Er schijnen tegenwoordig zelfs chief failure officers te bestaan (doorgaans werkzaam bij een Instituut voor Briljante Mislukkingen). Naast zogenaamde ‘fuckup nights’ (waar mensen in besloten sfeer openlijk vertellen over carrièreblunders, inmiddels in al meer dan 150 steden wereldwijd, dus wat je noemt een succes) en een heus Museum of Failure (met als uithangbord de Ford Edsel). Tonnie Mudde schreef er in de Volkskrant een zeer vermakelijk artikel over. Opmerkelijk genoeg ontbreekt in dit overzicht een legendarische IBM ‘fuckup’: een manager stapte na de CEO om op staande voet ontslag te nemen, hij had namelijk maar liefst vijf miljoen verkwanseld. Tot zijn verbazing weigerde de CEO zijn ontslag, want zo zei hij, ‘ik heb zojuist vijf miljoen in je geïnvesteerd, zo’n fout maak je nooit weer’.
Een aantal jaar geleden verscheen Business blunders. Meer dan 100 management missers & marketing mislukkingen van het schrijverstrio Frans Reichardt, Ed van Eunen & Thijs van Eunen. Meer dan honderd (jawel) bekende, minder bekende, en voor de wat jongere generatie soms volstrekt onbekende maar niettemin altijd herkenbare missers passeren de revue: van DAF tot Harley Davidson, van WalMart tot Lidl, van VCC tot Betamax. Maar de grootste fout die de auteurs onbedoeld blootleggen, is dat je van fouten moeilijk kunt leren. Dat je van successen weinig leert, is evident: zelden of nooit krijg je het hele verhaal, of het succes wordt gevoed door lastig te kopiëren zaken. Hoe kopieer je bijvoorbeeld clubgevoel, of charismatisch leiderschap? Of, wat algemener, hoe kopieer je een strategie die is gerijpt en wordt gevoed door jarenlange bedrijfsvoering? Niet dus. Maar datzelfde geldt voor fouten: fouten zijn net zo uniek, vertonen te weinig overeenkomsten om er universele lessen uit te trekken. Zorg voor een exit strategie of zorg voor een goed product kun je toch moeilijk een les noemen. Evenmin als de aanbeveling om niet te luisteren naar adviseurs en juist wel naar je klanten.
Nog even los of je nu wel of niet kunt leren van fouten staat falen nogal haaks op de gangbare organisatiemores waar perfectie in meest brede zin toch wel het uitgangspunt is. Kwaliteitsmanagement is zelfs opgebouwd rond foutloos opereren: continue verbetering om fouten uit te sluiten. Natuurlijk dwingt het huidige tempo organisaties tot enige fouttolerantie. In de woorden van Mickey Huibregtsen (Management Made Simple): ‘Door de snelle veranderingen gaan we van perfectie naar performance. Je krijgt de tijd niet om iets te perfectioneren, want morgen is het alweer anders.’ Foutloos performen is bepaald geen beletsel om snel te schakelen.
Tussen droom en daad staan organisatiewetten in de weg. Naast uiteraard praktische bezwaren. Misschien is dat ook wel de reden dat mensen hun vuile was niet zo graag buiten hangen. ‘Soms sprak ik bij een bedrijf met wel acht senior managers om uiteindelijk toch weer te horen: nee, wij willen op geen enkele manier geassocieerd worden met falen,’ zo tekent Mudde op uit de mond van Samuel West, de initiatiefnemer van het Museum of Failure. De vele vaders van falen is nog geen succesverhaal...
Over Pierre Pieterse
Pierre Pieterse was tot februari 2022 hoofdredacteur van Managementboek Magazine.