert die je nastreeft. Maar hoe krijg je die mensen dan zo ver in te gaan op jouw verzoek om iets te doen, of het indirecte verzoek een product of dienst te verkopen. Een simpel idee met een hele brede reikwijdte en Cialdini komt met zes beïnvloedingsprincipes: wederkerigheid, consistentie, sociaal bewijs, sympathie, autoriteit en schaarste. 1 Kernidee, 6 Principes. En een wereld aan mogelijkheden. Dat is nog eens krachtig!
Maak je bed op
Slechts 111 bladzijden. Met zo’n titel. En toch is dit een van de belangrijkste boeken die ik de afgelopen 25 jaar heb gelezen. Alleen al de eerste les van dit boek, ‘begin je dag met een volbrachte taak’ (in mijn geval: de afwasmachine uitruimen voordat ik geniet van mijn eerste koffie) is zo sterk dat die de plaatsing op mijn lijst rechtvaardigt. Het ultieme 80/20 boek. Met zo weinig woorden zo veel zeggen. En dat met de humor van een Amerikaanse admiraal die in feite honderden jaren ervaring met leiderschap uit het Amerikaanse leger terugbrengt tot de essentie. McRaven moedigt je aan om door het zetten van kleine stapjes je leven en misschien zelfs de wereld te veranderen. Een andere belangrijke les: ‘het leven is niet eerlijk, wen er maar aan, zet door!’ Wat zou er gebeuren in Nederland als iedereen die les zou volgen. In elk geval zou er minder geklaagd worden!
How The Mighty Fall
Hoe kun je een lijst beter afsluiten dan met een boek dat je niet hebt gelezen! Built to Last en Good to Great zijn gelezen, maar van dit boek van Jim Collins is mij alleen de titel bijgebleven! The message is the medium maar dan net even anders. De titel is de boodschap, het kernidee. Als directeur van een internetboekhandel realiseer ik me terdege dat wij voor een deel onze plek in de markt hebben gevonden bij de gratie van het feit dat de ‘mighty’ boekhandels van destijds de waarde van internet niet zagen. De overheersende gedachte bij hen was: mensen willen een boek kunnen inzien, kunnen voelen en doorbladeren voordat ze het kopen. Wij wisten wel beter, want in 1998 na introductie van onze website groeiden we stormachtig. Maar hielden wijselijk onze mond. Want uit de al die boeken over strategisch management hadden we wel gedestilleerd dat je een confrontatie met de concurrentie beter kunt vermijden dan aangaan. Dat wij voor een deel ons bestaansrecht danken aan de blinde vlek van gevestigde partijen, maakt mij, nu we zelf wat gesetteld zijn, bang dat eenzelfde lot ons ooit te wachten staat. Daarom staat dit boek in de boekenkast achter mijn werkplek. Als blijvende waarschuwing.
Een kleine oogst. Maar er is meer moois!
Ruim dertig jaar bedrijfskundige ervaring vervat in een ‘kleine’ oogst van zeventien boeken die mij het meest hebben gevormd. Maar dat is maar een klein deel van het verhaal. Dat andere inmiddels grotere deel omvat van boeken over wetenschap, geschiedenis, maatschappij & politiek, filmgeschiedenis, en biografieën. Naast managementliteratuur is er gelukkig meer moois.
Over Kees Visser
Kees Visser studeerde van 1988-1994 Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en startte in 1995 met zijn studiegenoot Philip van Coevorden Managementboek.nl.
Profielpagina van Kees Visser